Belvedere-gebied Willemsoord-Frederiksoord
De vredige Drentse landbouwkoloniën Willemsoord en
Frederiksoord vallen onder het Belvedere-beleid. Dit beleid is
niet zomaar gericht op behoud, maar op 'behoud door
ontwikkeling': cultuurhistorisch erfgoed moet worden behouden
door een vruchtbaar samengaan van recreatieve, museale,
natuur- en woonfuncties.
Coen Simon
februari 2005
Heemschut
11
Hoeve Koning Willem III aan de Koningin
Wilhelminalaan (tussen Frederiksoord en
Noordwolde) was een van de eerste grote
landbouwbedrijven die door de maatschappij
van Weldadigheid in de jaren 1864/65 werden
gesticht Vandaag de dag is het de grootste
kolonieboerderij die nog in gebruik is.
De boer pacht van de MvW. Foto's auteur.
Koloniehuisjes in Frederiksoord.
'Kijk daar, die huisjes. Met die schuur van pot-
dekselwerk, ziet u wel, die planken zo over
elkaar geschoven. De voorste lijkt er aan de
buitenkant erg op. Alleen de koelkelder, waar
eten wat langer bewaard kon blijven, zit er niet
meer onder.'
Op mijn fietstocht in de omgeving van het
Drentse Fredriksoord, net onder Friesland,
kom ik niet alleen veel andere fietsers tegen
(deelnemers aan de Drenthse Fietsvierdaagse
ontdek ik later), maar ook een vriendelijke
plaatselijke bevolking. Als ik even onder een
grote eik stilsta om het parklandschap van
velden, weiden en bossen in me op te nemen,
spreekt een wat oudere vrouw me aan. Veertig
jaar woonde ze in een van de huisjes die hier
begin negentiende eeuw zijn neergezet. 'En
weet u wat het merkwaardige was? De basis was
overal hetzelfde, maar elk huisje was anders. Er
waren geen bouwtekeningen en bouwvakkers
werden overal vandaan gehaald. De stenen
kwamen uit Friesland en het hout uit de bossen.
Ja, toen was dit vrijwel allemaal bos. Maar fietst
u maar die kant op. Daar ligt de oude tuin
bouwschool. Ach, het is mooi wonen hier hoor,
in "de kolonie".'
Utopische plannen
'Hij verdient dat men hem het hoofd voor de
voeten legt', foetert de streng christelijke
dichter Isaac da Costa aan het begin van de
negentiende eeuw. Da Costa heeft de aanval
geopend op 'die generaal Van den Bosch'. Die
wil met zijn hemelbestormende plannen de
armoede in het door veldslagen uitgeputte Rijk
der Nederlanden eigenhandig aanpakken,
onder meer door de oprichting van de
Maatschappij van Weldadigheid. Niet dat
Da Costa vóór armoede is, maar utopische
plannen acht hij 'uit den Duivel' en het initiatief
'boven het bereik der Mensschen'. De generaal
zet zijn plannen door. 'De Maatschappij' levert
een revolutionaire bijdrage aan onze huidige
verzorgingsstaat.
Het landschap is hier zo gemoedelijk, dat ik me
moeilijk kan voorstellen wat zich hier ruim
anderhalve eeuw geleden afspeelde. Want de
tijd van koning Willem I moet een stuk grim
miger zijn geweest. Als de rookwolken van de
Franse overheersing optrekken, vertoont het
land (dan zo groot als de huidige Benelux)
verpauperde, stinkende steden, armoede en
toenemend gevaar in de struiken van bedelaars,
landlopers en deserteurs. Johannes van den
Bosch staat als sociaal bewogen generaal goed
bekend aan het hof. Met flink wat koloniaal
bewind in de vingers krijgt hij alle steun van
Willem I om nu eens niet in 'de Oost', maar
hier ter lande 'het achterstands volk' te koloni
seren en te beschaven.
In 1818 kan hij zijn organisatie De Maatschappij
van Weldadigheid oprichten. Hij zoekt naar
een geschikte plek om verloederde gezinnen uit
de stad te 'resocialiseren'. Die vindt de generaal
in het gebied dat loopt van Zuid-Friesland door
Drenthe naar Overijssel. Het huidige Drentse
Frederiksoord is de eerste landbouwkolonie in
deze sociale utopie. Op het landgoed Wester-
beeksloot komen de eerste koloniehuisjes te
staan, gebouwd met financiële steun van de
leden van de Maatschappij, de mankracht van
oud-soldaten en boeren uit de omgeving, en
het hout uit de vele bossen.
Uiteindelijk worden in de koloniën
Fredriksoord, Willemsoord, Wilhelminaoord
en Boschoord in totaal 430 koloniehuisje neer-
'Boven het bereik der Mensschen'