12 Heemschut Nieuwe Haven 30 Trappenhuis gezien vanaf parterre. Ingebouwd op binnen plaats tussen voor- en achterhuis. Foto Marco de Nood. Idem gezien van bovenaf. Foto Marco de Nood. Nieuwe Haven nr 30. Trappenhuis vóór de sloop. Foto Hans Verwoerd. Majeure bouwkundige ingrepen De eerst bekende grote renovatie vindt in opdracht van Simon plaats in 1886 door architect en vriend Constan- tijn Muysken. In de jaren '20 maken de architecten Reus en Van Bilderbeek een ontwerp voor verbouwing van de tweede verdieping ten behoeve van depot- en expositie ruimte. In de jaren na 1950 wordt een restauratie uitge voerd waarbij het de bedoeling was de rode salon uit 1886 - het vroegere klein salet - uit te breken, hetgeen op het laatste nippertje door monumentenzorg werd verhinderd. Bij wijze van compromis wordt een betim mering aangebracht waarachter de ornamenten gehand haafd blijven. We zijn er nu blij om. Een volgende res taura tiegolf trof het museum in de periode 1965-1970. De belangrijkste ingreep aan het museum was de aanpak van het dak waarbij de schoorstenen en de dakkapellen aan de voorzijde verdwenen. Bij de recente restauratie stuitte men onvermijdelijk op dilemma's. Het pand, gebouwd en gebruikt als woon huis, moet nu 30.000 bezoekers per jaar ontvangen. Dordrecht Nieuwe Haven. Detail plattegrond van Isaac Tirion D.l. 1742. Stadsarchief Dordrecht. Uitgangspunten en dilemma's Het complex bestaat uit drie panden, alle rijksmonu ment: het woonhuis van Simon van Gijn, het eigenlijke museum (Nieuwe Haven 29); het aanpalende pand (Nieuwe Haven 30) met achterhuis (thans entree, gar derobe, museumcafé, trappenhuis en lift) en het pand Nieuwe Haven 27/28 eveneens met achterhuis, waar in het voorhuis museum '40-'45 een onderkomen heeft gevonden met in het achterhuis het restauratieatelier. Alle ruimten zijn toegankelijk gemaakt voor rolstoel gebruikers. Uitgangspunt is herstel van het interieur van Simon's woonhuis in de toestand waarin hij het heeft nagelaten. Het dilemma is nu dat, ofwel dit uitgangspunt wordt verlaten en de publieksvoorzieningen worden daar ten kosten van het woonhuis-museum gehandhaafd en uit gebreid, ofwel men brengt deze onder in het naastgele gen pand nummer 30, waardoor dit als woonhuis niet meer herkenbaar is. Dit alles stelt de ontwerpers voor een niet geringe opgaaf. Uiteindelijk is voor het laatste gekozen. Met reden, want het achterhuis (17de eeuw) was in bijzonder slechte staat en alle ornamenten in het voorhuis (18de eeuw) waren voornamelijk negentiende eeuws en van matige kwaliteit. De herinrichting van het museum concentreerde zich - naast technische voorzieningen als bekabeling - op de rode salon die in ere werd hersteld, de provisiekamer die in samenhang met de kelder weer toegankelijk werd gemaakt, en op de herinrichting van slaapkamers en badkamer en van de dienkeuken achter de eetkamer. De grote zaal met Oudenaerder wandtapijten, bibliotheek, studeer- en eetkamer werden gerenoveerd. Aangezien Van Gijn niet alleen Dordrecht gedocumenteerd heeft, april 2002

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2002 | | pagina 14