Tweede KNOB Jongerenstudiedag
Anne-Marie ten Cate
Pas afgestudeerden op een studiedag laten vertellen over hun
onderzoeksresultaten. Dat bleek een Jaar geleden* een succes
formule van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond
(KNOB). Op de dag af een jaar Sater, op 30 november, volgde
een herhaling. De opkomst was nu groter: veel KNOB-leden,
studenten, opleiders en geïnteresseerden.
Variatie genoeg. Een DeSftenaar met een ongebreideld fantasievol
plan, via PowerPoint gepresenteerd, voor de verbouwing van de
sojafabriek CereoS in Utrecht tot Openbare Bibliotheek. Een
studente architectuurgeschiedenis met een betoog dat bijna
verzande in een overdaad aan historische en archivalische
gegevens over het Bastion Sonneburgh, eveneens te Utrecht.
De extremen van onderzoeksresultaten in een notendop.
februari 2003
Heemschut
27
HBO
De KNOB was te gast bij de Hogeschool van
Utrecht. Pim Brinkmandeels lector aan de
Hogeschool en deels werkzaam bij de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, afdeling
Kennisoverdracht, hield een inleiding over de
onderwijsactiviteiten aan de Hogeschool, op
het gebied van bouwhistorie en restauratie.
Vanaf 1 september 2002 bestaat er aan de
Hogeschool een leerstoel/kenniskring
Monumentenzorg. Het is de bedoeling dat
bouwkund estudenten aan de Hogeschool na
hun tweede jaar een keuzevak respectievelijk
een afstudeerrichting restauratie kunnen
volgen. Voorts wordt een post-HBO (ook wel
HBO+ genoemd) opleiding verder ontwikkeld,
die in 2001 is gestart. Zo'n veertig personen
meldden zich aan voor deze deeltijdopleiding,
hetgeen duidelijk aangeeft dat er behoefte is
aan gericht onderwijs op het gebied van
bouwhistorie en monumentenzorg. Er zijn
twee richtingen, bouwhistorie en restauratie.
Ondersteunend werk wordt verricht door
Peter MartensCor BouwstraJan Droge en
Leo Wevers. Ook vanuit de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg wordt flinke ondersteuning
verleend. Het is een brede opleiding met onder
andere materiaalkunde, bouwfysica, regelge
ving, enzovoort en cultuurgeschiedenis in de
ruimste zin van het woord (geschiedenis van de
architectuur, monumentenzorg en restauratie).
Duidelijk mag zijn dat er geen bouwhistorici en
restauratiearchitecten worden afgeleverd - die
begrippen staan volgens Brinkman voor ruime
praktijkervaring - maar wel mensen die
aantoonbaar interesse hebben voor het werk
terrein van de monumentenzorg. Zouden zij
anders naast een baan, bijvoorbeeld bij een
gemeentelijk bureau monumentenzorg of de
Monumentenwacht, een tweejarige opleiding
gaan volgen?
Behalve het vormgeven van bovengenoemde
onderwijsmogelijkheden is er een groep per
sonen uit verschillende disciplines, onder wie
Brinkman, bezig om alle onderwijsmogelijkhe
den van laag LBO) naar hoog (postdoctoraal
en international masters) in kaart te brengen,
om betere doorleermethoden te bewerkstelli
gen. Dit onderzoek zal komend jaar afgerond
worden en wij hopen de Heemschutlezers in
een van de komende nummers daarover te
berichten.
Kruithuis
Op de studiedag was de eerste groep sprekers
afkomstig van de bovengenoemde HBO+
opleiding te Utrecht. In hun eerste jaar moesten
Kruithuis, Den Bosch. Foto Otto Rhemrev.
zij in werkgroepvorm historische, bouwhistori
sche en constructieve (bouwfysisch) verkennin
gen maken, een waardestelling en een onder
zoek doen naar herbestemmingmogelijkheden
van een object of ensemble. De groep had het
Kruithuis in Den Bosch uit 1621 als onder
zoeksproject gekozen, omdat het gemeentelijk
museum het complex had verlaten en er nog
geen nieuwe bestemming gevonden is. Allerlei
onderzoeken zijn gedaan: hoe te isoleren terwijl
de monumentale kap in zicht blijft, funderings-
onderzoek, enzovoort. Bij de waardestelling
kwam de groep tot de conclusie dat het open
karakter, zowel de open binnenruimte als die
van de omgeving van het Kruithuis de monu
mentale waarde zou vergroten, hetgeen zou
betekenen dat in de omgeving veel afgebroken
zou moeten worden, inclusief de officierswo
ningen en de bakkerij, die volgens de groep
hooguit de waarde van een gemeentelijk monu
ment hebben. Hoe de directe omgeving van het
Kruithuis in de loop van de eeuwen is bebouwd,
is echter niet eenvoudigweg met een vlakgom
te verwijderen en moet dan ook zeker bij een
waardestelling meewegen.
Huis te Spankeren
Martijn Andelawerkzaam bij Bureau
Monumenten Archeologie in Amsterdam,
volgde de waarschijnlijk meest ideale combina
tie van studies: HTS-Bouwkunde, vervolgens
architectuurgeschiedenis aan de Vrije
Universiteit met bijvakken bouwhistorie in
Delft en Leiden. Hij verrichtte architectuur-
en bouwhistorisch onderzoek naar de Gelderse
toren -Huis te Spankeren - in de uiterwaarden
van de IJssel nabij Arnhem. De hoge waters
tand leidt voortdurend tot schade en de huidige
bewoners kunnen de kelders al jaren niet meer
gebruiken. Eigenaar zoekt naar oplossingen de
wateroverlast te verminderen. Hij stelde voor
de hele toren 50 centimeter op te krikken, maar
dan is er te veel verlies van cultuurhistorische
waarden. Evenals het droogleggen van het
terrein door middel van dijkverhoging niet
mogelijk is, want het hele gebied valt onder de
Natuurschoonwet.
Een dagje afstudeer
projecten bouwhistorle