28 Heemschut augustus 2001 Het ministerie van VROM in Den Haag. Het principe van additionele ruimte staat op gespannen voet met het functionalisme. 'Functionalisme gaf cockpit-architectuur,' stelt Hoogstad, 'ruimte die precies de functie omspant en niet meer. In het VROM-gebouw zit veel niet-functionele ruimte. Toch heeft men die ruimte gevonden. Ambtenaren kunnen nu naar die marginale ruimte, met loopbrug gen, tuinen, vijvers. Mensen ontmoeten elkaar daar. Er is een grote gebakswinkel in gekomen en hij wordt gebruikt voor verjaardagen, theater, uitjes of om lintjes te geven. De ruimte is in bezit genomen door de medewerkers van VROM. Interactie tussen mensen is belangrijk, het geeft ruimte aan het toeval. Voor mij is VROM een ontdekking geweest. Ik heb er ook los van de ratio gewerkt, sensibiliteit een plaats gegeven.' Het is Hoogstad goed bevallen. Voor het Junghans Eurobuilding heeft hij het serre-idee van zijn VROM-gebóuw geleend. Dit krijgt hier de vorm van gestapelde serres die zich over een of meerdere verdiepingen uitstrekken. Al heeft het heel wat overredingskracht gevergd om opdrachtgevers te overtuigen ruimtes zonder a priori functionele betekenis in het gebouw op te nemen. Want de prijs pakte daar door vijftien procent hoger uit. Stemming van de grondvorm Alle maten in het VROM-gebouw zijn afgeleid van het vi erkant, in een verhouding van 1:2. Het gebruik van geometrische grondvormen en mathematische verhoudingen is kenmerkend voor de architectuur van Hoogstad. Hij is, stelt hij zelf, een van de weinigen die met mathema tische verhoudingen werkt. 'Architectonische monumenten die ontworpen zijn uit rationele, mathematische vormen, beantwoorden aan de wens van mensen om de mateloze ruimte om ons heen beheersbaar te vinden.' Aan architecten biedt gebruik van mathemati sche verhoudingen en geometrische basisvor men de mogelijkheid bewust een ruimtelijke werking op te roepen. In Ruimtetijdbeweging noemt Hoogstad bijvoorbeeld de verhouding 1:2 'stoer', terwijl de gulden snede eerder sier lijk uitwerkt. Bij een gebouw met een vierkante grondvorm is aan de buitenkant de zijde bepa lend voor de indruk van de grootte, maar in het interieur wordt die indruk bepaald door de diagonaal. Deze is langer dan de zijden en daar door werkt een vierkante grondvorm in prin cipe vergrotend en hij geeft al gauw een open indruk - vandaar de toepassing in het VROM- gebouw. Bij een driehoekig gebouw hangt de indruk van de grootte, van buiten, ervan af of je het aan de lange of de korte zijde benadert. Maar van binnen bepaalt de kortere hoogtelijn de indruk van de grootte. Een driehoekige grondvorm werkt daarom in principe verkleinend, en hij geeft makkelijk een bedrukte of beklemmende stemming. Plaatsing van de entree in de scherpe hoek aan de lange zijde met een onbelemmerd doorzicht naar de andere kant, glaspartijen en dergelijke kunnen dit weer compenseren. Je kunt zo'n gebouw ook zo inrichten dat het eerder een stemming van intimiteit biedt. Hoogstad heeft hiervan in het stadhuis van Lelystad en de muziekschool in Zeist gebruik gemaakt. Hoogstads pleidooi voor een eigen taal voor architecten is onveranderd actueel. Hij zal er zelf vooral het eigentijdse architectuurdebat mee van een dergelijke grondslag willen voor zien. Maar hij laat ook zien hoe we de ruimte lijke werking van een monument intensiever kunnen beleven: door te luisteren naar de stem ming van een gebouw. Drs. R. van Soest is psycholoog. Zie ook www.heem.schut.nl/tijdschr/stemm,ingen.htm

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2001 | | pagina 30