Kleurgebruik in de Amsterdamse
binnenstad
Plafonds en balken vroeger altijd beschilderd
Olga van der Klooster
Op 3 maart hield dn ing. H. Zantkuyl onder auspiciën van de
Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad in het
sfeervolle Bethaniënklooster een lezing over het kleurgebruik in
de historische binnenstad van Amsterdam. De voorzitter van de
Vereniging stipuleerde dat het veelal door gebrek aan kennis
komt dat kleuren op verkeerde wijze in de historische architectuur
worden toegepast. Tijd dus voor een lezing over juist kleurgebruik,
althans op basis van de visie van de heer Zantkuyl. Daarvan
hieronder verslag.
april 2001
Heemschut
45
Dit jaar is het Jaar van het Interieur. De spreker
besteedde daarom een deel van zijn lezing aan
Amsterdamse interieurs. Ook al treft men in de
oude huizen tegenwoordig vaak onbeschilderde
houten plafonds en halken aan, men moet er
altijd van uitgaan dat die beschilderd zijn
geweest. Liefde voor het materiaal zelf, zoals
wij tegenwoordig hebben, had men niet, stelt
Zantkuyl. Eikenhout was bouwhout dat niet in
het zicht behoefde te blijven. Wanneer men
Geschilderd natuursteen. De voorstelling zou
anders minder zichtbaar zijn. Foto auteur.
plafondbalken niet kon schilderen doordat de
kwaliteit van het hout te wensen overliet, dan
werden deze 'omkokerd' met linnen of wagen
schot of bedekt met papierbehang waarop men
sierlijke schilderingen aanbracht. Onderscheid
tussen eenvoudige burgers en deftige kooplie
den was er niet: iedereen beschilderde zijn inte
rieur. Alleen kwam er in de huizen van de
laatste categorie meer goud en glitter voor en
kon men het zich permitteren een befaamd
plafondschilder als Jacob de Wit te contracteren.
Hier was men in het geheel niet benauwd voor
goud. Niet voorzichtig even een smal lijstje
vergulden, zoals we nu doen, maar een hele
omkadering van holle-, bolle- en tandlijsten die
een groot deel van het plafond besloeg.