NIEUWE PLANNEN RIJKSMUSEUM
Wies van Leeuwen
Intelligentie Cruz en Ortiz combineren met respect van Henket en zorgvuldigheid van
Ruijssenaars
Het Rijksmuseum heeft het twijfelachtige vermogen tot het
oproepen van felle discussies. Het is met zijn torens, windwijzers
en dakkapellen en zijn rijke decoraties een buitengewoon markant
gebouw. Hoewel het sinds kort als enige werk van P.J.H. Cuypers
is vertegenwoordigd in Madurodam lijkt de waardering ervoor
nog steeds niet algemeen te zijn.
-
10
Heemschut
juni 2001
KttfVtrUM
IVII'f.Hll
U 9 r c n O A
mifiriiHiM
Hel plan van Francesco Venezia: museum en schatkamer vormen een tweeling aan het Museumplein (foto Rijksmuseum)
We hebben blijkbaar moeite met het waarde
ren en respecteren van een zo uitgesproken
uiting van architectuur. Symptomatisch voor
dit denken is het feit dat eind 2000 architec
ten als Hans van Olphen en Moshé Zwarts de
gehele of gedeeltelijke afbraak van het
gebouw verdedigden. Ze leken volkomen
serieus, verkondigden niet zomaar een inte
ressant standpunt om de goegemeente te
schokken. Voor Van Olphen was het muse
umgebouw een sta-in-de-weg voor een
goede stedenbouwkundige verbinding met
het Museumplein, voor Zwarts een inhu
maan gebouw dat door zijn katholieke karak
ter niet paste in de culturele traditie van ons
land. Zwarts opvattingen kunnen we nog
even serieus nemen omdat hij consequent is
en het gebouw volledig wil slopen, Van
Olphen daarentegen breekt het voor de helft
af, zoals zijn collega Pi de Bniijn in 1980 het
al even katholiek ogende voormalige
Ministerie van Justitie wilde halveren voor
de nieuwbouw van de Tweede Kamer.
Monumenten uit de 19de eeuw lijken nog
altijd niet zo sacrosanct als 'echte' monu
menten uit de middeleeuwen of de 17de
eeuw. Zwarts artikel in Het Parool leidde