april 2003 Heemschut 13 Nieuwbouw in Appelscha, Eerste Wijk, ten noorden van de Compagnonsvaart. Deze woningen werden op initiatief van Woning bouwvereniging Ooststellingwerf in 1993 gebouwd naar ontwerp van architect Sieds de jong uit Sneek. Eigentijdse, goede vertalingen van de spultsjes. Vernieuwing van het vitale thema bij Appelscha De woninkjes aan de Eerste Wijk ten noorden van de Compagnonsvaart van Appelscha werden op initiatief van Woningbouwvereniging Ooststellingwerf in 1993 vervangen door een drietal dubbele woningen naar ontwerp van architect Sieds de Jong uit Sneek. Ze staan mooi uitgelijnd aan de voormalige verveningssloot en vallen positief op tussen de gebruikelijke en vervelende nieuwbouw van de witte schimmel van Appelscha- Noord. Het zijn drie eigentijdse vertalingen van de spultsjes, drie rode huizen met eigenwijze, boegvor- mige als hoge erkers werkende raampuien en overste kend dak dat aan de achterzijden verder doorschiet met daar aan de zijkanten de toegangsportalen. Twee onder één kap, dus in totaal zes woningen in drie huizen. Prachtig! Er had wel een rij van twintig van die huizen aan de Eerste Wijk mogen komen. Opdrachtgever en architect zijn stellig uitgegaan van het sterke beeld van de landarbeiderswoningen uit het interbellum. Dergelijke huizen harmoniëren in het landschap van zuidoost Friesland. Na de hiervoor al genoemde kopieën op grote schaal aan onder meer de Lytse Buorren bij Sumar en De Plasse bij Langezwaag uit 1988 zijn dit frisse bewijzen dat het thema van de spultsjes nog voldoende vitaliteit bezit om er een gewisse toekomst mee in te gaan. Ze hebben verder geen navolging gekregen, zijn helaas een eenmalig experiment gebleven, een zwakke echo. Toch, zeven jaar later, in 2000, kreeg het thema op initiatief van dezelfde corporatie, Woningbouw vereniging Ooststellingwerf, inmiddels met een Drentse collega tot 'Actium' gefuseerd, op een vols trekt andere wijze een nieuwe impuls, ook weer bij Appelscha. De reeks van zeven landarbeiderswoningen aan de Boslaan van vóór 1920 was een rommeltje geworden. Ze zijn vervangen door acht royale, dubbele woningen in de sfeer van de vroegere woningen, maar wel op een veel grotere schaal en met de dynamiek van de eigen tijd. De woningen staan mooi ver van de smalle, door stevige eiken omzoomde laan; ze lijken eerder in het land dan aan de weg te staan. Vergeleken bij de gebrui kelijke krappe plaatsing van nieuwbouw hebben deze grote bouwwerken, per paar gegroepeerd, zeer royale erven. Ze hebben, net als de vroegere landarbeiders woningen, de kappen haaks op de as van de laan. Ze ogen door deze ruime plaatsing en met hun grote rode daken als moderne boerderijen. Het zijn geen schild- kappen; tussen de geveltoppen liggen flinke zadelda ken, die in het midden doorschieten om bergingen te vormen. Waar het dakschild doorschiet, staan dakka pellen. Dat hoort bij boerderijen helemaal niet en zo is de woonfunctie te herkennen. Is de uitdrukking in grote lijnen rustiek, uit de zorgvuldige en eigentijdse materiaalvariatie en detaillering kan meteen worden opgemaakt dat het om woonhuizen gaat. Architect Jort Spcmjer uit Grollo heeft de vitale impuls die nog steeds van de spultsjes uitgaat, begrepen. Er worden vaak dikke verhalen afgestoken over de karakteristiek van een dorp of landschap. Dan is het zaak om zorgvuldig met nieuwe ontwikkelingen om te gaan om de identiteit niet te verliezen. De Ooststellingwerfse woningbouwvereniging heeft dat haarfijn aangevoeld en door de keuze van goede ontwerpers gezorgd dat niet werd vervallen in gemak zuchtige nostalgie. Drs P. Karstkarel is kunsthistoricus en publicist.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2003 | | pagina 15