rü
Watermanagement bij de
Romeinen
december 2003
Heemschut
21
Het gehele middeleeuwse pand: hier aan de
Krommestraat 20 heeft de stadsarcheoloog
veel onderzoek gedaan. Alle foto's Gemeente
werken Amersfoort-Restauraties, Albert van
Engelenhoven.
vorm ontstond, is de afwatering naar het
westen dusdanig verbeterd dat ook de iets lager
gelegen gebieden beter bewoonbaar werden.
Rond 1200 groeven de Amersfoorters de
Korte- en Langegracht om de afwatering
verder te verbeteren. De natuurlijke meander
werd recht afgesneden. Dat bevorderde niet
alleen een snelle afwatering, het water bood
ook een verdediging van de nederzetting.
Toen Amersfoort in 12 59 stadsrechten kreeg,
was er ook al sprake van een vorm van omwal
ling. Na het vertrek van de bisschoppelijke
vertegenwoordiger, de heer van Amersfoort,
kreeg een heus stadsbestuur de touwtjes in
handen. Dat liet al gauw stadsgrachten graven
ten gerieve van afwatering en verdediging. Met
de opgegraven grond liet het bestuur de stad
ophogen en het te bebouwen areaal vergroten.
De sporen van deze eerste bestuursactiviteiten
zijn in de vorm van ophogingen nu nog terug te
vinden.
Twee waterpoorten
Een andere daad van het stadsbestuur was de
verstening van de omwalling. Die stadsmuur
van rond 1300 is nog steeds in het stratenpa-
troon te herkennen. De Muurhuizen en
Breestraat volgen het tracé. De muur gaat later
het fundament vormen van de voorgevel van de
huizen, die hier vanaf ongeveer 1500 zijn
gebouwd toen de muur al een tijd zijn functie
verloren had. De poorten die toegang gaven via
wegen en water zijn als eerste van steen opge
trokken. Er waren wellicht twee waterpoorten:
één ter hoogte van museum Flehite en één
oostelijk waar het water de Kortegracht
instroomt.
De belangrijkste verkeersroute, de Langestraat,
werd in het oosten bewaakt door de
Kamperbinnenpoort en in het zuidwesten door
de Rodetorenpoort bij de Varkensmarkt. De
Kamperbinnenpoort uit de dertiende eeuw is
de enige nog overgebleven toren van de eerste
ommuring. Hij is in 1933 gerestaureerd.
Nieuwe Eem
Omdat de bevaarbaarheid van de Eem niet
voldeed, liet het stadsbestuur rond 1300 een
Nieuwe Eem graven met aan de stadszijde
aansluitend het Spui. Waarschijnlijk heeft dit
toen de functie van haven overgenomen van het
Havik. De huizen aan het Havik zijn gebouwd
als pakhuizen met de voeten direct in het water,
zodat de goederen zo vanuit de schepen naar
binnen konden worden getakeld. Rond 1300
stonden hier enkele stenen huizen, waarvan er
in elk geval één was voorafgegaan door een
houten huis. Bijzonder is dat die huizen er nog
steeds staan, al is dat niet meer direct aan het
water. Ze onderscheiden zich doordat de
nokrichting haaks op het Havik staat.
Bovendien springen ze met één hoekpunt uit de
rooilijn.
In de veertiende eeuw maakte de stad een
periode door van economische bloei en snelle
groei. Aan de zuidzijde van de Kortegracht
werd rond 13 2 5 een groot stenen huis
gebouwd. Ten noorden van de gracht was het
nog te drassig, daar zijn de eerste huizen pas na
1400 gebouwd. Tot die tijd bevond zich hier
'de Maat' (weide). Het vee kon zo tot binnen de
muren worden geweid.
Hoewel de stad binnen de eerste stadsmuur nog
niet was volgebouwd begon het stadsbestuur in
de periode van opbloei rond 1380 met een
enorme vergroting. De toen aangelegde tweede
stadsmuur zorgde voor een verdrievoudiging
van het stadsoppervlak. Later zou in die muur
de prachtige water- en landpoort de
Koppelpoort gebouwd worden. Ook vestigden
zich vele kloosters in de stad. De grote
verwachtingen over de groei van de stad in de
volgende periode kwamen echter niet uit. Het
kostte de grootste inspanning de tweede stads
muur af te bouwen, zo rond 1450. Amersfoort
zat toen zeer ruim in zijn jas en dat zou eeuwen
zo blijven. Tot ver in de negentiende eeuw
vormde de middeleeuwse omwalling de feite
lijke stadsgrens.
Amersfoort heeft de regionale functie, die het
al in de veertiende eeuw had, tot in onze tijd
weten te behouden. Voor het omringende land
ligt de stad gunstig. De slechte bevaarbaarheid
van de Eem, die vroeg verzandde, was er echter
debet aan dat de stad het regionale belang nooit
heeft kunnen overstijgen. Toen na 1400 de
vrachtschepen steeds groter werden, was de
stad niet meer rechtstreeks te bereiken en
moest er worden overgeladen op kleinere
scheepjes. Bovendien lag de stad aan het eind
van een vaarroute, zodat van doorvoer over
water geen sprake was. Goederenvervoer moest
verder over de weg, wat vele malen duurder
Nederland staat bekend om zijn waterma
nagement. Maar dat ook de Romeinen al
echte watermanagers waren, wisten we
niet totdat Vlaardingse archeologen in
1993 dammen en duikers ontdekten uit de
Romeinse en Late Ijzertijd. Archeoloog
Tim de Ridder sprak er enthousiast over
voor de KNOB.
De Romeinen troffen bij hun komst al een
stelsel van kreken aan rond Vlaardingen
om het water te kunnen beheersen.
Tussen 175 voor en 175 na Christus
legden zij dwars over de kreken dammen.
Zo'n dam werd opgebouwd uit balken, die
dwars over de kreek werden gelegd.
Tussen de balken, die werden beschoeid
met palen, was een aardlichaam aange
bracht zodat het geheel een waterkerende
werking kreeg. Midden door de dam heen
werd een duiker gelegd van in elkaar
geschoven uitgeholde boomstammen.
Aan de voorzijde van de duiker zat een
scharnierpunt, wat erop wijst dat hier een
klepje was bevestigd. Bij hoogwater werd
het klepje tegen de duiker gedrukt, waar
door er geen water meer het achterland in
kon stromen. Bij laagwater kon het over
tollige regenwater uit het achterland door
de duiker stromen, het klepje werd dan
automatisch open gedrukt.
Waterkerende werking:
een klepduiker uit de Romeinse tijd.
Dwars over een kreek bij Vlaardingen is
een dam gelegd. Illustratie B. Koster,
VLAK.
was. Deze omstandigheden zorgden ervoor dat
Amersfoort nooit kon uitgroeien tot een grote
handelsstad. Mede daardoor echter heeft de
stad een grote en compacte historische binnen
stad kunnen handhaven.
Literatuur
De naam, het water en de stad; de vroegste ontwik
keling van Amersfoort vanuit archeologisch perspec
tief, Francien Snieder, uitgave Vereniging
Oud-Utrecht, november 2001
Drs. J. Kamerling is journalist cultureel erfgoed te
Amsterdam en lid van Heemschut Atnsterdam.