april 2003 Heemschut 41 gevolg van de stijgende economische welvaart die zich sinds de jaren tachtig voordeed: een aanzienlijk aantal gebouwen en oorspronkelijke stedenbouwkundige structuren was inmiddels voorgoed verdwenen. Even grote aantallen waren ten prooi gevallen aan verwaarlozing of speculatie. Als gevolg van de stijgende welvaart was de bouwproductie in de vroege jaren negentig hyperactief. Anonieme, karakterloze gebouwen en mathematische stedenbouwkun dige plannen werden in hoog tempo ontworpen en uitgevoerd. Zelden of nooit leek daarbij rekening te worden gehouden met sociale en culturele dimensies en gevolgen. Het leek me onvermijdelijk dat, tenzij Indonesië iedere herinnering aan geschiedenis en zeker aan de laatste periode van haar koloniale bestaan wilde uitwissen, actie geboden was om in ieder geval dit erfgoed te documenteren en eventueel te conserveren. Ik ging op pad en sprak met diverse Indonesische en buitenlandse professionals die het belang van deze artefacten erkenden, pleitten voor onderhoud en behoud ervan en de noodzaak om, voor het creëren van inzicht in de beteke nis en het belang van het erfgoed, ook bij een breed publiek belangstelling en bewustzijn te scheppen. Ze vertelden me dat hun streven in 1985 onverwacht veel bijval had gekregen toen het voormalige sociëteitsgebouw 'De Harmonie' in Jakarta was afgebroken om de simpele reden dat de naburige verkeersweg verbreed moest worden. Jakartanen en vakmensen verenigden zich en gaven in publicaties en demonstraties lucht aan hun ergernis en frustratie over dit voorval. Het feit dat 'De Harmonie' een vroeg negentiende-eeuwse gebouw was - en dus uit de koloniale tijd stamde - bleek daarbij niet ter zake. Waar het om ging was de gang van zaken, de desinteresse die eruit sprak en de kwetsbaar heid van monumenten. Tegelijkertijd rees de vraag hoe, als het al zo gemakkelijk was om solide, zichtbare, tastbare en prominente objec ten van het aardoppervlak te verwijderen, de overlevingskansen waren voor meer fragiele, onzichtbare, ontastbare en minder prominente artefacten. Beschermingsorganisaties Niet lang na deze belangwekkende gebeurtenis ontstonden in Indonesië op grote schaal lokale, regionale en nationale organisaties en richtlij nen die zich met erfgoed bezig hielden. Tot de eerste organisaties behoorden de National Heritage Trust (Jakarta, 1989), deBandung Heritage Society (1987) en de Jogja Heritage Society (1989). Meer recente zijn de Sumatra Heritage Society in Medan, de West Sumatra Heritage Society in Padang en de Heritage Society in Makassar. De belangrijkste doelstelling van deze groepen is het creëren van bewustzijn, betrokkenheid en steun voor diverse vormen van erfgoed, variërend van architectuur en Singergebouw, Bandung. Sinds de bouw in 1930 markeerde het Singergebouw een Simpang Limaeen ingewikkeld knooppunt van hoofdwegen. Ondanks 'Undang-undang Republik Indonesia nomor 5 tahun 1992 tentang benda cagar budaya', waarbij het niet toegestaan is zonder vergunning wijzigingen aan te brengen of af te breken, en ondanks een overeenkomst tussen de gemeente en de Bandung Society Heritage om de opties voor aangepast hergebruik te bekijken, werd het in 1993 afgebroken. Voornamelijk omdat de eigenaar van het nieuwe kantoor erachter meende dat Singer een onbelemmerd gezicht op het nieuwe gebouw in de weg stond. Foto's Pauline van Roosmalen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2003 | | pagina 43