Kruisherenklooster Ter Apel prijswinnende keuze ■lirri De Heemschut prijsvraag Nieuw in Oud is voor de tweede achtereenvolgende keer gewonnen door Tineke VooijsPR- medewerker van Heemschut Groningen. Haar keuze voor de nieuwbouw van het middeleeuwse Kruisherenklooster in Ter Apel (Groningen) vond de jury, bestaande uit de redactie van dit blad, het meest overtuigend. Het Kruisherenklooster dateert uit 1464 en is sinds 1992 een Top Honderd Monument. Om daar iets nieuws aan toe te voegen zonder het oude gebouw aan te tasten is riskant. Al heel wat unieke monumenten zijn door een veel te nadrukkelijk eigentijds ontwerp dan wel door een te oubollige imitatie van de historie glorieus de vernieling in geholpen. Dat geldt dus niet voor de onlangs gerealiseerde westvleugel van het klooster. 38 Heemschut april 2003 Exterieur oude Kruisherenklooster. Foto's Piet Notenbomer. Het klooster is sinds 1988 kernmuseum voor religieuze kunst en kerkelijke geschiedenis. Zo heeft de kapel prachtige koorbanken en een natuurstenen oksaal van Baumberger kalkzand steen, houten plafondschilderingen in de refter, serene kloostergangen en gotische gewelven. Het is maar een greep. Het gebouw ontbeerde echter een tentoonstel lingsruimte waar het klimaat geregeld kon worden. Aan de westzijde werd daarom een nieuwe vleugel toegevoegd, die eind vorig jaar gereed kwam. Het ontwerp is van architect prof. J. Exner uit Arhus, Denemarken. Hij is onder meer bekend van het Kolding Hus, in architectuurkringen bekend als een 'oude ruïne onder een nieuw dak'. Exner stemde maat en schaal en ook de gebruikte materialen en kleuren van de nieuwe vleugel af op het monument, maar ze zijn onte genzeggelijk van deze tijd. De nieuwbouw gaat geen 'harde' confrontatie aan met de middel eeuwse omgeving maar heeft een zeer eigen, individuele verschijningsvorm. Dat heet archi tectuur. De architect heeft duidelijk zijn nek uitgesto ken. Toegegeven, de tand des tijds moet de rode baksteen nog wat 'aantasten'. De ronding van een traptoren in de nieuwbouw sluit prach tig aan op het oude klooster. Maar nieuw en oud zijn ook duidelijk te onderscheiden, de rafelrand van de vroegere afbraak is nog zichtbaar. De verbindingen tussen het oude en het nieuwe deel bestaan uit glaspanelen. Tineke Vooijs schreef in het vorige nummer: 'De benedenver dieping van de nieuwe westvleugel is doorzich tig, zodat van buitenaf de kloostertuin te zien is. De bovenste verdieping is de tentoonstellings ruimte. De stenen lamellen filteren het zonlicht, maar maken ook het zicht op de omgeving mogelijk. De nieuwe vleugel harmo nieert met het historische gebouw door vorm geving en materiaalgebruik.' Orde van het Heilig Kruis De oorspronkelijke bewoners en bouwers van het klooster waren de Kruisbroeders van de Orde van het Heilig Kruis (o.s.c.). Tot de komst van de Reformatie in 1593 bleef de kloostergemeenschap bestaan. Na de Reformatie was het gebouw met omliggende bossen en landerijen lange tijd in bezit van de stad Groningen, in 1976 kwam het in handen van de staat. In 1988 werd het laatgotische gebouw kernmuseum voor religieuze kunst en kerkelijke geschiedenis. Het huidige Museum- Klooster ligt aan de noordkant van Ter Apel, in het uiterste puntje van Zuidoost-Groningen, op een beboste zandrug, langs een eeuwenoude handelsroute van Münster naar Groningen. Tegenover het klooster vind je Hotel Boschhuis. Het is gebouwd op de fundamenten van de middeleeuwse bierbrouwerij van de Kruisheren, en bezit leuke terrassen. Het klooster mag dan museum zijn, een management anno 2003 laat het daar niet bij. Om de website www.7iiuseumklooster-terapel.com te citeren: Het gebouw is ook heel geschikt voor:.trouwlustige paartjes die elkaar het "ja-woord" willen geven in de romantische kapittelzaal. En niet te vergeten de muzieklief hebbers om te genieten van concerten in de eeuwenoude kapel met zijn goede akoestiek. Ook bedrijven en instellingen kunnen een deel van het gebouw huren voor het houden van een stijlvolle receptie of een studiedag in de stilte...' Redactie

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2003 | | pagina 40