december 2003
Heemschut
17
k
Illusie of straks werkelijkheid: straatscène. Tekening Rob Krier.
ring. Ruimte in of bij een stad biedt meer
expansie dan die bij of nabij een dorp. Ook al
omdat een stad anders is ontstaan dan een dorp.
Waar de sociale context beperkter is of was - in
het dorp - heeft die ook de kleinschaligere en
intiemere bebouwing bepaald dan in de stad,
waar het 'hutje' verder van het 'mutje' gegroeid
is. Voorzover die ruimte er al is, moet je ermee
woekeren. Het ontwerp van Krier draagt er dus
alle kenmerken van dat de architect met een
ander gevoel en een andere filosofie voor
ruimte is omgegaan dan past bij de beperkte
schaal van een dorp. Bij steden praat je toch
meer over buitenruimte bij het ontwerpen van
een nieuwbouwplan. Bij dorpsgezichten gaat
het om de kwetsbaarheid van de binnenruimte.
Daarom zegt Dirkx ook dat het overigens
goede beeldkwaliteitsplan geen goede referen
ties als voorbeelden van Krier aandraagt. Dat
kan het ook niet omdat Krier die niet heeft.
Bredevoort als nieuwe wijk van de grote stad
Helmond, voorbeelden van een plein in
Haarlem, Meander in de Staatsliedenbuurt van
Amsterdam of plannen bij Kriers geboortestad
Luxemburg - hoe knap op zich ook - zijn
andere verhalen. En dus, zo vervolgt Dirkx, kun
je ook niets anders verwachten dan dat hij de
verkeerde conclusies voor Ouderkerk heeft
getrokken uit zijn eigen scheppingen. Hij maakt
de oude kern ondergeschikt aan het nieuwe en
of dat dan mooi wordt - want dat is het plan op
zich genomen ook wel - doet er niet toe.
Hoe dan wel?
De vraag is hier: wat doen we met dorpsgezich
ten in Nederland? In elk geval niet een dorp in
tweeën snijden zoals Krier voorstelt. Hij tast
daarmee het oude dorp aan en bindt het aan
zijn plan. Het lijkt erop alsof hij het dorp
Ouderkerk stad wil laten worden. Begrijpelijk
misschien onder hinderlijke druk van die groot
stedelijke bedreigingen die er op de loer liggen.
Tot een rigide behoud van het beschermde
dorpsgezicht hoeft dat niet te leiden. Wel tot
een omzichtige omgang daarmee. Dat hij dat
niet gedaan heeft, moge alleen al blijken uit het
feit dat Krier de loop van de Amsteldijk laat
opgaan en verdwijnen in een nieuwe rechte
dijk, die daarbuiten moet komen te liggen. Juist
die onregelmatigheid van die eeuwenoude
natuurlijk ontstane dijk is een kenmerk ervan.
Bovendien vormt die de begrenzing van dat
beschermde dorpsgezicht. Je kunt best een link
leggen in je plan met de historische grens maar
doe dat dan niet zoals Krier door ertegenaan te
bouwen. Dirkx: 'Wanneer je direct grenzend
aan de oude kern die beschermd is, een
uitbreiding maakt die onderdeel van die kern
wordt, moet je niet de macht overnemen en de
oude kern daaraan ondergeschikt maken.
Zoeken naar evenwicht is analyseren wat het
karakter is van het beschermd dorpsgezicht;
van de bebouwing de structuur het stratenpa-
troon of de kom van waaruit het karakter van
het dorp is ontstaan. Die andere structuur moet
zich wel verhouden tot wat er al is en desnoods
met de nieuwe eisen van de tijd, maar moet geen
aantasting daarvan opleveren. In zoverre moet
je met die voorwaarden ook rekening houden
bij het ontwerpen van stedelijke structuren.'
Hoe waardevol binnensteden zijn, heeft Krier
ook in dat opzicht met zijn creaties meer dan
eens bewezen. De ruimte van een stad biedt
echter de mogelijkheid van een binnenstad.
Die ruimte heeft een dorp niet.
J.D. Gerritsen is PR-medewerker van Heemschut
Noord-Holland.