augustus 2004 Heemschut 11 nis en maar al te vaak ook om herbestemming. Je kunt niet van elke kerk een concertzaal maken. De vraag is: hoe kunnen we die cultuur historisch belangrijke bouwwerken vitaal temidden van ander vastgoed laten voort bestaan? Dat is een investeringsvraag in plaats van een zorgvraag. Als je daar pas over gaat nadenken in 2010 ben je te laat. Vandaar dat wij hebben aangegeven: pas op: er komt een nieuwe tijd waarin we meer over betekenissen en bestemmingen praten dan over reddingen en restauraties.' De o??ibouw van de RDMZ tot kenniscentrum past in die nieuwe manier van denken? 'Bij monumentenzorg denken mensen altijd aan twee dingen: aan regels en aan geld. Wat we juist willen, is dereguleren en slim finan cieren. Kennis is daarbij essentieel. Als die ontbreekt, is elke gulden die je besteedt een risico. Als je 0,7 miljard euro als extra financiële impuls aan onkundige monumentenzorg uitgeeft, breng je voor 0,7 miljard schade aan. Je moet die kenniscomponent van de RDMZ als kwaliteitswaarborg inzetten. Dat betekent ook dat je zorgt voor draagvlak. Mensen moeten weten waar zorg voor het cultureel erfgoed over gaat, dat er een belang in schuil gaat. Als ze het belangrijk vinden, is ook minder zorg nodig. Het gaat ook om de eigen verant woordelijkheid van de burger, van de eigenaar, van de gemeente.' Lukt het u de burger ervan te overtuigen dat het cultureel etfgoed ook voor hem van belang is? 'Volgens mij slagen we er goed in. Initiatieven als het Jaar van de boerderij en nu van de verde digingswerken trekken veel aandacht. Net als onze reizende tentoonstelling over de Wederopbouw. De jeugd bereiken we met de Monumentenkist. Verder zie je veel publicaties over archeologie en monumentenzorg. Een monument op de hoek dat bedreigd wordt, is nieuws. Een monument dat afbrandt in jouw buurt of dreigt gesloopt te worden - grote consternatie.' U heeft het nu over bedreigingen en brand. Mensen zijn zeker geïnteresseerd in monumenten maar dan als er iets spectaculairs mee gebeurt. Of als hun eigen vertrouwde omgeving verstoord dreigt te raken. 'Ik denk dat het cultureel besef groeit onder de Nederlandse bevolking. Dat zie je ook op Monumentendag. Toegankelijkheid is belang rijk. De nieuwsgierigheid naar monumenten als kastelen en molens is groot. De 40 duizend woonhuismonumenten die we hebben, zijn op zichzelf misschien niet zo attractief, maar samen vormen ze wel het vlees van het stedelijk casco. Loop maar eens door een historische binnenstad. En o wee als je daar aankomt! In zekere zin is die monumentenbeleving tamelijk passief. De grote truc is dan ook die beleving actief te maken. Te zorgen dat mensen het verhaal van die binnenstad kennen, het belang en de schaarste ervan onderkennen. Als je het vergelijkt met Ierland en Portugal - om maar twee landen te noemen - daar zijn ze slimmer bezig. Die twee landen weten de culturele iden titeit van het landschap in zijn samenhang en historische betekenis naar buiten te dragen, zelfs tot leidraad te maken van politiek. Cultuurpolitiek is daar een bindmiddel voor de economie. Mensen gaan naar Ierland voor het cultuurtoerisme; om daar de liederen te horen en de sages en het landschap te bewandelen.' Nederland moet meer doen aan cultuurtoerisme? 'Amsterdam heeft een goede naam. Maar als je even buiten Amsterdam komt, is het cultuur toerisme niet intelligent genoeg. The National Trust in Engeland doet het oneindig veel beter. Die bestaat ook al bijna honderd jaar en heeft een educatieve, identiteitsgevoelige traditie. En dat hebben wij minder, want wij zijn koop lieden. Het zou goed zijn als we deze deltaregio meer zouden aanprijzen als bezoekbaar cultuurgebied. Want we hebben niet alleen maar monumenten, we hebben kastelen, we hebben buitenplaatsen, bijzondere parken en tuinen, aangelegde natuur te midden van "oorspronkelijke" natuur. Een fantastisch nationaal product is de Nieuwe Hollandse Waterlinie.' Dus er ?noet een Nederlandse variant op The National Trust komen? 'Nee, dat kan niet. Bij The National Trast lopen de propaganda, de belevingswaarde en het eigendom samen. In Nederland is veel particulier eigendom. Je kunt wel die particu liere eigendommen in een verband smeden om zo aaneengesloten cultuurlandschap te maken. De binnenstad van Amsterdam is van duizen den mensen. Samen zorgen die lui met wat hulp van de gemeente en het Rijk voor de instandhouding van die prachtige grachtengor del. En daar komt de hele wereld naar kijken. Zo heeft Nederland meer gebieden die je kunt ontwikkelen. Je hebt de Stelling van Amsterdam en de Limes, het grensgebied van het Romeinse rijk, een historisch landschap dat vooral onder de grond ligt. Zo zijn er nog wel meer cultuur landschappen die verhalen bij zich dragen. Het gaat erom het cultuurlandschap van Nederland als aantoonbare, voelbare en beleefbare gebie den cultureel en toeristisch aan te bieden. Gelukkig is het historisch bewustzijn van het landschap explosief gegroeid, mede dankzij Belvedere.' Realiseert Hee?nschut zich die omslag van object naar omgeving voldoende? 'Ik ben niet zo van het vingertje. Liever zeg ik: hier ligt nog een onontgonnen veld. Voor Heemschut, dat bijna honderd jaar lang gestre den heeft voor redding van objecten, betekent dat een omslag van denken. Natuurlijk, er zal altijd slordigheid zijn en vernieling en vanda lisme en onkunde en daar moet Heemschut ook zijn brood in vinden. Maar daarnaast moet het draagvlak verwerven. En dat kan weer door het publiek te wijzen op de samenhang van beteke nissen in het cultuurlandschap. Dat gebeurt ook al door de activiteiten die Heemschut de leden aanbiedt. Het zou mooi zijn als je erin slaagt het cultuurlandschap op een moderne manier in beeld te brengen en daarmee ook jongeren aan je weet te binden. Kijk, objecten met heel veel geschiedkundige en historische achtergrond schrikken jongeren af, omdat ze op school bijna geen geschiedenis meer krijgen. Maar als je het vertaalt. Wat betekent de omge ving voor me? Welke verhalen zijn er over te vertellen? Waar komen we vandaan? Waarom zitten we hier in Nederland? Ik denk dat dat voor de jongere generaties enorm aantrekkelijk is. Heemschut moet zich meer positioneren als de koepel van de zingeving van cultuurmonu menten.' Er is toch al een koepelorganisatiehet Nationaal Contact Monumenten 'Nu is het NCM de koepel van de erfgoedorga nisaties. Als eerste kerntaak heeft het de profes sionalisering daarvan. Ten tweede is het de spreekbuis voor het veld, die bijvoorbeeld vergadert met de minister en de staatssecreta ris. Ten derde bevordert het NCM de infra structuur van het particuliere deel van de monumentenzorg. Het zou voor de hand liggen als er in de loop van de volgende twintig jaar een beweging komt waarbij de koepel van de belangenbehartiging van de organisaties zich vereenzelvigt met de koepel van de bevor dering van de kennis en van het draagvlak, met Heemschut dus. En als NCM en Heemschut daarbij ook samengaan met de Stichting voor de Nederlandse Archeologie. De besturen van die organisaties moeten bij elkaar gaan zitten en kijken welke positie ze kunnen innemen in het nieuwe bestel.'

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2004 | | pagina 13