Ruimtelijke ordening is niet als koopwaar te verhandelen' m W, Frank van de Poll Architect Wiek Röling veegt vloer aan met Haarlems gemeentebestuur Toen de binnenstad van Haarlem in 1987 werd aangewezen als beschermd stadsgezicht dacht Wiek Röling in al zijn onschuld dat zijn missie volbracht was en hij zijn post als stadsarchitect, die in 1970 van start ging, met een gerust hart kon verlaten. Per slot van rekening zou een dergelijk wettelijk instrument voldoende garantie bieden tegen ongewenste sloop van monumenten of de nietsontziende dadendrang van projectontwikkelaars. februari 2002 Heemschut 25 De man die in de jaren '80, samen met anderen, het huidige monumentenbeleid heeft vormge geven, was van mening, dat zijn rol als hoeder van het Haarlemse gebouwde erfgoed daardoor min of meer overbodig was geworden. 'Een tamelijk naïeve gedachte', erkent Röling nu. 'Sinds 1988 is er veel meer gesloopt in Haarlem dan in de achttien jaar daarvoor, toen de binnenstad van Haarlem nog niet beschermd was. De meeste mensen vergeten wel eens, dat er in de naoorlogse periode meer vernield is dan tijdens de oorlog. Een groot deel van Nederland is ten onder gegaan aan de rigoureuze bouw woede in de wederopbouwperiode. Maar ook nu nog verdwijnen grote stukken, al of niet Voormalig terrein van Joh. Enschedé. Links de Crote St. Bavo. Foto's Frank van de Poll. beschermd, onder de bulldozers van het voor uitgangsdenken.' We hebben afgesproken in een van de tentoon stellingsruimten van het ABC Architectuur centrum in Haarlem om te praten over de rol van de projectontwikkelaar bij grootstedelijke bouwprojecten. In Haarlem worden de gemoe deren al geruime tijd beheerst door twee zeer omstreden projecten. De nieuwbouw op het voormalige Enschedé-complex, tussen Bavo- kerk en Spaarne, ook wel de Appelaar genoemd, en de nieuwbouw van onder meer Vroegere terrein Joh. Enschedé met op achtergrond het Teylersmuseum. een mega-bioscoop aan de Raaks waarbij een aantal 19de-eeuwse gebouwen, waaronder de HBS van L. C. Dumont uit 1907, gesloopt zal worden. Overheid faalt Wie echter denkt hieronder een felle tirade tegen de projectontwikkelaar aan te treffen heeft het mis. Niet dat Röling diens rol in het bouwproces onderschat. Zeker niet. Maar de projectontwikkelaar wordt te snel als kwade genius gezien terwijl het beeld aanmerkelijk genuanceerder is. 'De overheid faalt volledig in het formuleren van de randvoorwaarden hoe Nederland ingericht moet worden. Dat is al lange tijd zo en dat zie je nu ook weer in de Vijfde Nota voor de Ruimtelijke Ordening. De projectontwikkelaars maken natuurlijk gebruik van de ruimte die de overheid ze biedt. Je zou kunnen zeggen: de gelegenheid schept de dief.' Röling doelt onder meer op de blunder van de overheid om in de Vierde Nota op voorhand de Vinexlocaties aan te wijzen. De projectontwik kelaars sprongen daar gezamenlijk op in door in ijltempo de betreffende bouwgronden aan te kopen. 'De overheid heeft dergelijke missers wel in de gaten en probeert ook wel om dit soort zaken in de toekomst te vermijden maar mist eenvoudigweg de macht om haar regietaak adequaat te kunnen uitvoeren. Maar hoe kun je tegenhouden dat er diagonaalsgewijs door het open land grond wordt opgekocht? De macht is in handen van de projectontwikkelaars en die geven dat niet meer zo makkelijk op.' Het is duidelijk dat Röling goed heeft nage dacht over de complexiteit van de ruimtelijke ordening in het kleine Nederland. Ten tijde van zijn hoogleraarschap in Delft, waarvoor hij in 1988 was gevraagd, zal dit belangrijke vraag stuk zeker veelvuldig in werk- of hoorcollege besproken zijn. Nu hij onlangs met emeritaat is

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2002 | | pagina 27