Na jaren wachten restauratie badhotel Domburg
Domburg, de parel van het eiland Walcheren, was in de
19e eeuw een badplaats van standing waar de happy few kwam
voor rust en natuur.Voordat Domburg zich ontwikkelde tot
badplaats was het gebied reeds het toevluchtsoord voor de
aristocratie van Walcheren die in de zomermaanden resideerde
op de buitenplaatsen. Een geliefde vorm van recreatie was het
'spelerijden' per postkoets of huifkar en het bezoeken van de
talrijke uitspanningen.
Eric Goossen
oktober 2005
Heemschut
31
Pagina 30 onder: Het Badhotel Domborg rond
1900. Foto Zeeuws Archief.
Boven: Een van de verweerde ornamenten bij
het Badhotel. Foto uit Zeeland Toen en Nu.
Reeds in 1837 verrees het eerste Badpaviljoen
op het duin van Domburg, het trefpunt van de
badgasten die 'zeebaden' namen met behulp
van badkoetsen. Na een moeizame financiële
start kwam vaart in het baden en in 1889 werd
het eerste paviljoen vervangen door het huidige
gebouw, ontworpen door architect J.J.van
Nieukerken. Dit paviljoen, met de prachtige
gevels, veranda en torentje staat nog hoog op
het duin, al is het 'ontsierd' door aanbouwsels,
met name aan de zeezijde.
Toen na 1906 de verbinding met Walcheren
sterk verbeterd werd door de aanleg van spoor
lijn en tram en de geïsoleerde ligging van
Domburg verdween, werd de behoefte aan nog
meer en betere accommodatie gevoeld. In 1886
werd op het landgoed Loverendale het eerste
Badhotel opgetrokken en later uitgebreid met
verdiepingen en zijvleugels. Ook dit gebouw
werd een door de aristocratie vaak bezocht
vakantieoord met balzaal. De crisisjaren en de
Tweede Wereldoorlog luidden het begin van
het einde in. Pas in 1978 sloot het sterk verou
derde hotel de deuren definitief en in 1992
maakte na een brand de bulldozer een einde aan
het badhotel. Thans staat het nieuwe badhotel
op dezelfde plaats en is badhotel Domburg nog
de enige representant van wat de eerste vormen
van chique recreatie waren.
Bijzondere woningen met historisch karakter
zijn er nog genoeg in Domburg, zoals Villa
Carmen Sylva, Zomerhuis Strandholm en Villa
Duinenburg en ook de moderne recreatie heeft
haar plaats gevonden in Domburg.
De zorg voor behoud en nieuwe ontwikkeling
van het toch vervallen badpaviljoen is een zaak
van lange adem geworden. De plaats van het
gebouw - op het duin en daarmee uniek in
Nederland - en de bouwkundige toestand
maakten een nieuwe invulling moeilijk, terwijl
de wens om het gebouw voor Domburg te
behouden voorop stond.
De toenmalige gemeente Domburg wilde in
1995 (10 jaar geleden!) haar medewerking wel
geven aan de nieuwe eigenaar, projectontwik
kelaar Van Garderen en Dekker, voor restaura
tie en tevens uitbreiding met vijftien apparte
menten boven op het duin. De weerstand tegen
de massaliteit van de plannen was groot en had
tot gevolg, dat na de herindeling van 1997 de
nieuwe gemeente Veere het plan opnieuw ter
tafel bracht. Uiteindelijk werd het plan gewij
zigd en keerde men terug tot de vroegere hotel
functie met een uitbreiding met 50 kamers.
Ook dit is niet doorgegaan, een plan uit 2000
voor de restauratie en uitbreiding met 25 hotel
appartementen al evenmin. Gelukkig werd wel
een Rijksbijdrage kanjersubsidie) verkregen
voor restauratie van het gebouw, dat nu dan
ook in de steigers staat.
Het nieuwste plan voorziet in een oplossing:
restauratie en de bouw van 13 appartementen,
gedeeltelijk in het bestaande volume van het
gebouw. Overeenstemming met alle relevante
partijen, waaronder Heemschut Zeeland,
omwonenden, de gemeente Veere en het
Waterschap bieden perspectief in deze lange
geschiedenis van behoud van vroeg 19e eeuwse
panden.
Heemschut hoopt en wenst dat deze laatste
plannen onverkort doorgang kunnen vinden en
dat het bezwaar, dat op de laatst mogelijke dag
alsnog werd ingediend, vooralsnog voor de
uitvoering van het geheel geen vertragende
factor zal zijn.
Eric Goossenpr Heemschut Zeeland.
Parel van Walcheren wordt
opgepoetst