Reactie Platform Landschap en Cultuurhistorie juni 2001 Heemschut 7 planologische behandeling van het 'ruimtelijk archief van Nederland concreet worden. Dat is des te belangrijk omdat interactieve planvor ming, waarbij rekening dient te worden gehou den met vele instanties, gebaat is bij een duide lijke organisatiestructuur van de regie. De Bond Heemschut zal zich bij dit proces van interactieve planvorming gaarne als partij opwerpen. Waardevol niet-Belvederegebied De ontwikkelingsgerichte landschapsstrategie, die zal leiden tot in provinciale streekplannen op te nemen landschapsvisies en het aanwijzen van provinciale landschappen, achten wij een goede zaak. Dat Belvedere-gebieden in land schapsvisies en provinciale landschappen worden opgenomen lijkt vanzelfsprekend. Maar waardevol historisch-ruimtelijk erfgoed is ook buiten Belvedere-gebieden volop aanwezig. Daar zwijgt de Vijfde Nota over waardoor dit erfgoed onvoldoende planologisch beschermd dreigt te worden. De provincies dienen naar de mening van de Bond Heemschut middels provinciale cultuurhistorische hoofdstructuren in landschapsvisies en/of provinciale land schappen - en dus in provinciale streekplannen - verplicht te worden dit erfgoed ook buiten de Belvedere-gebieden planologisch te bescher men. Wij doen het verzoek concrete richtlijnen in de Vijfde Nota op te nemen, volgens welke de provincies, op grond van provinciale cultuur historische analyses, dienen te bepalen welk cultuurhistorisch waardevol erfgoed in de land schapsvisies opgenomen zal worden. Het beschermen van monumentale eenheden van grote cultuurhistorische of archeologische waarde en elementen van de werelderfgoedlijst is een goede zaak. Het leggen van de verant woordelijkheid voor het bepalen van de ligging van de groene contouren ligt onder rijkstoe- zicht bij de provincie. Het is dan ook logisch dat de provincie daarover regie voert. Wij delen de mening dat de groene contouren niet mogen leiden tot gebieden waar niets meer mag. Dit laat onverlet dat de cultuurhistorische en archeologische waarden van gebieden een zeer hoge mate van bescherming rechtvaardi gen. Monumentale eenheden van grote cultuurhistorische of archeologische waarden kunnen naar onze mening dan ook niet worden gecompenseerd. De verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en verbetering van landschappen en recreatieve kwaliteiten van cultuurhistorische- en land schappelijk waardevolle gebieden die bloot staan aan bedreiging door ruimtelijke ontwik keling, wordt bij het rijk gelegd. Ook op dit punt kan aan de centrale regiefunctie meer inhoud worden gegeven waardoor de verant woordelijkheden van de provincies en de gemeenten duidelijk worden. Wij vragen ons in die zin af wat betekent 'verantwoordelijk voor', en met welke middelen kunnen bedreigingen door ruimtelijke ontwikkeling worden wegge nomen? Wij vragen u dit nader uit te werken. Groene Hart niet verder aantasten Hoewel 'het Groene Hart' als geheel binnen de bestaande begrenzing als nationaal landschap wordt aangewezen, achten wij een verdere aantasting van historische elementen en struc turen door versnippering volstrekt ongewenst. De 'leesbaarheid' van het landschap mag niet verder verloren gaan. Het in tensiveren van het ruimtegebruik is een belangrijk punt uit de Vijfde Nota. Er wordt gesteld dat, waar hoogbouw qua maat en schaal in de omgeving past, het aanbeveling verdient om in de bestemmingsplannen een minimum hoogte op te nemen. Wij achten dit problema tisch. Intensivering binnen de rode contour is niet in alle gevallen en op alle plekken mogelijk. Historische centra zijn vaak al behoorlijk verdicht. Als er al verdicht kan worden in of nabij deze historische centra vraagt dat een zorgvuldig ontwerp. Dit betekent dat in histo risch waardevolle stedelijke gebieden het erfgoed zelf aanleiding en inspiratie moet vormen voor nieuwbouw, zonder dwingende hoogtematen vooraf aan te geven. Wel zou een verplichting tot het maken van een cultuurhis torische analyse naar de mogelijkheden van verdichting en het opstellen van beeldkwali teitsplannen in de Vijfde Nota opgenomen moeten worden. De Bond Heemschut onderstreept het belang van de, door de provincies opgestelde, cultuur historische waardenkaarten voor de ruimtelijke ordening. Zij zijn vooral van belang voor het onderscheiden van de gebiedscategorieën (groene contourgebieden, rode contourgebie- den en balansgebieden) en voor het aanduiden van stedenbouwkundige monumenten (beschermde stads- en dorpsgezichten) als inspirerende en randvoorwaarden stellende elementen binnen rode contouren. Het is van het grootste belang - zowel binnen stedelijke als binnen landelijke gebieden - ontwerpend te onderzoeken of en op welke wijze een dynamische ruimtelijke ontwikkeling kan plaatsvinden met als randvoorwaarden behoud en zo mogelijk versterking van de aanwezige cultuurhistorische waarden. De Bond Heemschut veronderstelt dat in deel drie van de Vijfde Nota de planologische bescherming van historisch-ruimtelijk waarde volle elementen, structuren en patronen gecon cretiseerd zal worden, gelet op de aanscherping van de ruimtelijke kwaliteitscriteria. Zij verzoekt alle in de Nota Belvedere aangewezen Belvedere-gebieden onder de werking van de planologische kernbeslissing te brengen. Het belang van een strenger toezichts- en handhavingsbeleid wordt door de Bond Heemschut nadrukkelijk onderschreven. Cultuurhistorie is een onmisbare functie voor de realisering van een van de hoofddoelstellin gen van de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening: de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit. Dit is eeii samenvatting van de reactie van clrs. J.P.Jvan der Haagen, directeur ruimtelijke en juridische zaken van de Bond Heemschut. Of cultuurhistorie ook daadwerkelijk in ruim telijke plannen geïntegreerd gaat worden en deel uit gaat maken van ruimtelijke ontwikke lingen, wordt qua uitvoering afhankelijk gesteld van de wijze waarop provincies en gemeenten hier invulling aan gaan geven. De tekst van de nota laat geen misverstand bestaan omtrent de intenties van de rijksoverheid. In de ontwerp PKB (Planologische kernbeslissing) tekst is de wijze van uitvoering naar mening van het Platform niet helder aangegeven. Met name de taak van gemeenten is, zoals de Nota nadrukkelijk aangeeft, van wezenlijk belang hierbij. Wij stellen daarom voor de volgende passage uit de nota Belvedere op te nemen: Gemeenten wordt gevraagd aan te geven in o.a. bestemmingsplannen hoe en in hoeverre de cultuurhistorische samenhang wordt gehandhaafd en daartoe de cultuurhisto rische kernkwaliteiten aan te geven als ruimte lijk toetsingskader bij de locatie-, inrichtings- en vormgevingskeuze. Goed beheer Het cultuurhistorisch erfgoed is gebaat bij goed beheer. Wat betreft aardkundige en archeolo gische waarden zou moeten worden voorzien in financiële maatregelen, die juist dat beheer zouden moeten stimuleren en 'belonen', naast dat zij als vanzelfsprekend deel (gaan) uitmaken van planologische plannen. Historisch-geogra- fisch en (steden)bouwkundig erfgoed bezit een eigen dynamiek, dat vraagt om wat internatio naal wordt omschreven als 'integrated conser- vation' oftewel, in Belvedere termen, behoud door ontwikkeling. Het Platform pleit er daarom voor om goed beheer positief te belonen. (Lees verdeioppag. 21.)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2001 | | pagina 9