Gemeente grijpt kans bij verhuizen Koninklijke Schelde Groep Vlissingen teruggeven aan de Vlissingers. Onder dit motto is het Vlissingse gemeentebestuur aan de slag gegaan om van het vrijgekomen KSG-terrein een geïntegreerd deel van de stad te maken. Een niet geringe opdracht, vergelijkbaar met die van de Ceramique in Maastricht. Als extra complicatie is er het aanwezige industrieel archeologisch erfgoed. Dat vormt een monumentaal ensemble, dat in zijn soort in Nederland niet meer voorkomt. Voor instandhouding en hergebruik vinden we in Liverpool een interessant voorbeeld. Hans Bollebakker oktober 2005 Heemschut 15 Vlissingen, zo betoogt Rutger Smook, ontleent aan de Koninklijke Maatschappij De Schelde een deel van zijn identiteit.1 De stad vergroeide met De Schelde die in haar 130-jarig bestaan de ontwikkeling doormaakte van zeil, via stoom naar motor voortbeweging; van het kraaiennest in de mast naar het voor radar onzichtbare fregat, en verhuist nu naar de Scheldepoort. Voor het vrijkomend gebied, groot ca 31 ha, heeft het gemeentebestuur een zorgvuldige interactieve planprocedure opgesteld. Daarbij wordt gebruik gemaakt van kennis en ideeën van de Vlissingers, maatschappelijke organisa ties, andere betrokkenen en deskundigen. Vlissingen is met de recente renovatie van het stadhuis door Wytze Patijn de weg naar duur zame, hoogwaardige kwaliteit ingeslagen.2 Voor Frans Marks en Gijs Wolfs van het Bureau VHP, dat het masterplan voor het Scheldekwartier maakt is dit een extra uitda ging.!3 Mevrouw Leny Poppe-de Looff, wethouder voor cultuur, ruimtelijke ordening en milieu is verantwoordelijk voor het project. Zij vindt het belangrijk dat het gebied in samenspraak met de bevolking wordt ontwik keld, omdat het Scheldeterrein de ziel van de Vlissingers raakt, en refereert aan voorbeelden Tegeltableau in trappenhuis hoofdkantoor. Foto Marco de Nood Helling met links de scheepsloods, op de achtergrond de machinefabriek. Foto Marco de Nood Interieur machinefabriek. Foto Marco de Nood als de Docklands in London en het Guggenhem in Bilbao. Met dit ambitieuze project wordt een kwaliteitsimpuls voor de binnenstad beoogd die ook samenhang genereert Supervisor is Ashok Bhalotra, voorzitter van de commissie stede- bouw. Scheldegroep Toen in 1875 de Koninklijke Maatschappij de Schelde met steun van koning Willem III werd opgericht, betrok zij direct de in 1868 opgehe ven marinewerf aan de in 1609 aangelegde Dokhaven. Strategisch riant binnen de vesting gelegen, direct aan zee en uitstekend beschermd was dit sinds 1580 de plaats van de admiraliteit en de rijkswerf. De Schelde nam de marinetraditie over, voegde de civiele sector toe en werd een toonaangevende scheepsbou wer: de naam stond voor stijl en kwaliteit, getuige mailboten als het ms Willem Ruys (1947) en de minder bekende maar fraaiere ms. Dempo. De bouw voor de marine was zijn tijd ver vooruit. Al in 1898 werd het pantserdek- schip Hr.Ms. Zeeland van een triple expansie machine (een zeer geavanceerde, zuinige stoommachine) en een zodanig dik dek voor zien dat granaten daar niet doorheen konden. In de periode 1875 tot 2 000 werden 390 schepen gebouwd.4 De werf breidde zich gestaag uit, hetgeen ten koste van een uitge strekt stedelijk gebied is gegaan. Zo zijn alle woonhuizen rond de Dokhaven gesloopt met als laatste het Van Dishoeckhuis (zie artikel elders in dit nummer). De expansiegrens binnen de stad was al lang bereikt en begin jaren zestig werd omgezien naar een vestigings plaats aan het Sloegebied. In 1964 komt de reparatiewerf daar gereed en krijgt de naam 'Scheldepoort'.5 Inmiddels is het zover en verhuist de Marine afdeling van KSG ook daarheen. Dat betekent dat een enorm terrein vrijkomt en aan Vlissingen wordt teruggegeven. Met een uitdaging die dat van de Ceramique in Maastricht evenaart, maar door de industrieel archeologische waarde een moeilijkheidsgraad toevoegt. Het industrieel ensemble Wat treffen we aan op het Schelde terrein? Allereerst twee geregistreerde rijksmonumen ten: het hoofdkantoor uit 19146 en de timmer fabriek uit 1915, oorspronkelijk met toren, die bij restauratie terug kan komen aangezien precies bekend is wat er stond.7 Verder de in drie tranches gebouwde machine fabriek, respectievelijk 1913, 1916 en 1919. Dit is bekwame architectuur; in het bijzonder de ijzeren en geheel uit klinkwerk bestaande kapconstructies met optimale lichtinval, is monumentwaardig. De zware plaatwerkerij en de scheepsloods horen thuis in het hoofdstuk industriële archeologie en vormen als zodanig een ensemble met de beide scheepshellingen in de Dokhaven en de beide rijksmonumenten. Door hun constructie, afmetingen, en verhou dingen lenen deze gebouwen zich voor multi functioneel gebruik, wat een badplaats uittilt boven het gemiddelde. Denk maar eens aan een overdekte marktplaats, zoals die te zien zijn in zuidelijker landen. Hier vinden kleine bedrijfjes en neringdoenden onderdak. Megagebeurtenissen als concerten en theaterfestivals als Oeral kunnen op het complex een plek krijgen, evenals muziek theater op verschillende niveaus zonder lijst toneel, zoals Hollands Diep en locatietheater als de Dogtroep. Voor de zware plaatwerkerij wordt al een theaterfunctie genoemd. Disco en casino: de ambiance van de gebouwen is voor treffelijk. Daarbij helpt de aanwezigheid van achtergebleven materieel van de werf, zoals kranen en machines. Zolang het niet wordt aangetast heeft dit ensemble de potentie om Vlissingen tot grote bloei als toeristenplaats te brengen. Echter, valt een van de delen weg, dan vermindert dat de belevingswaarde en dus de ambiance van de overige onderdelen. Van Dishoeck Het plan van bureau VHP voorziet in aanslui ting op en doortrekken van het bestaande stra- (veiuolgzie pag. 40) Vlissingen terug naar Vlissingers

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2005 | | pagina 17