12
Heemschut
verwijderd. Vooralsnog is gebleken dat dit
beperkt blijft tot een aantal plafonds van de
begane grond, die in hun geheel met stro
onderlaag en tengel zijn overgebracht naar het
Huis Huguetan onder toezicht van architect ir.
P.K.A. Pennink.12 Het persbericht meldt
voorts, dat een aantal waardevolle onderdelen
van het exterieur zullen worden overgebracht
naar het stedelijk museum in Vlissingen.
Dat stedelijk museum is inmiddels van het
Bellamyplein overgegaan naar het Lampsins-
huis. Daar zijn slechts twee beelden aanwezig,
een deurknop, een rozet, en een sleutelstuk.
Waar zijn bijvoorbeeld de schoorsteenmantels
en schouwen, het marmer van de vloeren;
welke bouwornamenten bevinden zich nog in
de kelders van het Bellamyplein?
De papieren tijger
1) Het lijkt er op dat strijdig is gehandeld met
het Koninklijk Besluit uit 1818, dan wel de
intentie daarvan. Aan het raadsbesluit tot
verkoop blijkt niet dat voldoende voorberei
dend onderzoek is verricht: alternatieven
ontbreken en evenmin wordt gewag gemaakt
van het voornoemd KB dan wel of - en zo ja
waarom - dit gedeeltelijk of geheel niet meer
van kracht zou zijn.
2) Door de weigering in 1969 van de minister
om een sloopvergunning af te geven, was de
koopovereenkomst, krachtens de daarin opge
nomen clausule, ontbonden. Het is dan vreemd
dat in de stukken met geen woord daarover
meer gerept wordt.
3) Het ambtsbericht over de constructieve
toestand en de staat van onderhoud is ronduit
vernietigend. Bovendien blijkt dat bij inspectie
in 1978 de beeldengroep (wapenschild, ter
weerszijden gesteund door beelden H.B.die
op het middenstuk van het fronton stond reeds
was verwijderd, evenals de houten kroonlijsten
Voorgevel tijdens de sloop/ in 1986
Foto Dert, Vlissingen
van de gebogen segmentstukken.13 Deze
verwijdering valt onder de voorwaardelijke
bepalingen die zijn gesteld in de sloopbeschik-
kinguit 1975 en wel afbraak, 'zodat reconstruc
tie elders mogelijk blijft' hetgeen betekent dat
deze onderdelen nog bewaard moeten zijn
gebleven; op welke wijze en door wie is hier
toezicht op gehouden?
4) De erbarmelijke staat waarin het pand is
komen te verkeren na ruim twintig jaar leegstand
- hetgeen laakbaar is - was voor de minister in
toenemende mate reden af te zien van subsidië
ring, terwijl door de gemeente om slechts 5
verhoging van de reguliere subsidieregeling werd
gevraagd. Dat is onbegrijpelijk. Iimmers de
slechte toestand is juist reden om wel subsidie te
verschaffen, daarvoor is dat instrument bedoeld,
en 5 meer is een relatief gering bedrag. Het is
een onvoorstelbaar tekort aan verantwoordelijk
heidsgevoel voor het ons toevertrouwde cultureel
erfgoed, indien wij zelf de schaarse resten naar de
schroothoop verwijzen.
5) Resteert de vraag: waar zijn de waardevolle
onderdelen gebleven waarover de gemeente het
in zijn voornoemde persbericht heeft; wat is er bij
voorbeeld geworden van het hardstenen gevel
werk, het riante beeldhouwwerk van het midden-
risaliet met bordestrapen zowel aan voor als
achtergevel, de bekroning met wapenschilden en
de beelden die dat ter weerszijden steunen? Waar
is het originele door Jan Pieter ontworpen en in
diens opdracht uitgevoerde smeedijzeren
hekwerk van het balkon tussen de beide beelden
op de eerste etage gebleven, alsmede het ijzer
werkvan de balustrade op het dak?
Conclusie
- Wat aan beide sloopbeschikkingen ontbreekt
is de voorwaarde, dat sloop onder architectuur
en op basis van een door de RdMz vooraf goed
gekeurd sloop- en bewaarplan, onder controle
van de RdMz dient plaats te vinden.
- Het is valt te overwegen om een rijksbewaar
plaats voor bouwornamenten in te stellen en
rijkstoezicht op sloop te verplichten.
- Het discours over herbouw is opgelaaid nu
het Schelde-terrein weer eigendom van de
gemeente is. Het is de vraag of reconstructie
een optie is. Meer reëel lijkt slechts terugplaat
sing van het volume.
Wie durft nog te beweren dat Heemschut in de
toekomst overbodig zou zijn?
Drs. J.J. Bollebakker is lid van de kring van
monumentenadviseurs. Hij schreef dit artikel op
persoonlijke titel.
Noten
oktober 2005
1. Breedveldt Boer, I.M.; Tekenen en vasseren. Het
bedrijf van Jan Peter van Baurseheit (1699-1768) en
de architectuur in het tweede kwart van de achttiende
eeuw. Utrecht 2003. (academisch proefschrift RUU
2003).pp 79, 126-140. [Geheel op internet versche
nen. Zoek op Breedveldt Boer, I.M. en klik op titel.]
2Baudouin, FArchitect Jan Peter van Baurseheit de
jonge 1699-1768. Lier 1995. op.cit. p. 64
3Brinkgreve, G; De ontwerp monumentenlijsten. In
Heemschut jrg40/nr.5 september 1963.pp 113-116.
4. Koot, THet Stadhuis van Vlissingen. Wat gaat er
mee gebeuren? In: Heemschut jrg.40/nr.6,nov./dec.
1963, pp 120-125.
5. Berg, H.M. van den; Het raadhuis van Vlissingen in
de stedebouwkundige ontwikkelin;g van de stad. In:
Bulletin K.N.O.B. 1956, pp 157 172.op-cit.
6. Temminck Groll, C.L.; Saneringsplan voor
Vlissingen. In: Heemschut jrg.3 7/nr.5, okt. 1960,
pp 99-104. op.cit p. 101/A.
7. Geciteerd uit Koot 1963, pl20/B, bron: ARA
Bijlagen Koninklijk besluit d.d. 11 juli 1818.
8. Schrijven d.d. d.d. 10 juli 1981 nr9464/afd 3,
bijlage 2, van B&W Vlissingen aan de staatssecretaris
van CRM door tussenkomst van de RdMz.
9. Beschikking d.d. 29 juli 1975, kenmerkMMA/MO
nr 181.443.
10. Beschikking d.d. 11 januari 1982 kenmerk
MMA/MO 218.3191
11. Als noot 8.
12. Bron: telefonisch onderhoud met ir. Pennink
d.d. 28 augustus 2005.
13Ambtsbericht vn de Monumentenraad d.d. 30
januari 1984, pp 26-28.
14. Meischke, R.; Zantkuijl, H.J.; Rosenberg
P.T.E.E.: Huizen in Nederland. Deel Zeeland en Zuid-
Holland.
Zwolle/Amsterdam 1997. pp 122, 123.
15. Ibid.
16. Ibid.
17. Bollebakker,J.J Het van de Perrehuis in
Middelburg gerestaureerd. In: Heemschut jrg. 77/nr. 2,
april 2000, pp 8-16.
18KuyperW.Het monumentale hart van Holland.
Leiden 2002, pp 148, 149.