oktober 2001
Heemschut
35
Nagelvast
De top 100 van interieurs uit de periode 1600-
1940 werd geselecteerd uit een collectie van ca
500. Zijn er dan niet meer dan 500 interessante
of monumentale interieurs bekend in ons land,
vraagt men zich af.
Betimmeringen, schoorsteenmantels, stucwerk,
tapisserieën, behangsels vallen als nagelvaste
interieuronderdelen onder de Monumenten
wet 1988, maar zijn natuurlijk eenvoudig te
verwijderen. In feite zijn het halfroerende
bestanddelen. Speciaal voor een huis ontwor
pen meubelen zijn eenvoudigweg roerend en
vallen niet onder de wet. Wettelijke maatrege
len zijn er voor deze onderdelen (nog) niet,
maar er wordt wel naar oplossingen gezocht.
Als die er dan straks zijn, dan moeten ze ook
worden uitgevoerd en vooral ook worden nage
leefd, aldus Asselbergs in het voorwoord.
In het 'Ten geleide' wordt uiteengezet, hoe bij
de selectie van de top 100 bepaalde keuzes
werden gemaakt.
De opzet was een verdeling te maken, zowel
geografisch als in tijdspanne, zodat er een even
wichtige afspiegeling zou ontstaan van het
historische interieur door ruim vier eeuwen.
Dat bleek een moeilijke opdracht, want uit de
eerste helft van de 17de eeuw is er nauwelijks
een enkel voorbeeld bewaard, evenals uit de
periode na 1865. Andere periodes zijn in het
verleden uitvoerig onderwerp van studie
geweest en werden als neostijlen eind 19de
eeuw veelvuldig toegepast.
Wat de 20ste eeuw betreft kwam men tijdens
het onderzoek tot de opvallende constatering,
dat het vaak nazaten van de bouwheren zijn, die
een bewonderenswaardige inzet aan de dag
leggen voor behoud en instandhouding van het
(voor)ouderlijk huis.
Het interieur is een levend, dynamisch feno
meen, dat niet met wettelijke beschermende
bepalingen en voorschriften kan worden
gefixeerd. Iedere generatie heeft andere eisen
en verlangens. Interieurs bestaan bij de gratie
van bewoners en gebruikers. En zij kunnen
alleen worden aangespoord hun eigen verant
woordelijkheden te nemen.
'Leven in toen' toont aan dat er wel degelijk van
die mensen zijn en dat anderen daartoe ook
zeker aan te sporen zijn.
Keurslijf
Op de Open Monumentendag was ik een van de
uitverkorenen, die het interieur van Wijdevelds
jeugdzonde Huis Endymion in Bloemendaal
mochten bezoeken, (zie pag. 238) Het huis
werd tussen 1909 en 1911 voor de zuster van
Wijdeveld (18885-1987) en haar man in een
voor Nederland zeldzame stijl, die we de 'Um
1800'-stijl noemen, gebouwd. Het huis is rede
lijk ongeschonden de vorige eeuw doorgeko
men. Het werd o.a. verbouwd tot verpleeghuis
voor oude dames, maar bijzondere elementen
Omslag boek 'Leven in toen'. Biljartzaal kasteel
Eijsden te Eijsden.
als de marmeren entree en garderobe, parket
vloeren, cassetteplafonds en lambriseringen
van bijzondere houtsoorten werden behouden.
Zowel de vorige als de huidige eigenaren
bewonen het huis met liefde. Pulkten centime
ter voor centimeter met een mesje de lijmresten
van de prachtige mozaïeken parketvloeren.
Tijdens de bezichtiging werd om mij heen
geschokt gereageerd: 'Hoe kun je zoiets doen!'.
We stonden in de oorspronkelijke eetkamer,
waar de huidige bewoners, een gezin met
kinderen, een hypermoderne keuken lieten
plaatsen, te midden van de mahoniehouten
lambrizering en servieskasten. Deze keuken is
overigens zonder schade zo weer te verwijde
ren. Het is een begrijpelijke stap. De eigenlijke
keuken bevindt zich achterin het huis bij de
dienstvertrekken, donker, zonder deur naar
buiten, ongezellig en klein. Zo'n monumentaal
huis moet geen keurslijf zijn; tegenwoordig
willen wij een woon- en leefkeuken, waar in de
potten wordt geroerd, terwijl de kinderen huis
werk maken, t.v. kijken of computeren. In
Endymion wordt intensief geleefd en met veel
liefde voor het bijzondere huis. Op de bronzen
plaquette boven de entree staat een versregel
van Keats 'Endymion. A thing of beauty is a joy
for ever' en zo is het nog altijd.
Boek
Terug naar het boek, dat behalve een beschrij
ving van de top 100 een drietal inleidingen
bevat met bespiegelingen over smaak, ruimte
en licht en over binding met het leven van
vorige generaties. Voorts zijn er twee hoofd
stukken gewijd aan de verschillende stijlen en
invloeden door de eeuwen heen.
Tussen de 100 beschrijvingen door zijn aparte
hoofdstukjes, afgedrukt op blauw papier, over
bijvoorbeeld papieren behangsels, watervoor
zieningen, verwarming, secreten en toiletten,
gasverwarming en communicatie in huis. De
interieurs werden voor het boek allemaal
opnieuw beschreven en gefotografeerd. Steeds
is de plattegrond van de woonverdieping weer
gegeven. Foto's van de gevel staan achterin met
literatuuropgaven en feitelijke gegevens als
adres en toegankelijkheid.
'Leven in toen' is een indrukwekkende dikke
pil, waarin men uren lekker kan bladeren, lezen
en plaatjes kijken.
Enerzijds is het interessant te lezen en te zien
hoe prettig andere mensen leefden en leven,
anderzijds komt die belangstelling misschien
ook wel een beetje voort uit voyeuristische
nieuwsgierigheid. Waarom anders worden
kastelen en huizen van de National Trust in
Engeland zo massaal bezocht?
Ruim 800.000 mensen trotseerden op 8 en 9
september het slechte weer. Het aantal bezoe
kers van de Open Monumentendagen is nog
steeds groeiende; de belangstelling voor ons
culturele erfgoed dus ook.
Betrokken individu
Alle aandacht rond het Nederlandse binnen
huis het afgelopen jaar, we vierden tenslotte
100 jaar woningwet, kan niet anders dan gevol
gen hebben. Hoe de Rijksdienst en het Instituut
Collectie Nederland het monumentale binnen
huis verder op de kaart gaan zetten, zullen we
met belangstelling volgen. Een eenvoudige
taak zal het niet zijn, want wij Nederlanders
zijn wars van betutteling door de overheid, al
helemaal als het om ons privé domein, ons huis
en haard, gaat.
'Niet het gezag van de overheid is doorslagge
vend voor het voortbestaan van het interieur,
maar de blijvende betrokkenheid van het indi
vidu' zegt RDMZ medewerker Diederick van
Asbeck in het Jaarboek Monumentenzorg 2001,
dat eveneens aan het interieur is gewijd. En dat
is de kern van de zaak. Dat individu moet dan
wel in raad en daad worden bijgestaan door een
instantie. Door bijvoorbeeld het opzetten van
een laagdrempelig Steunpunt Interieur. Goede
voorlichting en het kweken van interesse door
publicatie van onderzoeksresultaten zullen in
hoge mate kunnen bijdragen aan de betrokken
heid van die individuen.
Met de Manifestatie Historisch Interieur is een
eerste impuls in ieder geval gegeven.
Leven in toenvier eeuwen Nederlands interieur in
beeld'; onder redactie van Frans van Burkom,
Karin Gaillard, Eloy Koldewey, Ton Scbulte en
Joost Willink. Een uitgave van Zwolle, Waanders,
2001. 302 p. ISBN 90 400 9572 8. Prijsf85,83
38,95)
Stichting Manifestatie Historisch Interieur 2001 in
samenwerking met Waanders uitgevers.