Een nieuw perspectief voor
naoorlogse woonwijken
Anne-Marie Nannen
De problematiek in de naoorlogse wijken is op dit moment aan
de orde van de dag. Volgens de gemeenten, woningcorporaties en
het rijk zijn veel naoorlogse woonbuurten aan het verloederen en
wonen er te hoge concentraties ouderen, werklozen en
allochtonen. Ook zouden de woningen technisch aan hun einde
zijn.
14
Heemschut
oktober 2001
Huizen in het Amsterdamse tuindorp
Watergraafsmeer, aan achterzijde gelegen aan
groene hoven van Mien Ruys.
Deze problematiek leidde bij de Nederlandse
gemeenten en de rijksoverheid (ministeries van
VROM en LNV) tot het schrijven van de Nota
Stedelijke Vernieuwing. Het Stedelijke
Vernieuwingsbeleid is erop gericht om de
economie en de duurzaamheid van de
Nederlandse steden te vergroten. Onderdeel
van de Stedelijke Vernieuwing is de herstructu
rering van naoorlogse wijken. Door een combi
natie van sloop, vervangende nieuwbouw,
renovatie en verkoop van sociale huurwonin
gen wil men de wijken nieuw leven inblazen.
Terwijl al deze ontwikkelingen gaande zijn, is
het de taak van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg (RDMZ) om tijdens de
huidige cultuurnotaperiode (2001-2004) de
woonwijken uit de periode 1945-1965 te bestu
deren en op waarde te schatten. Pas wanneer
een landelijk overzicht is verkregen van de
naoorlogse wijken, is het mogelijk te selecteren
en te beschermen op nationaal niveau.
Voorlichtingsbrochures
Om te voorkomen dat over een aantal jaren de
kennis compleet is, maar de wijken verdwenen
zijn, werkt de RDMZ in de tussentijd nauw
samen met het Ministerie van VROM aan een
aantal brochures om gemeenten en corporaties
te wijzen op de cultuurhistorische waarden van
naoorlogse wijken. Daarnaast geven medewer
kers van de RDMZ, wanneer er bij gemeente of
corporatie behoefte is aan advies, voorlichting
over naoorlogse wijken en cultuurhistorie.
Bovendien zal in 2001 een landelijke quick
scan van naoorlogse wijken uitgevoerd worden.
Wanneer dit overzicht eenmaal verkregen is,
kan een typologie ontwikkeld worden van de
woonwijken op stedenbouwkundig, architec
tonisch, cultuurhistorisch en sociaal-cultureel
gebied. Tenslotte zullen belangrijke naoor
logse woonwijken in Nederland uitgebreid
beschreven worden. Als deze kennis is ver
worven, is het mogelijk om een rijksselectie
te maken, maar dat zal pas na 2004 gebeuren.
Interessant is dat de informatie, die op korte
termijn boven tafel komt, meteen al inzetbaar is
voor gemeenten, corporaties en ontwerpers.
Wanneer er in woonwijke n keuzes voor sloop
of behoud moeten worden gemaakt is het
nuttig om te bezien wat de cultuurhistorische
essentie van een wijk is. Er moet als het ware
afgetast worden met welke ingrepen de identi
teit van een woongebied behouden blijft,
wanneer deze wordt aangetast en wanneer deze
zelfs verbeterd kan worden. Het is interessant
om te zien wat er gebeurt, wanneer volkshuis-
vesters en cultuurhistorici samen op zoek gaan
naar identiteit en kansen voor hergebruik van
een wijk. De RDMZ zal bij dit vernieuwings
proces op korte termijn waardevolle informatie
kunnen aanleveren, die tot op heden nog niet
voorhanden was. Het is dan ook onze hoop,
dat we deze kennis de komende jaren veel
vuldig kunnen inzetten bij vernieuwings
operaties.
Drs. A.M. Nannen is medewerker van de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg.