Titus Brandsmakapel behouden
Willem Jan Pantus
Ook de laatste slag in Nijmegen gewonnen
Vier blinde muren en een plat dak. Veel meer is het niet. Zo zal
menigeen gedacht hebben die geconfronteerd werd met de acties
van een flink aantal groeperingen - waaronder Heemschut - om
de sloop van Titus Brandsmakapel te verhinderen. Toch gaat er
achter de sobere bakstenen muren meer schuil dan men zou
denken.
Heemschut
47
De carmeliet en hoogleraar aan de Katholieke
Universiteit Nijmegen prof. dr. Titus Brandsma
werd op 26 juli 1942 in Dachau vermoord. In
1960 verrees op de piekwaar hij gearresteerd
was uit bijdragen van gelovigen een herden
kingskapel naar plannen van dr. ir. Pieter
Dijkemadie in zijn architectuuropvatting
wezenlijk is beïnvloed door de opvattingen
van de Bossche School en de in 1946 in
's-Hertogenbosch gestarte leergang kerkelijke
architectuur.
De bijna simpele kapel is niet meer dan een
vierkant bouwwerk onder plat dak met boven
licht. De iets hogere, eveneens vierkante koor
ruimte springt in de noordgevel slechts weinig
uit. De vlakke buitenmuren van ruig aandoende
baksteen, in wild verband gemetseld, worden
verlevendigd door rollagen en uitspringende
baksteenlagen. De gevelbeëindiging wordt
gevormd door een laag golfpannen die het
Ingang kapel.
platte dak aan het oog onttrekt en licht oploopt
naar de hoeken van het gebouw. De entree
bestaat uit een dubbele glasdeur waarboven een
mozaïek, voorstellende Maria met Kind. Links
en rechts daarvan de naam 'Titus Brandsma'.
De vierkante, raamloze binnenruimte moet
opgevat worden als verwijzing naar de sterf-
ruimte van Brandsma in Dachau. Het in
gewitte baksteen uitgevoerde geheel is uiterst
eenvoudig gedetailleerd. De werking van de
ruimte ligt louter en alleen in de afgewogen
verhoudingen van muren, kolommen en
openingen en de lichtval die alle aandacht geeft
aan het koor. Dit heeft de afmetingen van
Brandsma's gevangeniscel in Dachau.
Op het voorplein van de kapel staat als verwij
zing naar de wachttorens van de kampen een
betonnen pyloon, waarin een bronzen mitrail
leur de vorm van een kruis heeft gekregen.
Bezwaren
Afgelopen zomer deed de Arrondissements
rechtbank Arnhem een tweetal uitspraken, die
van doorslaggevend belang zijn bij het voort
bestaan van deze devotieplek. Ze vormen
tevens het sluitstuk in de jarenlange strijd tegen
de uitvoering van het plan Flash Gordon in de
binnenstad van Nijmegen. Dat voorzag in de
bouw van een grote parkeergarage met een
zestal woontorens op de plaats van een voor
malig weeshuis, een rijksmonument dat in
oorsprong dateert uit de middeleeuwen, onder
deel van een gave laat 19de-eeuwse straatwand,
die valt binnen het Beschermd Stadsgezicht
Benedenstad, en de Titus Brandsmakapel.
Ook nadat de Raad van State de bestemmings
planwijziging die nodig was voor het realiseren
van het vermaledijde plan vernietigd had en
daarmee de basis onder het plan vandaan had
gehaald en de gemeenteraad zelf, na een
wethouderswisseling, vraagtekens bij de wense
lijkheid van uitvoering geplaatst had, was de
toekomst van de devotiekapel nog steeds
onduidelijk. De gemeente had zich in de koop
overeenkomst met de voormalige eigenaar
gebonden aan sloop en alvast een sloopvergun
ning afgegeven. Daartegen was onder andere
Heemschut in actie gekomen. Tegelijkertijd
werd er een aanvraag ingediend tot aanwijzing
als beschermd gemeentelijk monument die
ondanks een positief advies van de monumen
tencommissie prompt werd afgewezen. Tegen
beide overheidsbeslissingen, namelijk die tot
sloop en die om de kapel niet op de monumen
tenlijst te plaatsen, tekenden de voornoemde
groeperingen bezwaar aan. Beide bezwaren zijn
door de rechtbank dus nu gehonoreerd.
Nieuw plan
Inmiddels is de gemeente in samenspraak met
alle belanghebbenden druk doende een geheel
nieuw plan voor het zogenaamde Hessenberg-
terrein te ontwikkelen waarin de cultuur
historische waarden - waaronder nu dan ook de
Titus Brandsmakapel - tot de uitgangspunten
behoren. Een van de eerste zaken die nu gere
geld moeten worden, is het bedenken van een
zinvolle tijdelijke bestemming voor de kapel,
die inmiddels aan de eredienst onttrokken is.
Als dat geen cultuuromslag is...
Dr. W.J. Pantus is als kunsthistoricus verbonden
aan de Universiteit van Nijmegen.
december 2001