'Noem het de wraak van het verleden' 'De wereld van de monumentenzorg, zowel de overheden als de particuliere instellingen, is in de greep gekomen van de angst om voor achterlijk te worden aangezien', schrijft Wim Denslagen in zijn boek Romantisch modernisme. Denslagen werkt bij de Rijks dienst voor de Monumentenzorg en is hoogleraar in de theorie en geschiedenis van de monumentenzorg. Maarten Meester Wim Denslagen over romantisch modernisme 10 Heemschut december 2004 Mag ik de these van uw boek als volgt samenvatten: monumentenzorg kampt met het feit dat het modemisme zo overheersend is geweest in de Nederlandse architectuur. Architectuur moet een uitdrukking zijn van haar tijdwaarachtig en- eerlijk zijn. Historiserende reconstructies mogen dus niet. En in zijn streven naar authenticiteit is het modemisme weer erfgenaam van de Romantiek. 'ja. De boodschap van mijn boek is: reconstru eren is ook een vak. Je kunt het goed of slecht doen. Het is een dogma dat reconstrueren niet mag en dogma's moet je bestrijden. Ik noem als voorbeeld een geslaagde pastiche in Brussel, aan de Lakensestraat. Van een afstand lijkt het een neoclassicistisch gebouw, als je dichterbij komt zie je dat de details opnieuw zijn ontwor pen. Prachtig. Alleen heeft prins Charles het gebouw met een bezoek vereerd en om die reden nemen de vakbladen het niet serieus: Charles maakt zich sterk voor reconstructies van traditionele dorpjes en wat hij mooi vindt, kan dus nooit iets zijn. Zulk kortzichtig denken maakt me boos.' Kunt u zelf ontsnappen aan het modernisme 'Vermoedelijk kun je dat niet. Je kunt ook niet van iemand verwachten dat hij zich buiten zijn tijd kan plaatsen. Maar door te traceren waar ideeën vandaan komen, hoop je ze te kunnen beheersen.' Hoe heeft uw denken over restauratie zich ontwik keld? 'Ik heb architectuurgeschiedenis gestudeerd in Amsterdam. Toen ik bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg kwam werken, was de monumentenwereld in de ban van het fenomeen terugrestaureren. Alles moest worden terug gebracht zoals de architect die het oorspronke lijke ontwerp heeft gemaakt het heeft gewild. Wat later - met name in de negentiende-eeuw -was toegevoegd, zag men als zonder waarde. Daar ben ik tegenin gegaan, waardoor ik de naam heb gekregen dat ik tegen het terugbren gen van het verleden ben. Mijn laatste boek gaat juist weer geheel de andere kant op. Daarin pleit ik weer voor reconstructie. Hoe dat kan? Er is een omslagpunt geweest: de moderne architectuur heeft zo het overwicht gekregen dat ik vind dat je de historische bebouwing zo veel mogelijk laten moet laten zoals die is. Ja, af en toe moet zelfs iets "ouds" terugkomen. Noem het de wraak van het verle den.'

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2004 | | pagina 12