WÊ:
38
Heemschut
augustus 2004
Hoofdgebouw en omgeving van de psychiatrische
inrichting Sint Anna in Venray (boven).
Foto bureau LEO. Detail hoofdgebouw.
Foto Frans de Roos.
len' leidde bij bezoekers vaak tot hilariteit. De
muziektent en de draaimolen zijn aangewezen
als rijksmonument evenals het hoofdgebouw,
de kapel, het mortuarium, de dokterswoningen
en de voormalige gestichtsboerderij. Ook delen
van de terreinaanleg zijn tot rijksmonument
verklaard. Deze opsomming geeft al aan dat de
inrichting van grote cultuurhistorische en
architectuurhistorische waarde is. Maar Sint
Anna is ook een uniek en gaaf voorbeeld van
een Nederlandse psychiatrische inrichting uit
de twintigste eeuw. Het is ruim 45 jaar geleden
dat hier de laatste grote bouwplannen werden
uitgevoerd. Sindsdien heeft de inrichting geen
veranderingen meer ondergaan en zo ademt ze
nog altijd de sfeer van de jaren vijftig en zestig,
wat beslist uniek mag worden genoemd.
'De aard bewaard'
Venray is bijzonder trots op zijn monumentale
erfenis, maar gelijktijdig heerst er ook bezorgd
heid over de toekomst van dit cultuurmonu
ment. De gemeente en het Vincent van Gogh
Instituut hebben samen een Globaal
Stedenbouwkundig Plan uitgewerkt, dat brede
maatschappelijke instemming verwierf. Het
sleutelbegrip bij het concept luidt 'De aard
bewaard'. Ook de Venrayse gemeenteraad
stemde met het plan in. Helaas hebben reken
meesters het echter afgewezen omdat het te
weinig inkomsten genereert. Zo dreigt waarde
vol cultureel erfgoed ten offer te vallen aan
financiële belangen. In Venray heerst daarom
zorg om een monument van zorg.
H.A. van Els was 42 jaar werkzaam in de Venrayse
psychiatrische instellingen, aanvankelijk als verpleeg
kundige, vanaf1968 als beleidsmedewerker en orga-
nisatiekundige. In de jaren zeventig en tachtig was hij
nauw betrokken bij de reorganisatie en defiisie van
Sint Servatius en Sint Anna. Hij was onder andere
belast met de coördinatie van het bouwbeleid. Vanaf
1986 was hij Coördinerend Algemeen Manager van
Sint Anna. Na zijn pensionering publiceert hij over de
geschiedenis van de twee Venrayse inrichtingen.