Welstandstoezicht moet
vooral leuker worden
Frank van de Poll
Ben Verfiirden vindt herziening van welstand noodzakelijk
Het uitzicht op het glooiende landschap mag dan weldadig zijn,
onbekommerd ervan genieten is er voorlopig niet meer bij voor
Ben Verfiirden. In de riante werkkamer van de directeur van de
Federatie Welstand, in de voormalige oranjerie van kasteel
Zypendaal bij Arnhem, liggen de eerste versies van gemeentelijke
welstandnota's reeds opgestapeld op zijn bureau.
2
Heemschut
oktober 2001
'Dat wordt nog een hele klus, al die gemeenten
die hun eigen welstandsnota moeten schrijven.
Maar als overkoepelende organisatie van het
welstandstoezicht in Nederland zullen wij ze
met raad en daad bijstaan. Er is een overgangs
termijn van twee jaar, dus ze hebben nog wel
even de tijd. In oktober 2003 is het uur U.'
(Als de nota er dan niet is, vervalt het recht van
de gemeente op welstandstoezicht, red.)
De gemeenten begeleiden naar een nieuw
welstandsbeleid zal de komende jaren een
belangrijke taak worden van de Federatie, want
volgend jaar wordt de Woningwet aangepast en
daarmee het welstandstoezicht op een aantal
punten herzien.
Wat zijn eigenlijk de belangrijkste tekortkomingen
van het huidige welstandsbeleid?
'De kritiek op het welstandsbeleid is dat het
voor de burger te weinig inzichtelijk is. De
Gezicht vanaf de straat. Aanbouw aan
achterzijde weliswaar, maar grenzend aan
openbare ruimte. Illegaal geplaatst.
welstandscommissies zijn voor de burger vaak
een soort van black box. Een aantal deskundige
mensen gaat met jouw bouwplan aan de slag en
op een gegeven moment komt daar iets uit. De
burger kan eigenlijk niet goed begrijpen hoe de
commissie tot zijn oordeel komt. Er heerst het
idee van willekeur: waarom mag iets in deze
straat wel en in die straat niet. Dat wordt door
mensen niet goed begrepen. De welstand moet
daarom transparanter maar ook inzichtelijker
worden. Men moet kunnen controleren hoe de
commissie tot een oordeel komt. De vergade
ringen moeten daarom openbaar worden.
Er wordt ook wel gezegd dat het welstandstoe
zicht nauwelijks een democratisch gedragen
basis heeft in de gemeente. Er ligt vaak geen
echt duidelijk beleid aan ten grondslag. Elet is
toch erg een zaak van alleen die deskundigen,
die in de commissie zitten. Het gemeentebe
stuur, dat in feite verantwoordelijk is, kijkt
slechts vanaf de zijlijn toe. Ook dit maakt, dat
de burger nauwelijks invloed op het welstand
stoezicht heeft, want als er geen beleid aan ten
grondslag ligt dan kun je daar als burger ook
niks van vinden. Er komt een bouwplan en ad
hoe w ordt er dan gekeken wat er goed aan is en
wat er moet veranderen. Dat maakt het ook
heel moeilijk voor de architect of bouwkundige
om erop te anticiperen. Men kan eigenlijk heel
moeilijk van tevoren inschatten hoe de wel
standscommissie en vervolgens het gemeente
bestuur een bouw- ofverbouwingsplan bekijken.'
Wat wordt anders?
Wat zullen straks de belangrijkste wijzigingen zijn
in het welstandsbeleid?
'Al die punten van kritiek waren aanleiding om
in de wetswijziging expliciet welstandsbeleid als
een randvoorwaarde voor het mogen uitoefe
nen van welstandstoezicht op te nemen. Dat
betekent, dat de gemeentebesturen verplicht
worden om de criteria waaraan bouwplannen
getoetst worden van tevoren in een welstands
nota zo concreet mogelijk te formuleren.
Daarmee wordt bereikt, dat een welstandsnota
in het lange traject van inspraakmogelijkheden
en democratische besluitvorming in de
gemeenteraad voldoende tegen het licht kan
worden gehouden.
Die openheid biedt daarnaast de mogelijkheid
om een meer gedifferentieerd beleid te voeren.
Daarmee wordt bedoeld, dat je in de ene wijk
strenger kunt zijn dan in een andere. Over iets
wat je in een tuindorpachtige wijk absoluut niet
wilt, hoefje in een andere wijk misschien hele
maal niet moeilijk te doen. Het voordeel
hiervan is bovendien dat het welstandstoezicht
stimulerender wordt. Bij de planontwikkeling
kunnen mensen al rekening gaan houden met
hoe er straks tegen hun plan wordt aangekeken.
Je kunt bereiken, dat ingediende plannen al bij
voorbaat aansluiten op het beoogde beleid,
omdat iedereen de criteria kent. Voor de
opdrachtgever is dit veel minder frustrerend
want er wordt minder vaak nee verkocht. En
daardoor wordt het welstandstoezicht ook
leuker. Zo wordt het nut en de noodzaak van
welstandstoezicht door iedereen op een posi
tieve manier ingezien.'
Een andere belangrijke wijziging in het welstands
beleid zal zijndat de categorie vergiinningvrije
bouwwerken wordt uitgebreid. Dat is vooral een
doom in het oog van iedereen die zich met monu
mentenzorg bemoeit, want hierdoor kunnen ook de
meest kwetsbare gebieden worden aangetast door een
ongewenste diversiteit aan vormen, kleuren en
materialen. Wat is uw reactie hierop?