Op pagina 12 in het oktobernummer van 2001 wordt ten onrechte een reeks stellingen toegeschreven aan dr. A.H. van Drunen. Hier volgen de 13 stellingen, die wel bij zijn proefschrift horen. Promotiestellingen dr.ir. A.H. van Drunen Heemschut 13 1Aan de regelmatige verkaveling van de Bossche binnenstad met smalle diepe percelen 'van straat tot stroom' gaat een onregelmatige structuur met smalle en brede percelen vooraf. 2. Op de brede erven zijn in 's-Hertogen- bosch in de 13 de eeuw grote, vrijstaande stenen huizen gebouwd, waarbij het dwarsgeplaatste huistype geheel ontbreekt. "s-Hertogenbosch, dat in veel opzichten zeer belangrijk is voor de geschiedenis van het Nederlandse woonhuis, heeft nog steeds een groot aantal van dat type, die thans meestal schuil gaan achter jongere gevels'. (Meischke en Zantkuyl, Het Nederlandse woonhuis van 1300 tot 1800. 1969, p. 354) 3. Op de smalle erven is het in 's-Hertogenbosch veel voorkomende huistype met een voor- en achterhuis, gescheiden door een dwarsmuur met stookplaatsen gebouwd. 4. Bij de analyse van historische structuren en bebouwing wordt te weinig rekening gehouden met de richting van de afwatering van de percelen. 5. Het vrijstaande bouwblok op de Bossche Markt is ontstaan uit grote overheidsgebouwen zoals de Lakenhal, de Vleeshal, liet Broodhuis en het eerste stadhuis, die door galerijen met elkaar verbonden waren. 6. Bouwhistorie is per definitie onderdeel van het verdrag van Malta en dient daarom bij de implementatie van het verdrag in de Nederlandse wet- en regelgeving te worden opgenomen. 'Tot het archeologisch erfgoed behoren bouwwerken, gebouwen, complexen, aangelegde terreinen, roerende zaken, monumenten van andere aard, alsmede hun context, ongeacht of zij op het land of onder water zijn gelegen', (artikel 1 lid 3 Verdrag van Malta 1992). 7. Bouwhistorische tekeningen zijn niet bedoeld als aardige illustraties in publicaties, maar dienen om informatie over te dragen, vergelijkbaar met geschreven teksten, waaraan veel onderzoek voorafgegaan is. 8. De herziening van de definitie Beschermde Stads- en Dorpsgezichten in de Monumentenwet 1988 heeft niet geleid tot bescherming van historische ruimtelijke structuren. (Herinventarisatie van stads- en dorpsgezichten Zeist/ 's-Gravenhage 1982, Monumentenwet 1988, artikel 1, f) 9. Aantasting van historische interieurs en bouwconstructies kan een halt worden toegeroepen door deze bij de herziening van rijksmonumentenlijst in de redengevende omschrijving op te nemen. 10. Het gecombineerde bouwhistorisch en archeologisch onderzoek zoals dat in 's-Hertogenbosch is ontwikkeld als onderdeel van de monumentenzorg verdient in den lande navolging. 11. De ernstige verwaarlozing van het monumentale gebouw Oude Delft 75 te Delft en de reeds gedeeltelijk uit het pand verdwenen Collectie Decoratieve Kunst, de Collectie prof. Sluytermandoet vermoeden dat de eigenaar, de TU Delft, de cultuurhistorische waarde ervan onderschat. (Sluyterman, K., Het huis van ouds genaamd Portugaal, 's- Gravenhage 1917) 12. De olieramp bij de Galapagoseilanden toont aan dat volgens de theorie van Charles Darwin, survival of the fittest, in dit geval de heilige koe, het wint van zwakkere soorten zoals vogels en reptielen. (Darwin, Ch., On the origin of species by m.eans ofnatural selection London 1859) 13. Fietsvoorzieningen worden vooral aangebracht op plaatsen waar fietsers het autoverkeer hinderen. Synthese van de stedelijke structuur De panden van dit bouwblok aan de Markt zijn het grootst en het oudst, zij hebben een complete bouw geschiedenis. De bezitters ervan genoten een hoge sociale status. Op de brede percelen zijn in de begin periode van de stad enkele grote stenen huizen gebouwd - alle onderkelderd - die in de 14de en 15de eeuw tezamen met het bijbehorend erf in kleinere eenheden zijn verdeeld. De Groenenborgh, de Witte - en de Zwarte Arend waren herbergen. In het Gulden Lavoir was een apotheek gevestigd. De lagere klassen woonden vooral op het binnenterrein. Midden 14de eeuw raakt de stadsmuur buiten gebruik en wordt het terrein achter de muur bebouwd, waarbij de stadsmuur als wand voor de huizen wordt gebruikt en de stads gracht wordt gedempt. Dit gigantische, baanbrekende onderzoek heeft grote betekenis voor de praktijk van de monumentenzorg. Als we iets van onze binnensteden overeind willen houden dan is bouwhistorisch onderzoek onontkoom baar. Aangetoond is dat de bouwblokken methode daarbij het meest succesvol is, omdat deze het mogelijk maakt de huizen precies op maat driedimensionaal te tekeken, en niet in het minst door de combinatie met stadsarcheologie. 's-Hertogenbosch heeft met deze gouden combinatie school gemaakt! Drs. J.J. Bollebakker is bestuurslid van Heemschut en voorzitter van Heemschut Zuid-Holland. Literatuur Drunen, A.H. van, 's-Hertogenbosch, Van straet tot stroom., 's-Hertogenbosch 2001. (academisch proef schrift. 2 Banden).- februari 2002

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2002 | | pagina 15