12
Heemschut
februari 2005
Hoeve Prinses Marianne aan de Koningin
Wilhelminalaan (tussen Frederiksoord en
Noordwolde) was een van de grote landbouw
bedrijven die in de jaren 1864/65 werden
gesticht. De Dankbaarheid was de
oorspronkelijke naam van de hoeve, maar na
een vernieuwing in 1913 werd het Prinses
Marianne.
gezet. Het ontginnen van de woeste grond en
het daarmee gepaard gaande 'beschaven van de
ziel' kan beginnen. Financiële nood en veel
kritiek op het beleid dwingen 'de Maatschappij'
tot schaalvergroting. Het land wordt verkaveld
en verdeeld over vijf grote hoeven. De sterk
teruggedrongen armoede en de toegenomen
welvaart maken in 1900 ten slotte ook een einde
aan de kolonisering van paupergezinnen, bede
laars, landlopers, vondelingen en weeskinderen.
Van mensen- naar monumentenzorg
De Maatschappij van Weldadigheid is blijven
bestaan en maakt zich nog steeds druk om
verpaupering, maar nu in de vorm van monu
mentenzorg. De stichting beheert 65 panden
uit de kolonietij d, waarvan er al 25 op de monu
mentenlijst staan. Maar omdat de Maatschappij
net als Heemschut van mening is dat ook land
schappen tot het cultuurhistorisch erfgoed
behoren, wordt ook ruim 1.300 hectare land
zorgvuldig (onder pacht) beheerd.
Het is prettig is dat het landschap niet compleet
is gemusealiseerd. De vele monumenten waar
ik langs fiets, zijn door hun huidige bestem
ming goed onderhouden en blijvend opgeno
men in het landschap. Wel ben ik blij met de
tekstbordjes op de historische panden en met
het museum De Koloniehof in Frederiksoord.
Het blijkt een geschikte uitvalsbasis om 'de
kolonie' al fietsend te verkennen. De tentoon
stelling is misschien wat schools maar heel
informatief en het authentieke koloniehuisje
verderop op het terrein staat zo mooi tussen
akkertjes met de oorspronkelijke gewassen (ik
zie aardappels, vlas, gerst, haver, voederbieten)
dat je historisch besef vanzelf wordt aangewak
kerd.
Even later, op de fiets, vind ik het woonhuis dat
vroeger de centrale gaarkeuken was van de
kolonie. Hier maakten ze onder andere de
'economische soep' van graaf van Rumford, een
'recept voor 500 personen'. Voor de liefhebber:
15 kilo gemalen erwten, 15 kilo witte bonen,
15 kilo hele gort, 8 kilo grof tarwebrood, 1
mand aardappelen, 8 bossen wortelen, 6 bossen
selderij, 2 manden soepgroenten, 25 middel
grote uien, 3 kilo zout, 6 mengelen azijn, 8 lood
peper. Achter de oude keuken staat een pand
waar opslagkelders, de kokswoning en de spin-
zaal in waren gevestigd. De Scheepsbel in de
daktoren, die de werktijden regelde, wijst op
het strenge regime in de landbouwkoloniën. Er
moest heel hard worden gewerkt, kerkgang en
onderwijs waren verplicht en verzuim werd
beboet. Drank was verboden en door de eigen
munt van de kolonie was invoer ervan, op wat
smokkel uit Steenwijk na, niet mogelijk. Op
deze rigiditeit van de Maatschappij kwam in het
openbaar steeds meer kritiek. De aantijgingen
van dichter Da Costa vormden niet langer een
uitzondering.
Behoud door ontwikkeling
Het wekt geen verbazing dat het gebied
Willemsoord-Frederiksoord tegenwoordig een
Belvedere-gebied is. Ter herinnering:
Belvedere is een 'nieuwe ontwikkelingsgerichte
benadering van cultuurhistorie', die bestuurlijk
gezien stoelt op gemeentelijke, provinciale én
landelijke politiek. Het initiatief van de vier
ministeries van VROM, OC&W, LNV en
V&W kreeg beslag in de Nota Belvedere, in
november 1999 door de Tweede Kamer posi
tief ontvangen. De 'nieuwe meervoudige visie'
van deze nota is grotendeels al vervat in het
Franse woord belvédère. Dat betekent 'mooi
uitkijkpunt', waarbij natuur- en cultuurland
schap zijn verenigd in aan de ene kant het
letterlijk gecultiveerde standpunt dat de kijker
inneemt en aan de andere kant de natuur die hij
ziet. De Belvedere-aanpak is niet zomaar gericht
op behoud, maar op 'behoud door ontwikke
ling', waar het cultuurhistorisch erfgoed moet
worden behouden door een vruchtbaar samen
gaan van recreatieve, museale, natuur- en
woonfuncties. Projectontwikkelaar en cultuur-
en natuurbeschermer staan nu eens niet per se
lijnrecht tegenover elkaar.