'Pas op: er komt een nieuwe tijd'
Fons Asselbergs:
Maarten Meester
De traditionele monumentenzorg is geen lang leven meer
beschoren. Het zal steeds meer gaan over 'betekenissen en
bestemmingen' en steeds minder over 'reddingen en restauraties'.
Een gesprek met Fons Asselbergs, directeur van de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg.
Het worden spannende tijden voor u. De Rijksdienst
voor de Monumentenzorg (RDMZ) en de Rijks
dienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
(ROB) gaan fuseren en verhuizen samen naar
nieuwbouw in Amersfoort.
'De fusie is in volle gang. We hebben op
18 maart een startvergadering gehad met alle
medewerkers. De voorbereiding zal een klein
jaar duren en uitmonden in een gezamenlijke
dienst, waarvan we de naam nog niet weten.
Die naam is afhankelijk van de uitkomst van de
discussie over onze missie. Het nieuwe instituut
zal zich bezighouden met kennisontwikkeling,
kennisoverdracht, culturele planologie,
gebiedsgerichte aandacht voor samenhangende
betekenissen. Misschien staat het woord
"erfgoed" wel in de naam. Ook is de vraag: is
het een instituut of een centrum? Een instituut
lijkt in de semantiek van de taal een gesloten
burcht, een centrum is een open agora. Ik denk
dat de voorkeur uitgaat naar de agora-gedachte:
kennisuitwisseling, samenwerking. De dienst is
natuurlijk ook nationaal, in die zin dat hij
onderdeel uitmaakt van een totaal netwerk van
allerlei gelaagdheden, particulier, gemeentelijk,
provinciaal.'
Wat is de reden om te fitseren?
'Ten eerste werken archeologie en monumen
tenzorg op gemeentelijk niveau vaak al samen.
Ten tweede neemt het belang van de gebieds
gerichte aanpak steeds toe. Boven en onder de
grond zijn cultuurlandschappen te duiden. Dus
ook daar gaan archeologie en monumenten
zorg steeds vaker samen.'
Udeed onlangs een opmerkelijke uitspraak: 'Voor
het eerst in 125jaar stellen we onszelfde existentiële
vraag: wat willen we nu eigenlijk met al die
gerestaureerde monumenten.Waarom is die vraag
nooit eerder gesteld?
'Vanaf 1875, toen Victor de Stuers een college
van rijksadviseurs voor de restauratie en bestu
dering van monumenten in het leven riep, heeft
het beleid zich primair gericht op het voort
bestaan van monumenten. Dat was ook hard
nodig gezien de verwaarloosde staat van veel
monumenten. Maar het lijkt erop dat in 2010
de restauratieachterstand tot normale propor
ties zal zijn teruggebracht. En dan? Die voor
raad vraagt om het instandhouden van beteke-