12
Heemschut
De spultsjes van Ooststellingwerf
Ondanks problemen met het vinden van goede bouw
locaties, werden ook in de uiterste zuidoosthoek
kansen gezien om arbeiderswoningen te bouwen en de
'Woningstichting in de gemeente Ooststellingwerf
kreeg op 3 februari 1913 officieel toelating. Drie
maanden later was de financiering rond voor de bouw
van veertien woningen - het rijk moest in deze behoef
tige gemeente het hele tekort dekken. Er kwam een
woning in Appelscha, er kwamen er vier in
Donkerbroek en negen in Haulerwijk. Bij alle wonin
gen hoorde 'A hectare tuingrond voor eigenbouw.
Spoedig kwam de bouw op gang en tot in de jaren
dertig heeft de stichting veelal vrijstaande woningen
met tuingrond kunnen blijven bouwen. Dat gebeurde
meestal buiten de bebouwde kom van de dorpen, wat
bij Haulerwijk en bij Appelscha nog steeds is te zien.
Vijf spultsjes werden erin 1920 gebouwd aan de
Herenwal in Donkerbroek. Gebouwd van grauwe
steen, is het metselwerk verlevendigd met sier in gele
baksteen en het timmerwerk zorgvuldig met decora
tieve aandacht bij boeiboorden, makelaar en dergelijke
uitgevoerd. Eén is afgebroken, maar de andere staan,
meestal wat uitgebreid en op details veranderd, mooi
uitgelijnd aan de vaart. Het is een compact ensemble
van historische en monumentale waarden. Ten zuiden
van Donkerbroek staat verspreid nabij de buurschap
Petersburg ook een aantal van deze spultsjes die goed
deels zijn geprivatiseerd, waaronder de oorspronkelijk
heid ernstig heeft geleden. Ook in het westelijker
gelegen Oldeberkoop hebben dergelijke landarbei
derswoningen gestaan. Deze spultsjes zijn allemaal in
1920 tot stand gekomen.
Bij Appelscha, de laatste nederzetting van veenarbei
ders bij de Drentse grens, bouwde de corporatie even
eens arbeiderswoningen in het noordoosten van een
buurt die zich tot een jong dorp, Ravenswoud, ontwik
kelde. Ze zijn inmiddels alle verdwenen. In een ruim
carré eromheen waren de gronden door een speciaal
daartoe opgerichte compagnie geschikt gemaakt voor
de landbouw, waarbij de ontginningsboerderijen heel
regelmatig, bijna streng, aan de randwegen werden
gebouwd. Van de arbeiderswoningen resteert geen
enkele, maar de ontwikkelingen van Ravenswoud met
zijn boerderijen zijn nog zo evident dat dorp en omge
ving in het kader van de MIP/MSP (Monumenten
Inventarisatie en Selectie Project) tot beschermd
gebied zijn aangewezen.
Dichter bij het vaartdorp Appelscha zijn aan de noord
en zuidzijde bij de Eerste Wijk en aan de Boslaan
respectievelijk een reeksje en een flinke rij spultsjes
ontwikkeld die inmiddels zijn vervangen door nieuw
bouw, waarover straks. Nabij de langgerekte veenne-
derzetting Haulerwijk zijn in het kader van de
Woningwet ook een aantal woningbouwprojecten
gerealiseerd. Daar geen kleine boerderijtjes, maar vrij
staande woningen of dwarsgeplaatste twee-onder-een
kappers die wel op een ruim erf kwamen en voorzien
werden van een flinke schuur. Na 1920 krompen de
financiële mogelijkheden om arbeiderswoningen te
bouwen sterk en pas in de loop van de jaren 1930
konden weer plannen voor bouwprojecten gemaakt
worden. In Appelscha werden in 1937 ver buiten het
dorp aan de Drentseweg rijen van vier en negen vrij
staande woningen gebouwd en in hetzelfde jaar
kwamen buiten Haulerwijk aan het Smidslaantje vijf,
aan de Meidoornlaan vier en aan de Scheidingsreed
twee vrijstaande woningen tot stand. Al deze woningen
bestaan nog en vormen frisse ensembles in het lande
lijke gebied.
Spuitje 'De Molenhoek'
(1920) in Oldeberkoop is
na zorgvuldige restauratie
kantoor en bezoekers
centrum van de jaarlijkse
kunstmanifestatie 'Open
Stal' geworden.
april 2003