Onafhankelijk cultuurhistorisch
ondernemen
Luite Moraal
Eeuwigdurende subsidie-loketten marathon?
Een gegarandeerde en langdurige instandhouding van ons
erfgoed is beter gediend met een gezonde exploitatie, die
gebaseerd is op Cultuurhistorisch Ondernemen dan een
constante afhankelijkheid van onvoorspelbare subsidiestromen.
36
Heemschut
oktober 2002
Een tijdje geleden had ik op Kasteel de Haar de
heren C. Verhaar en J.F.K. Kits Nieuwenkamp
van de provinciale commissie Heemschut op
bezoek naar aanleiding van een artikel in
Heemschut van februari 2002 rond de
toekomstplannen van Kasteel de Haar in
Haarzuilens.
Ik overtuigde de heren ervan, dat de toekomst
plannen voor Kasteel de Haar tot doel hebben,
conform de stichtingsstatuten, het behoud en
de instandhouding van de cultuurhistorische
waarden ervan blijvend te garanderen. De
manier, waarop dat het beste kan, is erg belang
rijk.
Het instandhouden van cultureel erfgoed is
een taak waarvoor vele eigenaars, stichtingen,
besturen en instanties in Nederland met veel
energie en gedrevenheid staan. Het veruit
belangrijkste thema voor deze organen is hoe
het erfgoed te behouden binnen de beschikbare
(financiële) middelen.
Voor het merendeel van deze erfgoederen geldt
dat er zonder een substantiële bijdrage van de
overheid, subsidies en /of fondsen geen slui
tende begroting te realiseren is.
Het besturen, instandhouden en beheren van
cultureel erfgoed verwordt dan ook tot een
activiteit die voornamelijk bestaat uit het
frequent en voortdurend kloppen op de
deur(en) van mogelijke subsidiegevers en spon
soren. En dat met eigenlijk al vooraf de weten
schap dat de verstrekte bijdrage(n) onvoldoende
zullen zijn om de instandhouding blijvend te
garanderen. De enige zekerheid die verkregen
Kasteel De Haar in Haarzuilens.
Foto A.A. Dullé.
wordt, is die van het opnieuw op zoek moeten
gaan naar financieringsbronnen.
Een analyse van de (financiële) jaarverslagen
van de wat grotere stichtingen en instellingen
die het behoud van cultureel erfgoed tot doel
hebben leert bovendien nog dat:
- de kosten die gepaard gaan met de verwer
ving van sponsoren (loon- en advieskosten,
facilitaire diensten en de kosten voor de aan
vraag zelf) vaak ternauwernood gedekt
worden door de verworven sponsor/fonds
bijdrage,
- de vorm en inrichting van de organisatie
alsmede de 'core competence' ervan vaak
volledig geëquipeerd zijn op het verwerven
van subsidies en fondsen, wat uiteraard niet
onlogisch is gegeven de voortdurende
behoefte aan subsidies en fondsen,
- het inkomen uit activiteiten c.q. exploitatie
van het erfgoed vaak zo marginaal is dat de