16
Heemschut
opvalt is dat de afgebeelde panters vrijwel iden
tiek zijn aan die welke door zijn vader Jacob
Gerrtisz. Cuyp een jaar eerder werden geschil
derd. De gelijkenis is zo frappant dat het
vermoeden bestaat dat vader Jacob, die nogal
eens met zoon Aelbert samenwerkte, zowel de
panters als mogelijk ook de rest van de stoffage,
heeft geschilderd in het door Aelbert gemaakte
landschap. Een niet ongebruikelijke werkwijze
onder kunstenaars in die tijd. Nadere bestude
ring van beide werken zal hierop wellicht
antwoord kunnen geven. Jacob's panters doken
echter dit voor jaar op bij Sotheby New York
en later op de TEFAF 2001 in Maastricht en
leveren nu vergelijkingsmateriaal voor verder
onderzoek.
TEFAF 2001
Het toeval schoot ons te hulp want de panters
van Jacob Gerritsz. Cuyp vonden wij terug bij
de stand van Axel Vervoordt op de TEFAF, de
Europese antiek fair die overigens dit jaar van
bijzonder hoge kwaliteit was, wat het bezoek
tot een genoegen maakte. Axel Vervoordt
exposeerde ook een fraai Brussels wandtapijt
(ca 1680), voorstellende Meleager en Atalanta.
Een geliefd jachtthema uit de metamorfosen
van Ovidius, waarbij het Calydonische everzwijn,
oorzaak van alle ellende, wordt overwonnen.
Dit thema is ook uitgewerkt door de Antwerpse
schilder Jacob Jordaens (159h-1678, cat. no. 41,
pp 2 3 8, 2 3 9). Het is niet bekend waar het tapijt
zich oorspronkelijk heeft bevonden.
Alle hier genoemde thema's worden als vaste
interieurdecoraties aangetroffen. Maar we
weten niet waar de hier genoemde voorbeelden
ooit voor gemaakt zijn. En dat illustreert pijnlijk
het onvermogen interieurs daadwerkelijk te
beschermen.
Interieur monument wettelijk beschermd!
Interieurs onttrekken zich doorgaans aan het
zicht, staan niet of minimaal beschreven in de
monumentenregisters en verdwijnen dan ook
niet zelden onopgemerkt. Onder bescherming
van de Monumentenwet vallen ze echter wel
degelijk. Effectieve controle is vrijwel onmoge
lijk, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg
(RdMz) heeft anders dan de Inspectie cultuur
bezit geen inspectiebevoegdheid.
Vooral geschilderde behangsels, plafonds,
schilderstukken en wandtapijten verdwijnen
maar al te vaak bij verkoop van het pand, hetzij
doordat de eigenaar deze buiten de verkoop
houdt, hetzij doordat verkoop separaat plaats
vindt. Beroemd geworden voorbeeld is de
Louis XVI-zaal uit 'Huys de Onbeschaamde' in
Dordrecht, dat met het schouwstuk 'de Beren
jacht' van Jan Fyt. in 1910 werd geveild, daarna
verloren gewaand en door publicatie en oproep
in Heemschut is teruggevonden. (Zie: Heem
schut 2000, afl. 1).
Geen inspectiebevoegdheid
Bij een interieur gaat het niet ui tsluitend om
grote topstukken, maar ook en vooral om ogen
schijnlijk onbelangrijke details, die ons zoveel
kunnen vertellen over de geschiedenis van
gebouw en bewoners. Het is een onlosmakelijk
onderdeel van het gebouwde archief en als
zodanig een onderdeel van de nationale kunst
collectie. De praktische onmogelijkheid om
controle daarop uit te oefenen - de Monu
mentenwet 1988 voorziet daarin niet - maakt
het geheel ongrijpbaar. Met het gevolg dat
belangrijke interieurdelen nog steeds spoorloos
verdwijnen.
Naar aanleiding van deze studiedag rijst dan ook
de vraag of de Monumentenwet wel voldoende
Brussels Wandtapijt 'Geschiedenis van
Meleager en Atalanta' met weversmerk van
Gerard Peemans. ca. 1680. Wol, zijde, zilver en
gouddraad. Brussels kenmerk l.o.: wapen ter
weerszijde geflankeerd door een hoofdletter B.
(Brussel, Brabant). Archieffoto Axel Vervoordt.
bevoegdheden kent om een toezichthoudende
taak te kunnen effectueren. Immers wil een
controle op aanwezige interieurs in Rijksmo
numenten effectief zijn, dan dient de Minister
c.q. de RdMz, tenminste te beschikken over een
wettelijk geregelde inspectiebevoegdheid. Het
is daarbij het overwegen waard te bepalen dat
inspectie verplicht plaats vindt bij wijziging in
juridische status van het pand en/of omgeving,
bij verkoop en beëindiging van huur en bij
restauraties en verbouwingen.
De herijking van het monumentenregister kan
daarbij een goed begin zijn. Naar analogie
hiervan geldt hetzelfde ten aanzien van gemeen
telijke en provinciale monumenten.
Op termijn lijkt herziening van de monumen
tenwet ook op dit punt onontkoombaar!
Drs. J.J. Bollebakker is bestuurslid van Heemschut
en voorzitter van Heemschut Zuid-Holland.
Verwijzingen refereren aan de catalogus, die nu
reeds als standaardwerk kan worden aangemerkt.
Literatuur
Paarlberg, S., 'Goden en helden op het plafond',
Heemschut, afl. 2, 2001, pp. 14-17. Na te bestellen bij
Bureau van de Bond Heemschut. Fl. 9,75.
Paarlberg, S., Rakuzyn, A. en Schoon, P. (redactie),
Griekse Goden en Helden in de tijd van Rubens en
Rembrandt. Athene/Dordrecht, 2000/2001
juni 2001