Jargon
Meestoof
32
Heemschut
december 2003
In zijn eenvoud charmant:
het kerkje van Lettelbert is
misschien nog gedeeltelijk
veertiende-eeuws.
eerder genoemde artikel over Dubbeling. De
auteur, Harry Boerema, gewezen rayonarchi
tect bij Monumentenzorg, doet daarin uit de
doeken waarom de Rijksdienst niet vertegen
woordigd was toen de gerestaureerde kerk te
Bedum feestelijk in gebruik werd genomen.
Boerema duidt de restauratie aan als 'het
slechtst denkbare voorbeeld van kerkrestaura
ties in de provincie Groningen in de tweede
helft van de twintigste eeuw'.
Cuyperskerk
Het sluitstuk van het boek bestaat uit zes
hoofdstukken over kenmerkende restauraties.
Een daarvan betreft de restauratie van een kerk
van ver na de Middeleeuwen: de in 1972 door
stormschade zwaar getroffen rooms-katholieke
kerk te Sappemeer, een boeiende Cuyperskerk
uit 1872-1873. Toen ik aanduidde dat dit boek
een goede indruk geeft van de rijkdom van het
Groninger bezit aan middeleeuwse kerken
deed ik dat zeker niet in de laatste plaats
vanwege de vele fraaie illustraties, waaronder
acht in kleur over een volle pagina.
R. Steensma, H. Boerema en K. van der Ploeg
(red.), Kerkrestauraties in Groningenstudies voor
Harry de Olde bij zijn afscheid als voorzitter van de
Stichting Oude Groninger Kerken, Zutphen,
Walburg Pers, 2002, ISBN 90 5730 192 X.
Op Goeree-Overflakkee en in Zeeland was tot ver in de negentiende
eeuw meekrap rubia tinctorum) een van de belangrijkste nijverheids
gewassen. De geschiedenis van het gewas gaat in ons land terug tot de
elfde eeuw. Uit de wortels van de meekrapplant werd een rode stof
(alizarine) gewonnen, ook wel Turks rood genoemd. De kleurstof
werd gebruikt voor het verven van textiel en vormt ook de basis van
de kleur kraplak. De 60 tot 90 centimeter hoge plant, die in juni en
juli geelgroen bloeit, wordt geteeld op zwaar bemeste kleigrond. Drie
jaar oude planten worden gerooid, opgeslagen en gedroogd in
mee(krap)stoven.
Het meekrappoeder werd aan de stapelmarkt in Rotterdam geleverd
en verhandeld. Het was een belangrijk exportproduct.
Ondanks grote concurrentie vanuit Frankrijk kende de meekrapteelt
tot het midden van de negentiende eeuw een ongekende bloei en
stond de kwaliteit van de Hollandse poeder hoog aangeschreven.
Door industrialisering van het product en de uitvinding van syntheti
sche rode kleurstof in 1868, nam de teelt door boeren in de tweede
helft van de negentiende eeuw steeds meer af en na 1875 stortte de
markt volledig in.
Sommige stoven werden omgebouwd tot cichoreifabriek, andere
werden afgebroken of raakten in verval. In Zeeland bleven nog enkele
bunders bestaan waarop meekrap werd gedolven, omdat het de beste
kleurstof bleek voor het verven van wol. Dat gebeurde nog tot circa
1920.
Tal van dorpen op Goeree-Overflakkee en op de Zeeuwse eilanden
bezaten een mee(krap)stoof, meestal eigendom van verscheidene
boeren, een vroege vorm van coöperatie. Een meestoof bestond uit
drie gedeelten, een schuur, de koude stoof, waarin de wortels na het
rooien werden gelost en een droogtoren met de warme stoof, voor
een snelle droging van de wortels. De groene mee, de ongedroogde
wortels, werden bij 50 tot 60 graden te drogen gelegd op de verschil
lende verdiepingen in de droogtoren. Onderin stond de man, een
stenen oven, die via een kanalenstelsel hete lucht en rook door het
gebouw blies.
Na deze eerste droogfase werd de mee gedorst en gezeefd en verder
gedroogd in de eest, een laag, langwerpig gebouw ook met een oven.
Ten slotte werd de gedroogde mee verpulverd in het stamphuis met
behulp van grote stampers, die werden aangedreven door paarden.
In Zeeland is nog een aantal meestoven te vinden, onder andere in
Noordgouwe, 's-Heerenhoek, Kapelle en Wilhelminadorp.
Tegenwoordig wordt er weer meekrap geteeld in Nederland. De
verwerking geeft veel afval en stank en is dus weinig milieuvriende
lijk. Desondanks zijn er plannen de teelt uit te breiden van 10 tot zo'n
75 ha en wordt onderzoek gedaan naar een milieuvriendelijker
verwerking van de meekrap. De afzet van de kleurstof vindt vooral in
Duitland plaats. Meekrapwortel heeft ook geneeskrachtige eigen
schappen, vooral op het gebied van de spijsvertering.
Op Goeree-Overflakkee trok een onderwijsproject langs scholen, de
Meekrap Roodshow. Kinderen werden zo in contact gebracht met
het boerenleven van weleer in hun omgeving.
Zie ookwww.meekrap.nl.
AMtC
Reacties en suggesties zijn welkom. Deze zenden aan
redactie@heemschut.nl of per post ter attentie van de redactie, N.Z.
Kolk 28, 1012 PVAmsterdam.