Achter een aantal gevels zitten middeleeuwse casco's verscholen 29 oktober 2005 Heemschut zoek. Alle eigenaars van historische panden in de binnenstad van voor 1850 krijgen het verzoek of de bouwhistorici van de gemeente het pand aan alle kanten, ook van binnen, mogen bekijken. Uit dit onderzoek blijkt nn al duidelijk dat de bebouwing van Groningen veel ouder is dan men vroeger dacht. Ook blijkt dat een aantal panden in de binnenstad monumen tale kwaliteiten bezit, die tevoren onopgemerkt zijn gebleven. Voor deze waardevolle panden van voor 1850, vaak beeldbepalend, bestaat geen bescherming. Hoe kunnen we dit probleem oplossen? In sommige gemeenten bestaat wel een vorm van bescherming voor beeldbepalende panden: daar worden ze in de welstandsverordening genoemd als te beschermen panden. Ook kan het bestemmingsplan een beschermende functie hebben in het gebied van een beschermd stadsgezicht, doordat het nauwkeu rig de contouren van het grondvlak en de hoogte van de bestaande bebouwing als norm stelt. Daardoor kan een bestaand pand alleen vervangen worden door een even groot ander pand. Financieel wordt het dan minder interes sant een pand dat in goede staat verkeert te slopen en te vervangen door nieuwbouw. Zo kun je echt bescherming bieden aan een stads gezicht. Gemeentelijk monument Als uit het bouwhistorisch onderzoek in Groningen blijkt dat een pand monumentale waarden heeft, zou het eigenlijk een monumen tale status moeten krijgen. Voorlopig kan dit alleen de status van gemeentelijk monument zijn, want aanvragen voor de status van rijks monument zijn tot 1 januari 2006 onmogelijk. Groningen telt betrekkelijk weinig gemeente lijke monumenten als je deze stad vergelijkt met andere belangrijke historische steden. Maastricht bijvoorbeeld had op 1 januari 2004 een aantal van 1955 gemeentelijke monumen ten, Groningen 139. Het zou een goed idee zijn, om de meest waardevolle beeldbepalende panden van voor 1850 die nog onbeschermd zijn, de status van gemeentelijk monument te geven. Voor de overige panden in het gebied van een beschermd stadsgezicht zal een andere vorm van bescherming gezocht moeten worden, zodat de Groningse stadsgezichten niet alleen in naam, maar ook in de praktijk beschermd zijn. De gemeente Groningen onderkent het probleem en zoekt naar een oplossing. Het is echter waarschijnlijk dat een streven naar een meer beschermend beleid zal botsen met het beleid van 'de intense stad', het streven naar steeds hoger bouwen, ook in de binnenstad en andere beschermde gebieden. Economische belangen staan recht tegenover de belangen van de beschermde stadsgezichten. Recente voorbeelden zijn de plannen voor het gebouw achter de nieuwe oostwand van de Grote Markt en voor de nieuwbouw in de Lutkenieuwstraat. In dit kleine straatje achter de Hoge der A, waar nog huisjes staan van één verdieping met een kap, stond een groot zalencomplex 'Het Tehuis', dat nu gesloopt is. De sloop werd niet betreurd. Nu dat lelijke zalencomplex verdwe nen is, zou je verwachten dat daar gebouwd zal worden in overeenstemming met de kleinscha lige omgeving. Integendeel! Er komt een wooncomplex dat, met vier torens van vijf verdiepingen, veel hoger zal zijn dan de hoogste panden in de directe omgeving en ook hoger dan het vroegere zalencentrum. Door zijn massaliteit zal het de overige bebouwing optisch doen inkrimpen. Achter de oostwand van de Grote Markt moet het gebouw komen dat nu reeds het Groninger Forum wordt genoemd, een centrum voor informatie en geschiedenis. Hier moeten én een openbare bibliotheek én het Groninger Historisch Museum én het Noordelijk Scheepvaartmuseum én een aantal zalen voor andere activiteiten komen, zoals een filmzaal, zalen voor lezingen en debatten en een ruimte voor horecavoorzieningen. Van dit gebouw is nu al bekend dat een deel ervan hoger dan 45 m zal worden en een flink stuk boven de nieuwe oostzijde van de Grote Markt zal uitsteken. Wat voor invloed zal zo'n groot gebouw hebben op de ruimte achter de oostwand, waar een aantrekkelijk nieuw plein moet komen? Oude Ebbingestraat 78, 80. Beeldbepalend dubbel pand met steile kap. Nummer 78 is ontstaan in de tweede helft van de 16e eeuw. Natuurlijk moet naast bescherming van het stadsgezicht ook vernieuwing mogelijk blijven, maar wel vernieuwing die rekening houdt met de bestaande situatie, met de schaal van de omgeving. Vernieuwing hoeft geen verslechte ring te betekenen, het kan ook een verbetering zijn. Ook daar zijn voorbeelden van te vinden in Groningen. Een bekend voorbeeld is het gebouw van de Openbare Bibliotheek van Grassi in de Oude Boteringestraat, dat door velen gewaardeerd wordt omdat het een van de mooiste straten van Groningen nog mooier maakt. Maar vaak betekent vernieuwing van de historische bebouwing kwaliteitsverlies. Dit probleem speelt, zoals gezegd, niet alleen in de stad Groningen, het is ook een landelijk probleem en vereist een landelijke aanpak. Hoe voorkomen we dat historische panden in beschermde stads- en dorpsgezichten gesloopt worden en beschermde landschappen met cultuurhistorische kwaliteit worden aangetast? Tineke Vooijs is PR-medewerker van Heemschut Groningen <4

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2005 | | pagina 31