Het dak op, de kelder in
Bert Franssen
KNOB-studiedag over inventariseren van bouwhistorische waarden
De beschrijving van onze rijksmonumenten is oppervlakkig en
bepaald niet foutloos. Het is tijd voor een update, vindt de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Maar hoe inventariseer
je bouwhistorische waarden? Op een studiedag van de KNOB
legden bouwhistorici uit, hoe zij het doen. Mooie geveltjes
noteren, dat is nog niet eens het halve werk. Je moet naar
binnen, de kelder in of het dak op, via de 'overvalmethode' of
een nette brief aan de bewoner, als het maar werkt...
2
Heemschut
februari 2002
Assistent-bouwhistorica G. Korenberg van het
Monumenten Advies Bureau aan het werk in de
kelder van Kortestraat 28 (15de eeuw) in
Arnhem. Foto Monumenten Advies Bureau.
Is inventarisatie van bouwhistorische waarden
eigenlijk wel belangrijk? Prof. Dirk de Vries,
bouwhistoricus bij de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg, vindt van wel. Hij gaf voor
beelden.
In Maastricht stond men op het punt het
Vrijthoftheater te bouwen. 'Helaas' werd op de
bouwplaats onverwacht een zeer oud vakwerk
klooster ontdekt. Op het allerlaatste moment
werden de gegevens daarvan in kaart gebracht.
Wat deed de gemeente? Uit angst dat de bouw
van het theater niet door zou gaan, werd het
klooster drie weken eerder afgebroken dan
eerst de bedoeling was. Een tijdige inventa
risatie had dat voorkomen.
Ander voorbeeld. Een monumentaal pand in de
Catharinastraat te Breda geroot om onduide
lijke redenen geen bescherming. Het moest
plaats maken voor een meubeltoonzaal. De
toenmalige burgemeester Nijpels deed alles om
dat te voorkomen, was zelfs bereid in de buidel
te tasten. Het lukte niet. Er waren geen gege
vens over de bouwhistorische waarden.
Althans, ze werden pas op tafel gelegd, toen het
al te laat was. En zo raakte Breda overtuigd van
een algehele inventarisatie van de binnenstad,
die er ook gekomen is.
Je moetje daarbij niet beperken tot de aan de
straat zichtbare monumentale waarden. Want
wil je, gewoon door over straat te lopen,
bepalen welke panden waardevol zijn of voor
bescherming in aanmerking komen, dan mis je
nogal wat. Ad van Drunen heeft bij zijn inventa
risatie in Den Bosch er helemaal niet op gelet
of panden nu monument waren of niet. Hij
vroeg zich juist af wat zich achter de gevels
bevindt. Het leverde de ene na de andere veras
sing op. 'Je moest dus echt de gebouwen ingaan
om door te dringen tot de structuur en daaraan
gekoppeld de interieurwaarden,' zei De Vries.
Natuurlijk, er bestaan ook zogenaamd
beschermde stads- en dorpsgezichten. 'Maar
andere objecten dan de rijksmonumenten zijn
daarbij min of meer vogelvrij.'
Roosendaal
Ir. JA. van der Hoeve heeft baanbrekend inven
tariserend werk gedaan in een aantal steden.
Het totale bestand aan gebouwen werd in kaart
gebracht. Hij begint met globaal inventarise
ren, vertelde hij. Dan gaat hij de constructie en