32
Heemschut
april 2005
Interieur van Radio Kootwijk. Foto Gea Schilte. Vloer met meanderpatroon. Foto Gea Schilte.
(LNV). De onderhoudskosten voor het buiten
gebruik gestelde complex beliepen ongeveer
een kwart miljoen euro per jaar, vooral de
stookkosten drukten zwaar op de begroting
van deze beursgenoteerde onderneming.
Bovendien lukte het KPN niet een nieuwe
bestemming voor het afgelegen geheel te
vinden. Blok zei het niet direct, maar leek
achteraf meer dan vrede te hebben met de door
de gemeente Apeldoorn geweigerde sloop
vergunning. De afbraakvoornemens, en de
daardoor ontketende storm van protest, zetten
immers ook de reddingsoperatie in gang. En
bevrijdden KPN van een blok aan het been. De
gebouwen gingen voor een symbolisch bedrag
van de hand, het omliggende 440 hectare grote
natuurgebied (dat inmiddels in handen is van
Staatsbosbeheer) bracht circa 8,5 miljoen in
het laatje. De aangekochte natuur is nu weer
onderdeel van een groot aaneengesloten heide
en stuifzandgebied van circa 1800 hectare. De
aankoop werd mogelijk door financiële steun
van de ministeries van LNV en VROM, de EU,
de provincie Gelderland en de gemeente
Apeldoorn. Het behoud van dit uniek stukje
architectuur stemde volgens Blok, inmiddels
ex-KPN-bestuurslid, achteraf tot grote tevre
denheid. Aan de stevigheid van het radiostation
hoefde volgens hem al helemaal niet te worden
getwijfeld: 'Het heeft in de Tweede
Wereldoorlog met glans pogingen tot vernieti
ging doorstaan.' Alleen al daarom zou sloop
voor de KPN een uiterst kostbare geschiedenis
zijn geworden.
Hollands Palladio
Rijkszendstation radio Kootwijk: kathedraal,
basiliek, parel van beton, Hollands Palladio.
De omschrijvingen die zijn toegedicht aan de
imposante verschijningsvorm liegen er niet om.
Ze zijn een ode aan Julius Maria Luthmann,
destijds architect bij de Rijksgebouwendienst.
De contouren van het hoofdgebouw (gebouw A)
tekenen zich scherp af tegen een vrijwel vlekke
loze horizon. De bezoeker ondergaat het en
moet zich gelukkig wanen dat er in dit decor
geen plaats is voor storende zaken. De kracht
van de superlatieven strekt zich ook uit tot de
paleisachtige entree: betonnen pijlers als
toegangswachters voor een waterpartij, de
vroegere koelvijver, in het front van de ingeto
gen pracht van de kathedraal.
De opdracht, van het toenmalige staatsbedrijf
der PTT, was een waterdichte machinehal te
bouwen, die vooral droog moest zijn, en een
zendtoren. Om redenen van brandveiligheid
werd gekozen voor het toen nog nauwelijks
toegepaste gewapend beton als bouwmateriaal.
Luthmann, die bij de bouw samenwerkte met
betondeskundige J. Emmen, ging af op het
advies van Duitse ingenieurs die waren betrok
ken bij de bouw van een zendstation in Nauen
bij Berlijn. De expressionistische architectuur
van het hoofdgebouw doet denken aan de
Nieuwe Zakelijkheid, maar heeft ook trekjes
van de nationalistische overheidsarchitectuur
uit de vroegere Sovjet Unie. Gevels en hek
werken van Gebouw A bevatten prachtige
decoraties, die deels neigen naar oosterse
mystiek. Ze zijn uitgevoerd in de stijl van de
Amsterdamse School, maar ook de Art Deco
spreekt een woordje mee. De grote hal, met
zijn imponerende tegelvloer, ademt daadwer
kelijk de ruimtewerking van een kathedraal. En
de stompe toren herinnert volgens de waarde
stelling van het Gelders Genootschap aan het
werk van de Fin Eliel Saarinen, van wie het in
1918 gebouwde stationsgebouw in Helsinki een
van zijn bekendste ontwerpen is.
Egyptische inspiratie
Luthmann heeft ooit zelf verklaard dat zijn
inspiratie vooral voortkwam uit de oude
Oi V-r
-■vtf&e»