Topbeschermer Jan van der Eerden (76) verlaat Brabantse commissie De Binnendieze. Het Brabantse provinciehuis. Het Bossche structuurplan. Plannen uit de zestiger jaren, die landelijke bekendheid kregen. Niet vanwege hun architectonische of ruimtelijke kwaliteit, maar omdat de Bossche architect Jan van der Eerden en advocaat Hein Bergé op de barricades klommen en tegen de toenmalige tijdgeest in de ideeën van het stadsbestuur te vuur en te zwaard bestreden. Dat deden ze onder meer vanuit de provinciale commissie van de Bond Heemschut. Van der Eerden, die 35 jaar deel heeft uitgemaakt van dit gezelschap, stopt er nu mee. Gezien zijn leeftijd (76 jaar) heeft hij er node toe moeten besluiten zijn (neven)werkzaamheden te beperken. Bergé, zijn tien jaar oudere 'tweelingbroer' op monumententerrein, is al drie jaar geleden vanwege zijn leeftijd uit de provinciale commissie gestapt, waarvan hij ongeveer een kwart eeuw achtereenvolgens secretaris en voorzitter was. 30 Heemschut april 2003 'Wij hebben altijd op diverse fronten gevoch ten tegen nieuwlichterij, die het karakter van Den Bosch dreigde aan te tasten. Heemschut heeft ons daarbij praktisch altijd ondersteund. Dat was voor ons erg belangrijk, want 'brieven uit Amsterdam maakten veel indruk in het stad huis', vertelt Van der Eerden. Hij vertrouwt er op, dat Heemschut - daarin geïnspireerd door de provinciale commissie met betrokken Bossche leden - ook in de toekomst in de bres zal springen voor het behoud van de monu menten in de Brabantse hoofdstad. Den Bosch is als geheel een uniek monument, was de achterliggende gedachte van Van der Eerden en Bergé, toen in de zestiger jaren het ene na het andere rampenplan werd gelan ceerd. We nemen ze even door. Een structuurplan, dat voorzag in de sloop van een groot aantal monumentale panden. 'In gevellengte zes kilometer: van de Bossche Markt tot het psychiatrisch ziekenhuis Voorburg in Vught', omschrijft Van der Eerden fijntjes, suggererend dat 'ze' op het stadhuis niet goed bij hun hoofd waren. Ze vonden dat grote delen van de historische binnenstad plaats moesten maken voor de auto. Het Brabantse Provinciehuis, dat aanvankelijk honderd meter hoog was gepland en waarvan Van der Eerden met tekeningen aantoonde, dat het unieke silhouet van de stad er onherkenbaar door zou worden aangetast. Het riviertje De Binnendieze, waarvan het stadsbestuur vond dat het moest worden gedempt, maar dat door de acties van de Bossche 'tweeling' (na een aanvankelijke neder laag in de gemeenteraad) uiteindelijk door de minister bij het beschermd stadsgezicht werd betrokken, waardoor Den Bosch nu beschikt over een toeristische trekpleister met grote cultuurhistorische waarde. Hein Bergé en Jan van der Eerden bundelden begin jaren zestig hun krachten in het 'Comité tot behoud van de binnenstad van 's-Hertogenbosch', kortweg Comité Binnenstad. 'Aanvankelijk waren we maar met zijn tweeën. Ik werkte meer achter de scher men. Hein trad als woordvoerder in de open baarheid, waardoor het leek alsof we een grote achterban hadden.' Die achterban was er overi gens latent wel degelijk, wantin 1966 behaalde het inmiddels de politiek ingestapte tandem Bergé- Van der Eerden met de groepering 'Beter Bestuur'vier raadszetels. Onmiddellijk werden de vergaderingen van de raadscommis sies Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken ochtendvullende zittingen in plaats van verplichte nummertjes van een half uur. Beter Bestuur vormde weliswaar een relatief kleine minderheid, maar fungeerde als kataly sator. Bij de volgende verkiezingen trok de 'Monumentenpartij' op met de Jongerengroep. De fusie bleek weliswaar niet blijvend, maar het )an van der Eerden. Foto Felix Janssens, 1998. stadsbestuur keerde geleidelijk terug van de dwalingen zijns weegs. Bij de verkiezingen van 1971 (vanwege gemeentelijke herindeling) namen diverse politieke partijen - met name de groepering Knillis - delen van het programma van Beter Bestuur over. Jan van der Eerden - na vijf tropenjaren in de politiek op dat moment even opgebrand - kon met geheven hoofd de politieke arena verlaten, maar bleef de strijd wel op andere fronten voortzetten. Gevoel en emotie vormden altijd de drijfveren voor zijn activiteiten in de politiek, in Heemschut, in de heemkundige kring Bosboom en later - toen die zijns inziens te elitair werd - in de 'Vrienden van Den Bosch.' Daarom kan hij zich met terugwerkende kracht nog kwaad maken om beweringen als zou hij destijds de politiek zijn ingestapt om opdrachten in de wacht te slepen, "t Heeft me juist opdrachten gekost, omdat ik tal van plannen heb bestreden. De toenmalige burgemeester Lambooy zag me aankomen. Bovendien heeft al het pro Deo werk voor het behoud van Den Bosch zoveel beslag op me gelegd, dat ik aan mijn eigen werk nauwelijks toekwam. Gelukkig heeft mijn vrouw altijd een inkomen gehad als harpiste bij Het Brabants Orkest, anders hadden we het met ons gezin nooit kunnen rooien', aldus Van der Eerden. Jan Kennen, PR-medewerker Heemschut Noord- Brabant.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2003 | | pagina 32