Tweede leven voor historisch
badpaviljoen Domburg
Brieven
Het lezen van het artikel over het badpaviljoen te Domburg heeft
mij doen besluiten tot het schrijven van een reactie, temeer om
het debat dat Heemschut (ook in het tijdschrift) mijns inziens
dient te voeren, te stimuleren. Hoewel ik natuurlijk niet alle ins-
en outs ken van de moeizame geschiedenis van dit wegkwijnende
monument, verontrusten de plannen die Hans van den Eeden in
zijn artikel beschrijft, mij ten zeerste.
40
Heemschut
oktober 2001
Als we de afbeelding van het hotel op pagina 4
vergelijken met de bouwtekening op de pagina
daarnaast, dan valt de enorme schaalvergroting
op die de nieuwbouw met zich mee gaat
brengen. Bovendien lijkt de nieuwbouw 'naad
loos', dus compleet aan te sluiten op het
beschermde monument, waarbij deze vrijwel
meteen fors (dat wil zeggen tot de kap van het
als karakteristiek omschreven torentje) omhoog
schiet. Eén bouwblok naar achter doemt een
nog hoger bouwdeel op, met een kubusachtig
penthouse, verscholen achter een steile kap.
Aan het geheel is rechts nog een soort 'serre
zichtbaar', die kennelijk bedoeld is als een
nieuwe voorkant.
De gehele zijgevel is een brij van neo-neo-
renaissance, doorspekt met gotische balkons en
veluxen, alles in dezelfde rooilijn. Waar zijn de
knippen, herkenbare bouwdelen of contraste
rende elementen die we heden ten dage toch zo
propageren? En hoe gaat dat met het -wellicht
monumentale- interieur?
Nogmaals, ik ken de voorgeschiedenis niet, en
ook niet de rest van dit plan, maar de tekening
doet het ergste vermoeden. De uitspraken van
Egbert Hoogenberk versterken bovendien mijn
vrees.'Met respect voor het verleden gaan we
in Domburg ook naar de zeezijde uitbreiden.
Elier gaan we ook veertien meter de lucht in.
Dit is nodig om de exploitatie op korte en
langere termijn mogelijk te maken.' Zelf zegt
hij het ook nog toe: 'als je het gebouw op je in
laat werken is het een kolossaal gebouw'
Ik vraag me af van wanneer dit bouwplan
dateert. Elet ziet eruit als een veel te opgebla
zen plan van een ontwikkelaar, die een slimme
architect inschakelt om zijn commerciële
doelen te halen. Met een glorieuze fooi van 1,8
miljoen kunnen er nog leuk wat architectoni
sche details worden hersteld aan het gebouw,
dat straks wordt opgeslokt door een zich achter
'verfijnde kleinschaligheid' verschuilend
complex. Dat de gemeente en de provincie dit
wel zien zitten begrijp ik. Maar waar was de
welstand, en wat is de mening van de Provinciale
Commissie in Zeeland? En bovendien: wat
beweegt Rick van der Ploeg om geld te geven aan
een ontwikkelaar die een monument met een
gigantisch bouwplan zo weet op te slokken?
Erfgoed tegen de klippen op, zo lijkt het wel.
Tweede Kurhaus
Het geval Domburg stevent af op een tweede
Kurhaus, overigens ook een 'restauratie' van
Egbert Hoogenberk. Maar dit geval is erger.
Gezien de economische malaise in de jaren '80
en het toen nog ontbreken van begrip voor
architectuur uit het einde van de 19de eeuw was
Het Badpaviljoen in oude glorie.