Willem Jan Pantus De betekenis van de broers Oscar Leeuw (1866-1944) en Henri Leeuw jr. (1861 -1918) voor het aanzien van Nijmegen en omgeving rond 1900 kan nauwelijks overschat worden. Er was in de binnenstad van toen dan ook bijna geen straat waar niet een gebouw te zien was, ontworpen door architect Oscar en gedecoreerd door beeldend kunstenaar Henri. Hun opdrachtgevers behoorden meestal tot welgestelde kringen als fabrikanten, bankiers en ondernemers. augustus 2005 Heemschut 33 Het voor de puissant rijke excentriekeling en rentenier Jan Jacob Luden 'van Heumen' ontworpen jachtslot op de heuvels bij Mook vormt zonder twijfel het hoogtepunt van Oscar Leeuws villabouw in Jugendstil. Door zijn zuivere stijlkarakter, onder meer veroorzaakt doordat de zwierige lijnvoering in deze pleis- terbouw niet belemmerd wordt door de eisen die zuivere baksteenarchitectuur zou stellen, mag het ook een van de fraaiste - en zeldzame - voorbeelden van Jugendstil in Nederland genoemd worden. De bijna organisch uit de heuvelrug voortkomende architectuur met haar voornamelijk aan het planten- en dierenrijk ontleende decoraties is van een schilderachtig asymmetrische compositie en culmineert in een uitzichttoren met koperen dak die uit de verte nog het meest doet denken aan een enorme asperge. Architectuur en decoratie vormen hier een absolute eenheid, bijgevolg moet de naam van Henri Leeuw jr als medeontwerper zeker ook vermeld worden. Hij was verantwoordelijk voor de - nu witgekalkte - veelkleurige decora ties van geglazuurde tegels in de gevels, maar ook voor de wand- en plafondschilderingen met bloemmotieven en tekens van de dieren riem, en de glas-in-loodramen - waaronder het grootse gebrandschilderde raam in het trap penhuis met de uitbeelding van de legende van Sint Hubertus, dat door Jan Schouten uit Delft werd uitgevoerd. Tot het Gesamtkunstwerk behoren ook de als reusachtige roofvogels uitgewerkte schoren onder de galerij in de hal en de met abstracte motieven versierde lambri seringen waarin kasten en zitgelegenheden verwerkt zijn. Een opdracht als die voor villa De Mooker heide, die werd uitgevoerd tussen 1902 en 1905, is de droom van iedere architect. Omdat er een vrijwel onuitputtelijk budget beschik baar was, konden Oscar en Henri Leeuw hier al hun ideeën op het gebied van moderne villa- bouw verwezenlijken. 'De Mookerheide' werd dus voorzien van de allermodernste snufjes van die tijd, zoals elektriciteit (met 87 gloeilampen), centrale verwarming, koud en warm stromend water en een luxe badkamer. Ook op materialen hoefde men niet te besparen, vandaar dat de zware, met geornamenteerd koper beslagen voordeur toegang geeft tot een vestibule waarvan de wanden bekleed zijn met kostbaar Skyros- en Cipolinmarmer. Het hart van de villa wordt gevormd door de hal met monumentale blankhouten trappartij die naar een U-vormige galerij leidt. Het als sterrenhemel opgevatte plafond is gedecoreerd met de astrologische symbolen van de dieren riem en ornamentaal verwerkte gloeilampen in messing armaturen. Maar de meest in het oog springende ruimte is wel de kostbaar uitge voerde badkamer. Boven een zwaar geaderde marmeren lambrisering spant zich een tonge welf uit van hemelsblauw met gouden sterren. Liggend in het marmeren bad waant men zich, kijkend naar de glas-in-loodramen met motie ven van waterplanten en zwanen op een meer, in een artificiële natuur. Lang heeft de wispelturige Luden niet van zijn paleis genoten, hij woonde al vanaf 1904 regel matig in Parijs en verkocht het goed uiteinde lijk in 1910. Het Jachtslot maakt deel uit van de excursie van Gelderland, zie pagina 37. Villa De Mookerheide kort voor de oplevering in 1905. Foto uit een album in de nalatenschap van Oscar Leeuw. Jachtslot op de Mookerheide h

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2005 | | pagina 35