NICO DE
BONT.
GEEN MENS
RESTAUREERT
HET BETER
nico de bont
Voorbeeld
Venbroekstraat 3 5253 AS Nieuwkuijk
Telefoon 073-518 94 80 www.nicodebont.nl
Heemschut
april 2001
Een voorbeeld van de identifuatieproblematiek
in Amsterdam.
Idealiter liggen de drie coördinaatsymbolen
binnen de contouren van het bij de RDMZ/
ROB en het Kadaster als monument ingeschre
ven perceel (gearceerd). In veel gevallen blijkt
echter dat de gegevens van het Kadaster
(LK1 Landmeetkundig en Kartografisch
Informatiesysteem), van de RDMZ/ROB
(ODB Objecten Data Bank) en uit het ACN
(Adres Coördinaten Nederland) niet met
elkaar kloppen. Dit betekent dat straat en/of
huisnummer van het bij de RDMZ/ROB als
rijksmonument geregistreerde object niet over
eenstemmen met de vermelding in het
Kadaster of met die in de A CN. Op het kaartje
zijn verscheidene percelen bij het Kadaster
bekend als monument, maar niet bij de
RDMZ, terwijl er ook zijn waarvan de adres
gegevens niet kloppen met de die van het A CN.
In één geval kreeg een niet in het kadaster als
monument aangetekend perceel (de zoge
noemde Mw-aantekening) wel een arcering.
Slechts vijf vermeldingen zijn coirect; ca.
2/3 bevat een fout. Waar zitten de fouten?
STEKS
door digitale opslag van gegevens enorm toe,
terwijl ook mogelijkheden voor digitale
beschikbaarstelling ontstaan. Een ander resul
taat is dat met terugwerkende kracht een
vergunningenregister ontstaat.
Het veldwerk wordt gevormd door controle
van de gegevens van Geografische Informatie
systemen en door opname van de voornaamste
kenmerken en waarden van de monumenten.
Voor wat betreft de archeologische monumen
ten gaat het hierbij vaak om 'kijkoperaties' als
grondboringen en het trekken van proefsleuven
om vast te stellen of er zit wat men denkt. Bij
gebouwde monumenten worden zowel
beschrijvingen van exterieur als interieur
gemaakt. Nieuw hierbij is dat de gegevens via
computergestuurde 'vinklijsten' worden vast
gelegd en dat de geactualiseerde omschrij
vingen voor een belangrijk deel door data-
tekstintegratie tot stand komen. Het eerste
resultaat hiervan is dat ze een uniform karakter
hebben en evenwichtig zijn. De door Van
Bommel gewenste vorm, die ook binnen het
Monumenten Selectie Project (MSP) werd
gehanteerd, blijft hierbij gehandhaafd. Dus alle
omschrijvingen hebben voortaan als ingrediën
ten: inleiding, omschrijving en waardering. Een
tweede resultaat is dat een wetenschappelijk
bevraagbare database ontstaat. Terzijde is nog
op te merken dat de geactualiseerde omschrij
vingen niet gezien moeten worden als gewij
zigde Redengevende Omschrijving. Bestaande
Redengevende Omschrijvingen blijven bestaan;
de geactualiseerde omschrijving komt daar
naast.
Het registreren valt uiteen in het valideren van
de gegevens en de implementatie ervan. Een
forum van 'seniors' - dat in een met digitale
presentatietechnieken uitgeruste ruimte de
gegevens in verkorte vorm te zien krijgt - corri
geert en valideert de omschrijvingen ter plekke.
Het natraject van de implementatie komt in
handen van de RDMZ en ROB. Zij zijn immers
verantwoordelijk voor de juridische implicaties
van de actualisering en voor de uitvoering van
beleid. Tot het registreren behoort uiteraard
het koppelen van de Databank aan het Kadaster
en verder ook het, na afronding van de totale
actualisering, (gedeeltelijk) openbaar maken
ervan via internet. Bovendien zullen de facili
teiten ter beschikking worden gesteld aan
andere geïnteresseerden, zoals gemeenten.
Het project Actualisering Monumentenregister
helpt de beide Rijksdiensten met zevenmijls
laarzen vooruit en maakt ze, dankzij de inzet
van hedendaagse technologie, klaar voor de
toekomst.
W.J. de Braak, Projectmanager.
D. Eeken en A.F.J. Niemeijer, Projectsecretarissen.
48