Veld- en wegkapellen in Limburg
Vera Hamers en Ad Bokhorst
Limburg, met name het zuidelijke deel, is bijzonder. Niet alleen
door het fraaie heuvelachtige en dus on-Nederlandse landschap,
maar zeker ook door de aankleding ervan. Met monumentale
(vakwerk)boerderijen, het gebruik van mergelsteen, de vele
kerken en kastelen. En, niet te vergeten, de vele wegkruisen,
veldkapellen, vrijstaande heiligenbeelden, Lourdesgrotten en
andere uitingen van volksdevotie. Veel kapellen staan er prima
onderhouden bij; zelfs worden nieuwe kapellen gebouwd. Is dat
een vorm van nostalgie of het zoeken naar en vasthouden van
eigenheid? Ook in Limburg is de secularisatie de laatste veertig
jaar opgerukt.
augustus 2005
Heemschut
15
Kapel op een splitsing van wegen
nabij Slenaken.
Verschuivende waardering
Veel van de vrome monumentjes liggen schijn
baar willekeurig in het landschap. Ze markeren
veelal kruisingen van twee of meer wegen of ze
worden omringd door akkers en weilanden.
Deze kleine monumenten zijn méér dan alleen
maar een markering in het landschap. Zij
verwijzen ook naar het christelijke en vrome
leven van de Limburgse bevolking en haar
voorouders. Achter ieder object schuilen wel
verhalen. Soms zijn deze heel eenvoudig en
amper bekend, doch vaak zijn zij bijzonder en
een enkele keer zelfs van wonderbaarlijke anek
dotes voorzien. Veel verhalen zijn nauwelijks
schriftelijk vastgelegd en bleven slechts bestaan
via mondelinge overlevering. Met het 'grijzer'-
worden van de bevolking dreigen veel van deze
verhalen verloren te gaan. Dit was aanleiding
voor een uitvoerige studie naar de geschiedenis
en verschijningsvormen van deze kleine parels
in het Limburgse landschap.
Het omvangrijke boek dat als resultaat van dat
onderzoek onlangs is verschenen wordt later in
dit blad uitvoeriger beschreven. Dit boekwijst
op de herleefde belangstelling voor deze monu
mentjes, niet alleen bij kerkelijk georiënteerde
mensen. Meer en meer hebben de kapelletjes
behalve religieuze daarnaast folkloristische en
cultuurhistorische waarde gekregen. Dit heeft
ongetwijfeld te maken met de vaak idyllische
ligging en de toenemende interesse voor plaat
selijke geschiedenis
Eeuwenoude traditie
Het oprichten van monumentjes in het land
schap is een eeuwenoude traditie, die terug
voert tot in de klassieke oudheid. Een kruising
van wegen is door de eeuwen heen een plek van
bijzondere verering geweest om gedenktekens
op te richten. Romeinen plaatsten bijvoorbeeld
Jupiter- of gigantenzuilen bij een kruising of
driesprong om op deze manier goddelijke hulp
in te roepen bij het kiezen van de juiste weg.
Christenen richtten bij splitsingen van wegen
gedenktekens op in de vorm van een dodenlan-
taarn, waarbij in de open nis een heiligenbeeld
ter verering kwam te staan. Deze vormen
kunnen gezien worden als de voorgangers van
de weg- of veldkapel. Het verband tussen de
dodenverering en de christelijke heiligenvere
ring is dan ook zeer groot. Heiligengraven en
bewaarplaatsen van relieken groeiden vaak uit
tot bedevaartplaatsen met een eigen bidruimte,
die bij de bewaarplaats van de mantel (cappa)
van Martinus van Tours ook wel 'capella' werd
genoemd.
Daarnaast was het sinds de vroegchristelijke
tijd gebruikelijk om langs wegen en op kruisin
gen een kruis te plaatsen, al dan niet met een
beeltenis van Christus. Soms werd ook een
nisje gebouwd waarin een kruisbeeld werd
geplaatst. In de loop der tijd werd de nis uitge
breid en werden er ook andere christelijke
voorstellingen in gezet. Om de beeltenissen
beter te kunnen beschermen tegen weer en
wind kreeg de nis een achterwand en een
afdakje. Geleidelijk aan werden de wegnissen
steeds groter, waardoor deze bouwwerkjes
uiteindelijk uitgroeiden tot de huidige vorm
van de veld- en wegkapellen.
besef
Vroomheid en cultureel