Enige nog gave gebouw Sybold van Ravesteyn
Hans Bolleb akker
Het enige nog gave gebouw van architect Van Ravesteyn is
Kunstmin in Dordrecht. Het overige werk van de architect is nog
tijdens diens leven vrijwel geheel gesloopt. Nu dreigt Kunstmin,
zijn enige schouwburg, te worden aangetast: de theaterfunctie
staat op de tocht.
februari 2005
Heemschut
37
'Herontwikkeling van markante gebouwenOnder
deze naam organiseerde Bureau Monumenten
zorg en Archeologie van de gemeente
Dordrecht een interessant en hoogst actueel
symposium. Met onder meer de première van
de eminente documentaire van regisseur Koerd
Davidse Sybold van Ravesteynarchitect voor de
eeuwigheid\ voorafgegaan door een inleiding
van Kees Rouw. Daarmee was de trend gezet
voor de zich vrijwel uitsluitend in de wandel
gangen voltrekkende discussie over de drei
gende teloorgang van de theaterfunctie. Een
dergelijke ontwikkeling wordt als rampzalig be
schouwd, omdat het nog oorspronkelijk door
Van Ravesteyn ontworpen interieur zich in
feite niet leent voor een andere functie. Het
ontwerp met zijn gebogen lijnen en chique
marmer ging uit van de filosofie dat de bezoe
ker moet ervaren 'uit' te zijn. Het theatercafé
restaurant van de schouwburg heeft ook die
ambiance. Kunstmin heeft dan ook een binnen
stad versterkende functie.
Dordrecht verkeert in de bijzondere positie dat
het van deze architect twee zeldzame gebouwen
bezit: De Hollandwaarvan het voornemen is
deze te restaureren, en Kunstmin. De toekomst
van deze riante schouwburg ziet er aanzienlijk
somberder uit als hij zijn theaterfunctie verliest
als gevolg van een nog te bouwen theater
(kosten 44,7 miljoen Euro) in de nieuw gepro
jecteerde wijk Stadswerven. Dit is overigens een
ambitieus project en niet zonder verdienste.
Maar verbouw van Kunstmin tot een gelijk
waardig (bouw- en theatertechnisch niveau
Grote zaal gezien vanaf het podium na
de restauratie in 1992-1994.
kost ca 10 miljoen euro minder. Daarbij komt
dat in 1994 al voor 13 miljoen gulden is geres
taureerd, verbouwd en uitgebreid, een ingreep
die in de landelijke pers en het vakgebied alom
bewondering oogstte.
Hergebruik
Hergebruik van gebouwen en terreinen die hun
oorspronkelijke functie verloren hebben, is een
steeds belangrijker issue in monumentenzorg
en stadsvernieuwing. Voorbeelden van heront
wikkeling van gebouwen, beide rijksmonument,
zijn de Van Nelle fabrieken in Rotterdam en sanato
rium Zonnestraal in Hilversum. Architect
Wessel de Jonge, die verantwoordelijk is voor
de herinrichting van beide complexen, stelt dat
als de functie uit een monument wordt wegge
trokken en verplaatst, de nieuwe functie gelijk
tijdig in de besluitvorming dient te zijn vastge
legd. En dat nu is precies actueel voor Kunstmin.
Extra complicerend is dat Kunstmin een be
schermd interieur en meubilair heeft, in tegen
stelling tot Zonnestraal en Van Nelle. En dat
legt aanzienlijke beperkingen op aan hergebruik.
Kunstmin leidt allerminst aan bloedarmoede en
heeft zijn theaterfunctie bepaald niet verloren.
Integendeel, het is geliefd bij acteurs en
publiek. Het is waar dat meer specifieke
producties waarvoor lijsttoneel zich niet leent,
hier ook na verbouwing en aanpassing niet
kunnen plaatsvinden. Maar is het niet zo dat
vraag en aanbod van kleinschalige producties
juist dicht bij elkaar liggen in een schouwburg
in Dordrecht, ingeklemd tussen de schouwbur
gen van Breda en Rotterdam? Juist in die klein
schaligheid ligt de kans voor een eigen specia
lisme en identiteit.
Functiewijziging voert onontkoombaar tot
verlies van aanzienlijke monumentale waarden.
Zeker is dat de binnenstad versterkende functie
verdwijnt. Geen aantrekkelijk perspectief,
terwijl juist het gemeentelijk beleid zich richt
op versterking van de binnenstadsfunctie.
Literatuur:
Rouw, C.M.; Sybold van Ravesteyn. Architect van
Kunstmin en de Holland. Rotterdam 1988.
Theaterfunctie Kunstmin bedreigd