Interieurs voortdurend aan verandering onderhevig Bert Franssen Symposium 'Het Historisch Interieur' Wat zich achter de gevels van onze rijksmonumenten bevindt, is vaak een raadsel. Sterker, zelfs het monumentenregister laat ons meestal in het ongewisse. Historische interieurs worden eenvoudig niet of nauwelijks beschreven. Ze zijn een blinde vlek in onze monumentenbescherming. En tot op zekere hoogte ook in het cultuurhistorisch onderzoek. Maar juist interieurs zijn vanuit onderzoeksoogpunt zo interessant. Want de geschiedenis van de gevels is nog niets vergeleken bij de doorgaans eindeloze veranderingen van het historisch interieur. Restaurateurs die een eerdere fase willen terughalen, hebben het voor het uitkiezen en maken daar ook gebruik van. Kortom, alle reden voor een Jaar van het Interieur, dat zijn hoogtepunt beleefde met het internationaal symposium 'Het historisch Interieur' in het schitterende Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam. Een greep uit de speeches. oktober 2001 Heemschut 29 'A tiger in a museum is a tiger in a museum and not a tiger. Aldus een beroemde uitspraak, die Peter van Menschdocent theoretische museologie aan de Reinwardt-Academie te Amsterdam, graag citeert en op het symposium 'Het historisch Interieur' op het video-scherm toonde. Op de eerstvolgende sheet was 'tiger' doorgestreept en vervangen door 'interieur' of'historisch interieur'. Van Mensch had een boeiend betoog. Zeer zelden wordt een interieur met al zijn roerende en onroerende componenten in een kort tijds bestek door één persoon ontworpen, stelde hij. De claim op authenticiteit van interieurs en stijl kamers, die in musea tentoongesteld worden, is daarom vals. Niets wordt zelfs nagelaten om de suggestie van authenticiteit te wekken: compleet gedekte tafels, volledig geoutilleerde keukens, enzovoorts. Zodat bezoekers denken: 'The owner might return any moment'. Het gaat op het absurde af. Mensch gaf daar voorbeelden van. Op de tentoonstelling 'Honderd jaar wonen in Nederland' was een huiskamer te zien met allerlei grammofoon platen op de vloer. 'Als je goed kijkt, wordt Engelbert Humperdinck gecombineerd met The Rolling Stones. Nou, die twee stammen echt uit totaal verschillende werelden die niet te combi neren zijn.' Bovendien: wat heet authenticiteit? Op zijn minst leven daarover allerlei opvattingen. Van Mensch liet weer voorbeelden zien. Een slaap kamer in het Muiderslot, een foto van 50 jaar geleden. 'Let u vooral op het tapijt,' zei hij. Dat was vermakelijk, want op de volgende opname, 50 jaar later, was het tapijt verdwenen en vervangen door een stenen vloer. Trouwens, het hele interieur was onherkenbaar veranderd. Maar beide versies claimden authenticiteit. Zelfs de 'authentieke' huiskamer van compo- nist Janaoek in Brno was in een periode van tien jaar totaal veranderd. Kortom, zo'n presentatie brengt ons niet dichter bij het verleden, vond Van Mensch. Een interieur is geen statisch geheel, wordt telkens aangepast aan de wensen van de bewoner en de steeds veranderende smaak van zijn tijd. Willemijn Fock: eigentijdse afbeeldingen Nog niet zo lang geleden was het onderzoek naar het historisch interieur een non-issue, vertelde Willemijn Fock, hoogleraar geschiedenis van de kunstnijverheid aan het Kunsdiistorisch Instituut van de Universiteit van Leiden. Volgens Fock, zelf altijd al geïnteresseerd in interieurs, is de recente opbloei van het onder zoek in ons land vooral gestimuleerd door een aantal publicaties in de Angelsaksische wereld. Daarin staat sinds de jaren '70 niet meer de stilistische benadering centraal, maar wordt het interieur als een eenheid gezien. In Nederland is het vooral haar eigen Leidse instituut dat zich bezig houdt met grootschalig onderzoek naar de wooncultuur. En wat blijkt daaruit onder meer, tot genoegen van Van Mensch? Dat ontwerpers en architecten een ideaalsituatie van de historische wooncultuur geven, die slechts zeer ten dele met de woonpraktijk over eenkomt. Mevrouw Fock benadrukte het belang van eigentijdse afbeeldingen en geschre ven bronnen, die ontnuchterend werken. Op het symposium werden erg veel vraagtekens geplaatst. De Fransman Jacques Perot, directeur van de Nationale Musea Chateau Compiègne en Chateau Blérancourt, vroeg zich af wat nu eigenlijk een historisch interieur is. Eigenlijk

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2001 | | pagina 31