jargon oelebord, üleboerd, uilenbord 8 y 29 Heemschut waarop de sterrenwacht is gebouwd, zich een enorm gewelfd gangenstelsel bevindt achter een toegangspoort. In de toekomst zal de sterrenwacht gecombi neerd worden met een historisch museum. In 1551 werden er in opdracht van Karei V vier bastions gebouwd rondom de stad. Het ontwerp van een bastion met een onregelma tige vijfhoek was waarschijnlijk net vanuit Italië (via Antwerpen) in Nederland geïntroduceerd. Hemmes verrichte behalve bouwhistorisch onderzoek ter plaatse intensief archiefonder zoek. Zij zocht naar het antwoord op de vraag hoe deze vernieuwde manier van bouwen vanuit Italië naar Nederland is gekomen. En welk aandeel de Italiaan Donato Buoni en welk aandeel Olivier van Noort - rond 15 50 stads bouwmeester in Utrecht - hebben gehad bij ontwerp en uitvoering van de vestingwerken. Zowel defensief als aanvallend veranderende veel in de betreffende periode. Hemmes stelt dat het aandeel van Van Noort waarschijnlijk veel groter is geweest dan tot op heden vermoed. Bij het bouwhistorisch onderzoek werd de binnenplaats uitgegraven en de oude vloer met keien kwam te voorschijn. De binnenplaats is een merkwaardig verschijnsel in het bastion, waartoe diende de binnenplaats? Bij de Italiaanse ontwerpen komen ze niet voor. Was deze er louter en alleen om de kruitdampen te laten ontsnappen? Ook bevinden zich hiertoe boven de schietgaten luchtgaten, waarschijnlijk om een natuurlijke trek met de binnenplaats te bewerkstelligen. Verder zal de binnenplaats ook zeker een logistieke functie gehad hebben. Ondanks de vernieuwingen in dit bastion (de oorspronkelijke tekeningen zijn verloren) toont Hemmes aan dat Van Noort toch ook terug grijpt in zijn vernieuwde ontwerp naar elemen ten uit het traditionele type rondeel. Het is te hopen dat de bevindingen van Agnes Hemmes worden gepubliceerd in een bundel met vestingbouwkundige bijdragen. Dan kan er geen sprake zijn van plankenkoorts en hoeft de presentatie ook niet binnen de tijdslimiet gehouden te worden. Het verzoek 'let je op de tijd', heeft geen rustgevende uitwerking, inte gendeel. Verslag van een dergelijk voor leken ingewikkeld onderzoek leest bovendien makke lijker. De KNOB Jongerendag was ook dit keer weer een groot succes. Vooral omdat de gepresen teerde onderwerpen zo verschillend van aard waren. Het is te hopen dat dit een jaarlijks terugkerende KNOB activiteit is. Dit blad geeft studenten de kans afstudeerprojecten in een bondig artikel te verwoorden."5' Zie voor een verslag van deze studiedag Heemschut nummer 2 (april) 2002p. 16. Informatie: tel. 020-6225292redactie@heemschut.nl Kent u alle monumentale en karakteristieke details van boerderijen bij naam? Vast niet. We helpen u een handje. In dit Jaar van de Boerderij halen wij de rubriek Jargon weer van stal. We hopen dat ook Heemschutlezers een steentje willen bijdragen en roepen u op merkwaardige, streekgebonden woorden met betrekking tot boerderij en boerenerf en hun verklaring, voorzien van tekening of foto, aan ons te mailen of te zenden.* Opmerkingen en aanvullingen op geplaatste teksten zijn ook van harte welkom. Ditmaal een poging tot het verklaren van het woord oelebord, üleboerd, of volgens de nieuwe spelling uilenbord. Haslinghuis' Bouwkundige termen schrijft in 1953 nog dat het een klein driehoekig schot achter de windveren van het boeren( rieten) dak is, waarin zich een 'oele', een luchtgat bevindt. Oele of üle betekent in het fries echter uil. De editie van 1986 voegt toe dat door het gat de in de schuur nestelende uilen kunnen aan en afvliegen. Onder huistekens lezen we verder dat de driehoek wordt geflan keerd door twee houten zwanen, geschei den door een uitgezaagde plank, de make laar genoemd. De oeleborden zien we vooral in Friesland, Groningen, Drenthe en de Achterhoek, de makelaars komen ook veelvuldig in Noord-Holland voor. De makelaar is de middenstijl van een kapspant, waarin de nok is ingelaten en waarin de kapbenen en eventueel ook de hoekkepers samenkomen. De makelaar wordt aan de buitenzijde soms verlengd en van een decoratieve bekroning voorzien. Waarschijnlijk is de lengte en de mate van versieringen rondom de makelaar een afspiegeling van de materiële welstand van de boer. En in Groningen is het gezegde: 'As'r gain tempel (makelaar) op dak staait, is vraauwbaos'. Waarschijnlijk was het gat in het oulebord aanvankelijk bedoeld als nokventilatie. Soms is het gat ook gedeeltelijk gevuld met een houten decoratie. Als bijkomstigheid is het gat een entree voor uilen (en andere vogels), die in de schuren of op delen de muizenpopulaties samen met de katten in toom houden. Plausibel is de uitleg van Luuk van der Veen in 'Boerderijen in Nederland; op reis langs de monumenten van ons platteland' (Amsterdam, 1985, p. 66). Hij stelt dat de uilenborden op de wolfseinden werden geplaatst, de meest kwetsbare punten van het (rieten)dak, bedoeld als bescherming tegen weer en wind. Aanvankelijk dus louter constructief van aard. Dit tonen de vroegste afbeeldingen ook aan, want daarop is geen vlieggat te zien. Het vlieggat is waarschijnlijk ontstaan in dezelfde periode als de versieringen. Deze versieringen van het uilenbord zijn ontstaan in de loop van de 17de eeuw, gelijktijdig ontwikkelden zich de gedecoreerde makelaars met de gestileerde zwanen, die zichzelf in de borst pikken. Zijn het christelijke of heidense motieven, of is het een Friese dorpstimmerman geweest die als eerste de zwanen uitsneed? De zwaan (bijvoorbeeld beroemd om zijn zang als hij sterven gaat) is echter wel dege lijk symbolisch van aard. In ieder geval spreekt het mooi gedeco reerde uilenbord mensen aan. Tegenwoordig zien we ze ook op nostalgisch gebouwde nieuwbouw boerderijen, boerde- rettes en zelfs villa's. Literatuur Molen, S.J. van der, UilehordenLeeuwarden, De Friese Pers, 1981. Uw reacties zenden aan: redactie@heemschut.nl of per post ter attentie van de redactie Heemschut, NZ Kolk 28, 1012 PV Amsterdam. februari 2003 ULESOCRD RfcLOTUKEN ÜLEBOERD vAuxn y

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2003 | | pagina 31