Peutz ontwierp moderne bouwblokken, maar ook
versierde baksteenarchitectuur
oktober 2005
Heemschut
35
zijn de sporen van de mijnstad uitgewist.
Heerlen verliest haar identiteit en daarmee
haar zelfvertrouwen.
Tijdens de Van Grunsvenperiode daarentegen
broeide er een sfeer van nieuwe stedelijkheid.
Marcel van Grunsven stuurde het centrum van
de Mijnstreek in het spoor van de avant-garde
en had grootse plannen met de stad. Hij trok
ontwerpers aan, onder wie Peutz, die steden
bouw en architectuur vooral als een culturele
activiteit zagen. Door het organiseren van
tentoonstellingen maakte Van Grunsven naam
op het terrein van de moderne kunst. Hij wist
de ondernemers voor deze ideeën te interesse
ren. Het Glaspaleis is daar een afspiegeling van.
Het Heerlen van nu kan van die periode leren
en het avant-gardistische optimisme weer
trachten op te pakken. Centrumprojecten
moeten evenals in de periode-Peutz prioriteit
krijgen.
Niet op zichzelf
De betekenis van Peutz voor Heerlen is vooral
gelegen in de invloed die het Nieuwe Bouwen
en de Wederopbouw heeft gehad op het straat
beeld van Heerlen. Zonder Peutz zou Heerlen
er volstrekt anders hebben uitgezien. Het werk
van Peutz staat niet op zichzelf maar dient
gezien te worden in het ontwikkelingsperspec
tief van de hele mijnstreek. Het Romeinse
kruispunt van wegen, de vele moderne kerken
en de vrijheid waarmee gebouwd werd, bepalen
in hoge mate dat perspectief. Het werk van
bijvoorbeeld Boosten en Wielders speelt
daarbij tevens een belangrijke rol.
Peutz kwam naar het zuiden, omdat de
opkomst van de mijnindustrie van Heerlen een
bruisende stad maakte waar het een en het
ander te doen was en veel bouwopdrachten op
stapel stonden. Zijn werk laat zich mede vanuit
dié context verklaren. Soms zoekt hij de tegen
stellingen op. Het gepleisterde wit lijkt een
contrast te vormen met het zwart van de steen
kolenmijnen. Maar Peutz zoekt ook de aanslui
ting bij de mijnbouw. De mijn met veel staal
constructies, gewapend beton en werktuigbouw
heeft invloed op de architectuur van Heerlen.
Peutz legt zelf ook vaak de relatie met de
mijnen, bijvoorbeeld bij de Sint Annakerk.
Is het werk van Peutz voortdurend onder
invloed blijven staan van zijn kennis van de
klassieken, of waren zijn inzichten echt vooruit
strevend? Opvattingen in de katholieke liturgie
over de plaats van de kerkgangers rond het
altaar is in de jaren vijftig uitgangspunt voor
veranderingen in de kerkenbouw. De Sint
Annakerk heeft een revolutionaire koepelcon
structie, die vernieuwingen in de liturgie zou
kunnen overwelven. Toch blijft de plattegrond
een traditionele meerbeukige klassieke struc
tuur vertonen en zitten de gelovigen nog steeds
vooral voor het altaar en niet er omheen.
Actueel
Is het werk van Peutz wellicht moeilijk onder te
brengen in een bepaalde stijlperiode, omdat hij
bouwde of moest bouwen wat de opdracht
gevers wilden? We zien in Heerlen romantisch
gebouwde panden met genuanceerde rode
baksteen en ambachtelijk samengestelde kozij
nen onder invloed van de Neo-gotiek (J. Stuyt)
en de Amsterdamse School (J.MHarderveld).
Dit is bijvoorbeeld te zien op het prachtige
Tempsplein. Met de komst van de mijnen
komen ook mensen naar Heerlen die anders
willen bouwen: met witte kubistische vormen,
dakterrassen, balkons, lichtvensters, glas,
staal en beton onder invloed van De Stijl
(Th. Rietveld) en de 8 in opbouw. (G.H.M.
Holt is van 1950-1960 stedenbouwkundig advi
seur van Heerlen). Op het eerste gezicht lijkt
het erop, dat Peutz beide bouwstijlen heeft
toegepast. Waarom is dat gebeurd? Was Peutz
een kunstenaar die wist wat er in de wereld te
koop was en het gewoon interessant vond aller
lei verschillende bouwvormen toe te passen?
Studie van de vele minder bekende werken van
Peutz kan de lokale kenmerken van architec
tuur en stedenbouw beter in kaart brengen. Dit
laatste zal nodig zijn omdat beoordeling van
architectuur door de overheid, in het kader van
de gewijzigde woningwet, een nieuwe demo
cratische dimensie zal krijgen. De stem van het
volk zou wel eens een breder pallet aan
verschillende bouwstijlen kunnen vragen dan
de huidige architectengeneratie aanbiedt.
Misschien was Peutz ook daarin zijn tijd
vooruit!
De kunstenaar Michel Huisman heeft een
nieuw stationsontwerp gepresenteerd met
traditionele romantische details. Dit complex
met een mediterrane uitstraling en stijlkenmer
ken uit de Italiaanse renaissance komt wellicht
te staan naast de strakke minimalistische archi
tectuur van het politiebureau van architect
Wiel Arets. De bevolking van Heerlen alsmede
de projectontwikkelaar hebben dit ontwerp van
Huisman verliefd omarmd, terwijl de volks
mond daarentegen kritiek heeft op het politie
bureau van Arets. De wereld van de moderne
architectuur is ruw wakker geschud. De tegen
stellingen zoals we die kennen uit het werk van
Peutz zijn dus plotseling hoogst actueel.
Peutz immers ontwierp grote kale moderne
bouwblokken, maar tevens daarmee contraste
rende versierde kleinschalige baksteenarchitec
tuur.
Met de renovatie van het Glaspaleis krijgt de
architectuur van Heerlen haar zelfbewustzijn
terug. Nieuwe studies naar het werk van Peutz
kunnen ons wellicht duidelijk maken waarom
de ene generatie roekeloos wil slopen en de
volgende generatie wil behouden wat culturele
belevingswaarde bezit. Heerlen zoekt onder
meer via architectuur naar een nieuwe identi
teit. Aandacht voor de (vele) minder bekende
werken van Frits Peutz moet de komende gene
ratie bewust maken van de kwaliteit van de
bestaande gebouwde omgeving. Ook de bouw
werken van bijvoorbeeld Boosten, Wielders,
Holt, Sigmond en Bisscheroux vragen om
herwaardering.
Laten we er toe bijdragen dat we morgen geen
spijt hebben van wat we vandaag hebben afge
broken.
Ton van Mastrigt is stadsbouwmeester van Heerlen