Min of meer bij toeval is Schagen in deze branche terecht gekomen. Hij gold in Noord-Holland en met name in het West- Friese deel als de specialist op het gebied van aanpassing van de kerkenbouw aan een tijd, waarin de Godshuizen de Schepper zelfs 's zondags alleen laten. Behielden we het geloof dan niet door ontwikkeling dan maar het huis, waarin het beleden werd. Toch was voor hem de vraag bij dat probleem niet in eerste instantie: wat ga ik opknappen en hoe ga ik dat doen maar eerder: wat moet je - weliswaar niet meer in godsnaam - dan straks met dat gebouw? In feite werd hij door kerkbesturen en overheden vooral gezien als projectont wikkelaar en pas later als bouwkundig architect. Hij ging de markt allereerst af om te zien waar aanvullende financiering voor een bepaalde doelstelling van het monument kon worden gevonden in de vorm van sponsoring en subsidiering. Hij staat hier vooral bekend als 'de sprokke laar'. Daar waar Napoleon in 1811 nog hiaten had waargenomen in zijn 'Atlantik Wall' werd kort daarna als onderdeel van de Stelling Den Helder als eerste het fort Kijkduin gebouwd. De vernielingen door de Duitse bezetter in W.O. 2 en daarna van nog vele andere vandalen gaf niemand meer het idee, dat het hier toch nog om een stukje historisch erfgoed ging. Het gemeentebestuur van Den Helder dacht daar anders over en maakte zijn culturele zorgen kenbaar. Dat kwam 'de sprokke laar' ter ore. Een contact met dat bestuur was gauw gelegd. Maar wie van het bestuur dacht dat daar een architect met een blauwdruk onder zijn arm binnen kwam had buiten de waard gerekend. Schagen had nog niets te bieden dan de vraag: wat denkt u er straks mee te gaan doen, zodat het gebruik voor de toekomst verzekerd is en wie gaat dat betalen De miljoenen zijn er gekomen uit een hoeveelheid van 'potjes' en de architect mag trots zijn op zijn architectonische vakwerk en op de vele exploitatie-moge lijkheden. Met horeca, museale, artistieke en culturele invulling kan het nog jaren mee. Het is vooral deze insteek, die voor de naamsbekendheid van Schagen op het gebied van fortenrestauratie heeft gezorgd. Volgende opdrachten konden dus niet uitblijven. Kort daarna kreeg het architectenbureau een telefoontje van de directeur van de inmiddels opgerichte Stichting Stelling van Amsterdam Daar had men tevens een Stichting Hérstelling in het leven geroe pen. Fort Kijkduin werd daarvoor model. Een model dat eigenlijk exemplarisch is voor de gelukkig groeiende mentaliteit in de monumentenwereld, dat investeren op meerdere fronten bij hergebruik heel wat minder kost dan de moderne drogreden, dat sloop en nieuwbouw geld bespaart en efficiënter is. Bij dit soort gebouwen begin je al met het voordeel, dat je het gebouw en de grond al hebt. Wat Schagen altijd opvalt bij de plannen makerij rond forten is, dat men eerst gaat 'inventariseren'. Veel heb je daar niet aan- met alle respect- bij de vraag wat komt er kijken bij bescherming, gebruik en onder houd. Ook bij zijn eerste opdracht voor het fort Spaarndam in de Stelling van Amsterdam voelde hij weer die verbazing: hebben we dat besteld? Toch liep daar alles redelijk van een leien dakje. Voordeel was met name dat politiek hier geen rol speelde en er erg weinig ambte lijke neiging was te 'inventariseren'. De eigenaar van het fort is het Recreatie schap Spaarnwoude en de vragen: wat kan en wat mag ik, waren snel beantwoord. Waar bovendien openluchtrecreatie toch al de voornaamste rol speelt was het gebruik voor vissers, kanovaarders, roeiers, padvinders, wandelaars, dagjes mensen, kampeerders, horecabezoekers etc. gauw ingevuld en inpasbaar gemaakt. Zelfs naschoolse opvang vond er een onderkomen. Gelukkig uitgangspunt was bij dit fort, dat de gemeente verschillende gebouwen wilde afstoten en sluiten of slopen en er dus andere accomodatie gezocht werd. Toch ging Schagen ook hier weer eerst op 'sprokkeltocht' naar financiële kanalen, sponsors en subsidiegevers. Al voelde hij een voorsprong door de behoefte naar nieuwe locaties bij de gemeente, toch wilde hij de politiek, die hier een rol moest spelen, er zoveel mogelijk buiten houden en bedacht een list. Enkele vergaderingen hadden al plaats gevonden in het Gemeentehuis. Daarom stelde hij de dossierlezers voor de volgende vergade ring niet in het gemeentehuis te houden maar in het fort. Algemene verbazing, hoe dat dan wel moest. Maar ook evenveel AHA-Erlebnis toen ze daar eenmaal ontdekten, dat de ruimte toch lichter, ruimer en groter was dan theoretisch gedacht. Het fort fungeert inmiddels uitstekend met een galerie, veelbezocht restaurant, expositieruimten en de Stichting Crea voor Verenigings activiteiten, die hun oude onderkomens moesten verlaten en het in het fort nog beter naar hun zin hebben. Weer een fort gered. Veel belangstelling bestaat inmid dels voor de forten Edam en Veldhuis, die een bestemming moeten krijgen en - zo is de volgorde hebben we nu geleerd - dan pas gerestaureerd kunnen worden. Dus mocht u nog een 'sprokkelaar' zoeken dan weet u waar u wezen moet. december 2004 Heemschut 17 Stelling Den Helder Stelling van Amsterdam Fort Spaarndam Fort Kijkduin. De verdiept geplaatste spleetramen van het restaurant. Fort aan de Drecht

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2004 | | pagina 19