Column
Haags Manhattan
Heemschut
3
'De angst daarvoor is reëel. In zijn algemeen
heid hebben de Federatie Welstand en de
VNG positief gereageerd op de ommezwaai,
die er is gekomen. Dat neemt niet weg, dat er
risico's blijven. De door het Rijk erkende
cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn
gevrijwaard van vergunningvrij bouwen. Hier
zal het zo'n vaart niet lopen. Maar in de wat
wijdere omgeving van een monument kun je
ontwikkelingen krijgen, die uiteindelijk nega
tief kunnen uitpakken. Een bekend voorbeeld
is de beschermde molen in het dorp waar een
woonwijk omheen ligt en waar aan de achter
kanten een wildgroei aan uitbouwen vanaf de
molen zichtbaar is. Dan kun je wel zeggen, dat
achtertuinen tot het private eigendom behoren
en niet onderhevig behoren te zijn aan
welstandstoezicht, maar het heeft uiteindelijk
wel een heel direct zichteffect op de beleving
van zo'n monument.
In het nieuwe welstandsbeleid zal er bij verbou
wingen een essentieel verschil gemaakt worden
tussen de voorkant en de achterkant. Nu is het
nog zo, dat een erfafscheiding tot 2 meter
vergunningvrij is. Dat zal straks aan de achter
kant ook nog zo zijn maar niet als de erfafschei
ding aan de openbare weg grenst. Dat wordt
dan toch gezien als een voorkantsituatie.'
Modelnota voor de gemeenten
De gemeenten moeten nu zelf een eigen welstands
nota opstellen. Hoe voorkom je dat de ene gemeente
te rigide is en de ander te veel vrijheden toestaat?
'De welstandsbeoordeling is een gemeentelijke
bevoegdheid en verantwoordelijkheid. Als je
als lokale gemeenschap kiest voor een streng
welstandsbeleid is dat prima. En kies je voor
een heel vrij beleid, dan is dat ook prima. Maar
het mag natuurlijk niet onder een bepaalde lijn
gaan vallen.
Om te zorgen dat er enige uniformiteit komt in
het opstellen van het welstandsbeleid in de
diverse gemeenten komt er voor twee jaar een
stimuleringsprogramma. Dit programma biedt
voorlichting over de verandering in het
welstandsbeleid en geeft tevens ondersteuning
in het werken met de nieuwe regelgeving. Het
is bedoeld om gemeenten te enthousiasmeren
en te stimuleren. Het maakt duidelijk, dat de
kans er nu is om een goede nota te maken. Als
eerste onderdeel hiervan hebben wij samen met
de VNG en de Rijksbouwmeester een model
nota Naar een gemeentelijke welstandsnota
gemaakt, bedoeld om gemeenten te ondersteu
nen in het opstellen van een eigen welstands
nota.'
In de gemeente Reimerswaal bij Rotterdam bijvoor
beeld dient het beeldkwaliteitplan als onderlegger
voor de nieuwe welstandsnota.
'Ja, iedereen doet het kennelijk op zijn eigen
manier.'
Het handige van een beeldkwaliteitplan is, lijkt mij,
dat dit instrum.ent erg gebiedsgericht is en daarom
het meest overeenkomt met. de wens van differentia
tie. Zouden andere gem.eenten dit voorbeeld niet
moeten volgen?
'In veel gevallen wel, maar niet altijd. Soms kan
een beeldkwaliteitplan heel rigide uitpakken.
Het is toch een poging om een beetje richting
te geven aan toekomstige ontwerpen. Terwijl
het in veel situaties interessanter is om niet alles
van tevoren in te vullen en zo meer ruimte te
scheppen. Maar als instrument, als manier om
de ruimtelijke ambities en de doelstellingen die
je hebt tastbaarder te maken, kan het heel goed
zijn.'
De buurman wel streng controleren
Bij de doorsnee burger staat de welstand niet bepaald
in een goed daglicht. Er wordt vaak gesproken over
de bouwpolitie. Zal dat imago straks tot het verleden
behoren?
'Ik denk het wel maar het zal nooit helemaal
verdwijnen. Het blijft tenslotte altijd een
beoordeling van een particulier initiatief.
Vooral als het gaat om eigen woningen en
bedrijven. Daar is men erg bij betrokken en als
het dan opeens anders moet dan komt dat
vervelend uit. Ik wil iets maar ik mag het niet.
Het gekke is overigens, dat als mensen zelf een
vergunning moeten hebben, ze heel lastig zijn.
Maar als de buurman gaat verbouwen is men
blij, dat er een mogelijkheid bestaat om verbou
wingsplannen enigszins binnen de perken te
houden. Er zit iets heel dubbels in.'
Welstand zal altijd opereren in het schemergebied
tussen particulier eigendom en openbare ruimte en
zal dus altijd als ongewenste factor worden
beschouwd?
'Ja, dat klopt'.
Denkt u dat er straks sprake zal zijn van het ideale
welstandsbeleid?
'Er blijven risicogebieden bestaan. Bij de poli
tiek heb ik daar ook aandacht voor gevraagd.
Het vergunningvrije bouwen in gevoelige situ
aties moet goed in de gaten gehouden worden.
Ik vind echt, dat we dat heel nauwlettend
moeten gaan volgen. Maar over het algemeen
denk ik dat de nieuwe richting die we inslaan
een goeie basis is om het welstandstoezicht
transparanter en moderner te maken. Bovendien
hoop ik, dat welstand veel meer een middel
wordt om een breed ruimtelijk kwaliteitsbeleid
te kunnen uitoefenen. Alleen maar reageren op
plannen om rampen te voorkomen is ook niet
alles. Eigenlijk zou elk bouwinitiatief
Nederland mooier moeten maken.'
Drs. F. van de Poll is architectuurhistoricus en
publicist.
Den Haag doet erg zijn best de binnenstad
meer 'smoel' te geven. Wie de stad met de
trein binnenkomt bij station Centraal wordt
verrast door de speels vormgegeven torentjes
in het door Rob Krier ontworpen plan De i
Resident, dat zijn voltooiing nadert. Vooral de
Zürich-toren van Cesar Pelli vind ik erg leuk
met zijn art deco-bekroning. Deze toren, de
Muzentoren van Krier zelf, Castalia van
Michael Graves en Helicon van Sjoerd Soeters
worden onderling verbonden door mooi inge
richte pleintjes met namen, Clio-, Parnassus-
en Muzenplein, die een klassiek-mediterrane
sfeer oproepen. Den Haag neemt steden
bouwkundig behoorlijke risico's met de bouw
van deze torens, die zich aan de rand van het
historische centrum en binnen de historische
singelstructuur bevinden. Het Zwartewegje
bijvoorbeeld was vroeger een sfeervol grachtje
en werd 20 jaar geleden al verpest door dat
vreselijk lelijke Transitoriumgebouw, dat nu is j
omgebouwd tot Castalia - in de volksmond de
Tieten - dat er overigens een stuk beter uitziet.
Ook het enorme VROM-gebouw van
Hoogstad kan nog een aanwinst genoemd
worden. Het bezwaar blijft echter, dat je vanaf
de Lange Vijverberg veel torens al in het vizier
krijgt. Het maakt dan veel uit, hoe ze zijn
vormgegeven. Met name de afschuwelijke
kolossen van Justitie en Binnenlandse Zaken
doen pijn aan je ogen.
Deze gaan binnenkort verdwijnen en dat j
wordt een hele opluchting.
Toen ik in het stadhuis echter de maquette zag
van de reeks torens, waarin Richard Meier de
ministeries wil onderbrengen schrok ik echt.
Dat hij de Zwarte Madonna van Weber wil
slopen, alla.
Maar de batterij torens, die hij op de plaats van
de oude ministeries en Madonna wil bouwen,
gaat echt te ver: 8 torens tussen de 90 en 130
meter hoog, in een rij van 600 meter, die als
een Chinese muur de historische binnenstad
afsluit. De Haagse politicus Verduyn Lunel
herinnerde er aan, dat Meier bij de presentatie
van zijn stadhuis destijds zei, dat dit eigenlijk al
te hoog en massaal was voor de binnenstad.
Nu wil hij kennelijk, aldus Lunel, de omgeving
van het nieuwe stadhuis zo ver omhoog
brengen, dat dit bezwaar wordt 'weggebouwd'.
Het contrast met de historische binnen stad
wordt nu wel erg groot. Rijksbouwmeester Jo
Coenen noemt het plan-Meier 'te veel, te vol
en te hoog'. Zoek elders in de stad maar
ruimte voor de slooprijpe minsteries, luidt zijn
advies. Dat is niet nodig maar laat Meier voor
zijn plan eens kijken naar schaal en vormge
ving van de torentjes van De Resident.
Jaap Kamerling
oktober 2001