Radio Kootwijk
1
II
april 2005
Heemschut
33
gem. Apeldoorn
:üv.
Foto Rob Lu reman.
Egyptische bouwkunst. Op die manier kon hij
gevoelsmatig het geheimzinnige van de nieuwe
radiotechniek het beste tot uitdrukking
brengen. Het hoofdgebouw bevat sculpturen
van de hand van de beeldhouwer H.A. van den
Einde, een van Luthmann's docenten. Van
diens hand is ook het reliëf boven de ingang:
een masker met open mond dat geflankeerd
wordt door twee luisterende vrouwenfiguren
met de handpalm achter het oor: het gezicht
van de één oogt Europees, de ander heeft
duidelijk wortels in de Oost. De achtergrond
bestaat uit in reliëf opgebrachte radiogolven die
de verbinding symboliseren tussen Nederland
en de overzeese kolonie. Daaronder, aan weers
zijden van de beide vrouwenfiguren, in geschei
den woorden, de tekst "radio station" (in kapi
tale letters). De in rijkversierd koperwerk
gevatte glazen toegangsdeuren (in de stijl van
de Amsterdamse School) geven de ingangs
partij extra cachet. De bouw duurde vijfjaar,
van 1918 tot 192 3Voor het grondwerk en de
wegenaanleg werden 150 werklozen ingezet.
Dat scheelde 300.000 gulden bij de uitvoering.
De technische inrichting kwam op het conto
van het Duitse bedrijf Telefunken. Luthmann
ontwierp ook de nabijgelegen in gewapend
beton uitgevoerde watertoren en de perso-
neelswoningen, waaronder een tehuis voor
ongehuwde ambtenaren. Het was het begin van
de nederzetting die nu het dorp Radio
Kootwijk is.
Eerste radiocontact met Ons Indië
De cultuurhistorische waarde van het complex
is minstens zo groot als de architectonische.
Het zendstation zorgde voor het eerste inter
nationale radiocontact tussen de handelsnatie
Nederland en wat in de volksmond toen nog
'Ons Indië' heette. De afgelegen locatie was
geen toeval. Het Kootwijkerzand was onbe
woond en storingsvrij. De uitzendingen gingen
de lucht in via zes masten die 80.000 kilo zwaar
waren en 210 meter hoog. Ze werden in een
denkbeeldige zeshoek om het hoofdgebouw
gegroepeerd.Tussen de masten hingen de
koperen kabels die de antenne vormden. Wat
via het concept van de draadloze telegrafie de
ether in werd geslingerd, werd in het verre
Indië opgevangen op het, eveneens door
Telefunken ingerichte, zendstation Malabar
bij Bandoeng (op het eiland Java). In eerste
instantie ging het alleen om telegrammen, in
1928 maakte de uitvinding van de radiolamp
het mogelijk om radiotelefonie via de korte golf
te bedrijven. De seinfrequentie nam toe en
familieleden konden over een afstand van
12.000 kilometer rechtstreeks met elkaar praten.
Het waren vaak emotionele-, tot tranens toe
geroerde gesprekken. Koning-moeder Emma
opende op 7 januari 1929 de radiotelefoon
dienst met de historische woorden 'Hallo
Bandoeng'. Die openingszin zou zich ontelbare
keren herhalen. "Hallo Bandoeng' werd ook de
titel van een al snel razend populaire smartlap.
Behalve op het toenmalige Nederlands Indië
werden de uitzendingen op tal van andere,
overzeese landen gericht.
Radio Kootwijk beleefde zijn toptijd vlak voor
en direct na de Tweede Wereldoorlog. Maar
het einde was, door de ontwikkeling van nieuwe
technieken, in zicht. Met de ingebruikname, in
1957, van de transatlantische kabels kreeg het
zendstation er een geduchte concurrent bij.
Het werd nog erger met de komst, eind jaren
zestig van de vorige eeuw, van de eerste
communicatie-satellieten. De uitzendingen van
Scheveningen Radio, waarvoor de Kootwijkse
zenders ook actief waren, boden in de jaren
zeventig nog enig soelaas, maar ook daarin
kwam de klad. Niet alleen de satellieten, maar
ook de onderzeese glasvezelkabelverbindingen,
maakten Radio Kootwijk op het laatst tot een
anachronisme in de moderne tijd. De Maritieme
Radiodienst, die eveneens op de satelliet over
stapte, was de laatst overgebleven gebruiker.
Op 31 december 1998 draaide de technisch
beheerder de rode noodknop om en zweeg het
station, waarvan de zendmasten al veel eerder
waren opgeblazen, definitief.
Nieuwe functie
Nu de sloopplannen van de baan zijn en de
omgeving is terug gegeven aan de natuur,
wordt gezocht naar een nieuwe functie voor
het complex. Daarvoor is de Stuurgroep Radio
Kootwijk in het leven geroepen. De dorpsbe
woners hopen op een herbestemming op het
gebied van kunst en cultuur. Museum Kröller
Müller was in beeld met plannen voor een
dependance in het hoofdgebouw, maar die
ideeën lijken afgeblazen. Fel gekant is het dorp
tegen een nieuwe zenderfunctie. Tegen de
plannen van KPN en Delta Radio, voor een
10 megawatt sterke lange golfzender, is met
succes actie gevoerd. De bewoners willen geen
350 meter hoge masten, ze vrezen bovendien
dat een hernieuwde zenderfunctie hun gezond
heid in gevaar brengt. Ondermeer door de vrij
komende straling. Het afgelopen jaar is gebouw
A onder meer verhuurd voor exposities,
Detail. Foto Rob Lureman.
congressen, concerten en bedrijfsparties. De
Stichting tot Behoud en Restauratie van Radio
Kootwijk, onder leiding van oud-minister
Marcel van Dam, probeert fondsen te werven
voor een passende bestemming.
Rob Lureman is journalist, lid van de Provinciale
Commissie Gelderland van Heemschut en bestuurs
lid van de Stichting Industrieel Erfgoed
Gelderland-Flevoland.
Literatuur en bronnen
Monumenten in Nederland, deel Gelderland,
Stenvert, Kolman, Broekhoven en Olde Meierink
(najaar 1999, RDMZ/Waanders Uitgevers);
Architectuur en Stedebouwin Gelderland 1850-1940,
Walter Knoop (deel 14, 1995, RDMZ/Waanders
Uitgevers);
Sloopplan Radio Kootwijk, Paul Bolwerk (De
Gelderlander 24 nov. 2000);
Gezamenlijk persbericht d.d. 15 jan. 2004 van KPN,
DLG, ministeries LNV, VROM, OC&W, Staats
bosbeheer, prov. Gelderland en gem. Apeldoorn;
Speech Eelco Blok namens Raad van Bestuur KPN
(16 jan. 2004);
Aan het einde van de Radioweg, Max van Rooy
(NRC Handelsblad, 20 april 2001);
Goede kans op kunstkathedraal, Werner Bossmann
(De Gelderlander, 17 jan. 2004);
Het zendstation voor draadloze telegrafie bij
Kootwijk. Symboliek en functionaliteit, Jan
Vredenberg (1994, doctoraalscriptie kunstgeschiede
nis KUN);
Waardestelling Radio Kootwijk Gelders
Genootschap;
Veel info is te vinden op de website www.radiokoot-
wijk.com
s"ife.
§§|§f||' k
iisU
4