april 2005
Heemschut
17
zal evenwel duidelijk zijn dat een herstel in oude
luister niet tot de mogelijkheden behoorde.
Wel kreeg de Assumburg een nieuwe bestem
ming. In 1933 kon het huis in gebruik worden
genomen als jeugdherberg. Omstreeks dat
tijdstip werd de 18de-eeuwse vijver achter
het slot.gedempt met 'doorgedraaide' bloem
bollen.
Herdoopt en verloot
Marquette heeft tegenwoordig een uiterlijk dat
veel minder archaïsch aandoet dan dat van de
Assumburg. Aan het middeleeuwse Huis te
Heemskerk herinnert eigenlijk alleen nog het
ronde torentje bij de hoofdingang en een
waterpartij in het binnenpark, waar ooit de
kern van de middeleeuwse burcht lag.
Als stichting is het zeker ouder dan de
Assumburg. Onzeker is evenwel of het van
oorsprong eigendom was van de familie der
Heren van Heemskerk dan wel omstreeks 1252
door Roomskoning Willem II gesticht is als
grensvesting tegen de Westfriezen. De laatste
uit het geslacht der Heemskerken die het bezat,
was Vrouwe Meyns (Clemeyns), die omstreeks
1475 overleed. Via haar vererfde het op de
familie De Ligne en kwam in bezit van Jean de
Ligne, Graaf van Aremberg die in 1568 als
aanhanger van Koning Philips II bij Heiligerlee
sneuvelde. Diens zoon Charles was eveneens
een partijganger van de Spaanse Koning en
besloot tijdens het Twaalfjarig Bestand zijn
bezittingen in de Noordelijke Nederlanden te
verkopen. Koper was een Henegouws edelman
Daniël de Hertaing, Heer van Marquette, die
zich zeer had onderscheiden bij de verdediging
van Oostende waarbij hij een arm en been
verloor. Op zijn verzoek gaven de Staten van
Holland toestemming het kasteel benoorden
Heemskerk de naam Marquette te geven, ter
herinnering van de heerlijkheid die hij in
Henegouwen had bezeten maar van de hand
gedaan. Onder zijn zoon Maximiliaan werd het
in 1665 bij executie verkocht. Daarna volgde
een periode waarin Marquette achtereenvol
gens eigendom was van een moeder en een
dochter uit het geslacht Van der Mijle.
Laatstgenoemde trachtte het kwijt te raken via
een loterij. De winnaar verkoos echter een
bedrag van 40 000 gulden voor het inmiddels
sterkin omvang geslonken goed. Uiteindelijk
werd het in 1717 verkocht aan de Amsterdamse
regent en brouwer mr. Joachim Rendorp. Zo
kwam het, zoals eerder met de Assumburg
Ingangshal Marquette, met 18de-eeuws
stucwerk, vervaardigd in opdracht van mr.
Pieter Rendorp, gedecoreerd met de initialen
van de bouwheer en diens echtgenote.
Achterzijde Marquette, met wellicht nog deels
middeleeuwse gevels aan de vroegere
binnenplaats.
gebeurd was, van adellijke in patricische
handen.
Onder de Rendorpen brak voor Marquette aan
wat wij een nieuwe glorietijd mogen noemen.
Tijdens het bewind van mr. Pieter Rendorp
werd het park opnieuw ingericht naar de laatste
mode en zo tot een fraai voorbeeld van midden-
18de- eeuwse formele tuinstijl. Waarschijnlijk
onder zijn zoon, weer een Joachim, kreeg het
huis de grootste omvang die het ooit gehad
heeft. Naar het ontwerp van zijn vader verrees
aan de binnenplaats een indrukwekkende klas-
sicistische faVade op u-vormig grondplan die
getuigt van de voorkeur voor 'eenvoudige
deftigheid' van vader en zoon.
Deze bloeitijd heeft overigens maar kort
geduurd. Nadat de Rendorpen onder de
Republiek een belangrijke rol hadden gespeeld,
ook in de landelijke politiek, gingen zij in de
Napoleontische tijd sterk in invloed en vermo
gen achteruit. Deze neergang is ook aan de
bouwgeschiedenis van het huis af te lezen. In
1800 verdween het eerder genoemde rondeel,
kern van de middeleeuwse burcht. Dit bouw
deel dat sterk aan de nog bestaande Leidse
burcht deed denken, was tot dan toe als roman
tisch element in het binnenpark gehandhaafd.
Later werd ook het rechtergedeelte van de
grootse u-vormige vleugel uit het midden van
de voorgaande eeuw gesloopt. Hoe benard de
situatie van de familie was, blijkt wel het beste
daaruit dat Jhr. Andries Adolph Deutz, Heer
van de Assumburg, in 1824 Marquette onders
hands kocht opdat zijn dochter, getrouwd met
de stamhouder der Rendorpen van Marquette,
er kon gaan wonen. Daardoor werd zij in feite
eigenaresse van het familiegoed van haar man.
Zo ontstond de relatie tussen Assumburg en
Marquette waarvan hierboven al zijdelings
sprake was. De parkaanleg zal in deze periode
zeker vereenvoudigd zijn, al bleven de hoofdas
sen van de 18de-eeuwse aanleg zichtbaar. Deze
vereenvoudiging heeft wel tot gevolg gehad dat
het hoofdgebouw met zijn onmiddellijke
omgeving als een soort eiland in een zee van
gras kwam te liggen.
Een nieuwe tijd
Voor Marquette is de periode van particuliere
bewoning inmiddels ook afgesloten. Dat
gebeurde in 1979, dus ruim honderd jaar nadat
zulks bij de Assumburg gebeurd was. Daarna
heeft geruime tijd de vrees geleefd dat vlakbij
het huis een hotel zou worden gebouwd. Dat
is echter niet gebeurd: hotelaccommodatie
verrees op de plaats van een voormalige boer
derij aan de rand van het park, op een acht
honderd meter van het kasteel. Het kasteel
zelf is thans in gebruik voor feestelijkheden,
congressen en trainingen en wordt met het
hotel samen geëxploiteerd onder de naam
'Chateau Marquette'.
Wie nu een bezoek brengt aan Marquette treft
Detail ingangshal Marquette.
een geheel aan dat met toewijding beheerd
wordt. De Provincie Noord-Holland, eigena
resse van het merendeel van de gronden,
heeft recent de oprijlaan nieuw laten inplanten.
Het kasteel zelf is met zorg gerestaureerd.
Indrukwekkend is de ingangshal met het stuc
werk waar men onder meer voorstellingen ziet
van de vier jaargetijden en de monogrammen
van het echtpaar Pieter Rendorp en Agatha
Maria Pancras. Een pronkstuk is de vroegere
balzaal daarachter. Hier vindt men de betim
mering van de uit de Assumburg overgebrachte
feestzaal, met verfijnd houtsnijwerk voorstel
lende symbolen van jacht, visserij, landbouw
en zeevaart (merkwaardigerwijze de 'grote
scheepvaart'zoals uit de gebruikte motieven
duidelijk blijkt: men zou veeleer de pleziervaart
verwacht hebben). Elders in het huis vindt men
curieuze en zeldzame behangsels, zoals een met
Japanse voorstellingen en een knipselbehang
met bloemmotieven.
Een bezoek aan de Assumburg laat een veel
minder positieve indruk achter. Het kasteel
wordt omringd door flatgebouwen en indus
trieterreinen. Het uitwendige lijkt met zorg
gerestaureerd. Binnen vindt men echter
nauwelijks meer iets dat herinnert aan de oude
glorie, met uitzondering van één kabinetje dat
ooit bij de verdwenen feestzaal hoorde en dat
nog een stucplafond bezit met in het midden
een lakwerkpaneel. Van verantwoord kleur
gebruik zoals bij de restauratie van Marquette
zo opvalt, lijkt bij dit interieur geen sprake te
zijn, eerder van het tegendeel. Enkele jaren
geleden is het plan ter hand genomen om in de
omgeving te komen tot iets als een reconstruc
tie van het park van mr. Jean Deutz. Een groot
deel van de grond in kwestie bleek echter
vervuild te zijn. En zo blijft de Assumburg een
voorwerp van zorg.