Schevenings erfgoed:
bleef er wat van over?
üsr. PiMiÜ&ftHI
Gijs van Herwaarden
In een special, dat voor een groot deel aan Den Haag is gewijd,
mag de parel in de kroon van de Hofstad, de badplaats
Scheveningen natuurlijk niet ontbreken. We vroegen monumenten-
deskundige en Hagenaar Gijs van Herwaarden iets te vertellen
over de historie van de badplaats en eens op een rij te zetten,
wat er in de loop der tijd aan Schevenings erfgoed is verdwenen,
vervangen of verkwanseld. Geen opwekkend verhaal maar wel
met liefde geschreven.
MMmfprr-iiwr"! gr BfeMMfgiMMiMMii
6
Heemschut
oktober 2002
Scheveningen komt voor het eerst voor in de
tijd van de Hollandse Graaf Floris V, eind 13de
eeuw. In de loop der jaren heeft het dorp, dat in
1514212 haardsteden telde waarvan 56 armlas
tig, steeds zwaar te lijden gehad van stormen,
waardoor telkens huizen werden weggespoeld.
Zo ging door de St. Elisabethsvloed in 1470
meer dan de helft van de huizen verloren. Op
initiatief van Constantijn Huygens werd in 1665
een verharde straatweg tussen Scheveningen en
Den Haag aangelegd, de nog altijd bestaande
Scheveningseweg. Aan deze weg ligt de ingang
van de begraafplaats 'Ter Navolging' uit 1780.
Wanneer Stadhouder Willem Kin 1795 de wijk
neemt met een visserspink van het Scheveningse
Gevers Deynootplein met Kurhaus ca. 1960.
Foto's Coll. Museum Scheveningen.
strand naar Engeland telt Scheveningen 2638
inwoners, die in 200 huizen wonen. De vissers
vloot omvat dan 65 pinken.
Badplaats in ontwikkeling
In 1818 opent Jacob Pronk ten noorden van
het dorp de eerste zeebadinrichting, het
Stedelijk Badhuis. In 1826/27 bouwt architect
A. Noordendorp in opdracht van Koning Willem I
een zomerverblijf op een duin boven het strand,
het latere Paviljoen Von Wied. Daaruit bleek
- en niet voor het laatst - welk een aantrek
kingskracht de zee en de duinen (ook) op de
Koninklijke familie uitoefenden. Badonder-
nemerH.E. Maas kocht in 1844 het Heeren
logement op de kop van de Keizerstraat en
opende daarin het hotel annex badinrichting
Zeerust, een geduchte concurrent van het
Stedelijk Badhuis. In de loop van de 19de eeuw
komt de badplaats verder tot ontwikkeling met
de bouw van een aantal grote hotels zoals Hotel
Garni (1858), het latere Grand Hotel, het
Oranjehotel met de Oranjegalerij (1860, archi
tect C. Outshoom, in 1952 gesloopt), Hotel
Rauch (1875), Hotel Savoy en Hotel des
Galeries (1876, architect J.J.C. de Wijs). Op de
plaats van het oude Stedelijk Badhuis, dat in
1867 door architect Z. Reijers nog wat vergroot
met twee vleugels en toen Grand Hotel des
Bains heette, verrees het luxueuze Kurhaus
(1885, na een brand herbouwd in 1887, architec
ten F. Ebert en J.F. FLenkenhajf). Het café
restaurant Seinpost werd in 1886 door architect
H. Westrajr. gebouwd en het Palacehotel in
1903 door architect W.B. van Liefland.
A.E. Maas spande zich zeer in om de visserij op
een hoger plan te brengen, o.a. door het intro
duceren van betere netten en de logger, en om
de toegankelijkheid van het dorp te vergroten
door de aanleg van een kanaal en een tram. Aan
zijn pleidooi om Scheveningen te voorzien van
een haven werd pas jaren na zijn dood en als
reactie op de stormramp van 1894 gehoor
gegeven. In 1904 kon de haven in gebruik
genomen worden. Scheveningen heeft dan ca.
25.000 inwoners, in 1918 44.318. In 1901 komt
het Wandelhoofd Wilhelmina, de (eerste) Pier,
tot stand, ontworpen door Van Liefland en
ir. E. Wyhofski. Van Liefland is ook de architect
van het Circustheater aan het Gevers Deynoot
plein, dat zijn deuren eveneens in 1904 opent.
In het 'ledige duingebied' rondom het dorp
werden aangename villawijken aangelegd, zoals
het Van Stolkpark en het Belgisch Park.
Veel schilders actief
Intussen groeide de kloof tussen de florerende,
veel, vooral ook buitenlandse, bezoekers trek
kende badplaats en het oude vissersdorp dat
met zijn als romantisch, authentiek en schilder
achtige oude huisjes, zijn in klederdracht
gehulde bewoners, de zee en het strand met
daarop de vissersschuiten op schilders van de
Haagse School als J. Israels,J. Weissenhruch,
H. W. Mesdag, die het oude Scheveningen voor
eeuwig vastlegde in zijn Panorama aan de
Zeestraat in Den Haag, Ph. Sade'e, A. Artz, J. en
W. Maris, A. Mauve, B. Blommers, W.B. Tholen,
J. de Jonge en anderen een onweerstaanbare
aantrekkingskracht had. De werkelijkheid was
echter veel minder romantisch. De leef- en
werkomstandigheden van de meeste
Scheveningers waren in veel gevallen ronduit
armzalig. De armoede in de vaak met veel
kinderen gezegende vissersgezinnen in hun