Gelderse Poort
Poetswoede
T
Column
december 2001
Heemschut
3
In de Heemschut-editie van april las ik een
artikel onder de alarmerende titel Gelderse
Poort': alle ellende komt er samen. Met stijgende
verbazing heb ik van de inhoud kennis
genomen. Naar mijn mening is van de voor
spelde ellende, ook in de toekomst, geen
sprake. Het gaat hooguit om enkele randver
schijnselen in dubbele betekenis. Het speelt
zich af aan de rand van het gebied en heeft
slechst een zeer beperkte invloed.
Door mijn werkzaamheden als gemeentesecre
taris van de voormalige gemeente Herwen en
Aerdt en als burgemeester van Angerlo ben ik
goed op de hoogte van de plaatselijke situatie.
Na mijn pensionering heb ik een studie
gemaakt van De Gelderse Poort (DGP). De
jongste ontwikkelingen ten aanzien van 'ruimte
voor de rivier' geven mij hoop op een goede
toekomst voor natuurbehoud en vooral voor
natuurontwikkeling in dit gebied.
In het artikel worden vier negatieve punten
voor DGP genoemd: De Betuwelijn, het door
trekken van de Al 5de verbreding van de Al 2
en de Hogesnelheidslijn (HSL).
Uit de studie van de beleidsvisies van de over
heid en het daarbij gevoerde overleg met de
Duitse instanties is mij gebleken, dat over de
begrenzing van DGP eenstemmigheid bestaat
(zie tekening). Wat betreft Nederlands grond
gebied ten noorden van de Rijn is de begren
zing gelijk met de gemeente Rijnwaarden en
De Loowaard in de gemeente Duiven.
Ten aanzien van de Over-Betuwe is vastge
steld, dat alleen de aangegeven buitendijks
gelegen terreinen tot DGP worden gerekend.
Het Nederlands gebied ten zuiden van Rijn en
Waal omvat de Ooijpolder, de Millingerwaard
en De Duffelt (aansluitend aan Duits gedeelte
van De Düffelward).
Het Duits grondgebied ten zuiden van de Rijn
betreft Salmorth (Schenkenschanz), De
Düffelward en het Kranenburger Bruch.
Ten aanzien van de Betuwelijn is duidelijk, dat
zowel in de Liemers als in de Over-Betuwe
gelegen gedeelten van DGP geen of zeer
geringe schade zullen ondervinden. Informatie
bij de gemeente Rijnwaarden leerde, dat slechts
130 meter Betuwelijn in die gemeente ligt.
Bovendien wordt de lijn ter plekke onder
gronds aangelegd (op de tekening met een X
aangegeven).
Voor de doortrekking van de Al 5 (voorlopig
nog onzeker) geldt hetzelfde. De weg zal vlak
naast de Betuwelijn, ter plekke ook onder
gronds, worden aangelegd. Het bekende
Rijnstrangengebied zal hiervan geen schade
ondervinden.
De eventuele verbreding van de Al 2 en de
komst van de HSL-lijn (over bestaand spoor)
liggen buiten het gebied van DGP.
In het artikel is dus duidelijk sprake van een
misverstand. Ik wil hier gaag een lans breken
voor DGP. Mijn speurwerk heeft mij inzicht
verschaft in de rijke historie hiervan. De water
snood van 1993 en 1995 en het daarna uitge
voerde deltaplan heeft geleid tot een trend-
Vervolg op pag. 25
-~*lWërn
Weswvocrt
Duiven
Ponnercen
fiemmef
Nijmegen
Boek-
UMwraen*
Kronenburg
Emnw*ch
r NL-deel Gelderse Prnrt
I i I iD-<Jw) Gtldorw Poort
H i fifjkogrtno
De Gelderse Poert: een grensoverschrijdend gebied.
Dit keer is in deze rubriek te gast Marion
Kuipers- Verbuijs van Heemschut Amsterdam.
Nederland is geen ruïneland, daarvoor is
een ruïne te ongecontroleerd, te oneco
nomisch en te onveilig. Slechts een handje
vol ligt er nog vervallen, begroeid, fanta-
sieprikkelend, stil en verlaten bij. Ook zij
worden successievelijk het slachtoffer van
die nietsontziende poetswoede met als
resultaat: een ordentelijke schijnruïne.
Terwijl vervalvertragend ofwel regelmatig
klein onderhoud met respectvoor het oude
materiaal verreweg te verkiezen is boven
een verwoestende restauratie.
Helaas heeft Heemschut zich ingespannen
voor de 'restauratie' van de stadspoort
ruïne in Hulst. In het oktobernummer
konden we de resultaten bekijken (p. 18).
Het voor een ruïne kenmerkende verval is
door hardhandig ingrijpen afgestopt. Geen
enkele steen ligt meer scheef, geen gras
spriet krijgt de kans zich op de splinter
nieuwe, maar onvoltooide stadspoort te
vestigen. De oude patina, die zo goed
bewaard was gebleven door de eeuwen
lange rust in de stadswal, is ruw wegge
poetst. Hulst heefteen sfeervol monument
verloren en er een keurig recht, tegen
inwateren afgewerkt decorstuk voor terug
gekregen.
Eveneens met medewerking van
Heemschut werd met trots de reconstruc
tie van kasteel Nederhemert aangekondigd
(id., pp. 8-13). De unieke ruim vijftigjarige
ruïne vervult een unieke functie: het
herbergen van unieke vleermuiskolonies.
Het vernieuwde kasteel krijgt een vaag
omschreven 'museale functie', waarvoor de
vleermuizen uit hun onvervangbare huis
worden gezet. Hoeveel musea zijn er en
hoeveel vleermuisonderkomens? De ruïne
had tevens een prachtig studieobject
kunnen zijn om de ontwikkeling van flora
en fauna, die zich langzaam op muurresten
vestigen, over langere tijd te volgen. Hier
was plaats voor vervalvertragend onder
houd. De reconstructie wordt het 'behoud'
van cultureel erfgoed genoemd, maar is in
feite een vorm van geschiedvervalsing
ondanks het 'respectvoor bouwsporen'.
Kunnen wij deze behandelingen, waarbij
oude resten zoveel geweld worden aange
daan, verantwoorden tegenover de voor
de bouw verantwoordelijke voorouders?
Hoe vertellen wij het onze kinderen?