H I L L
EN@ ROOSE
Rectificaties
bouwt restaureert
april 2001
Heemschut
33
Stichting
Vakgroep
RaUaurali
In het februari-nummer meldden we, dat
BenW van Weesp het bijzondere meubilair
in de raadszaal wil vervangen door nieuw.
De bij dit bericht afgebeelde foto karakteri
seerden wij ten onrechte als een stoel in
Biedermeier-stijl uit 1850. De afgebeelde
stoel, die trouwens zelf niet in de raadszaal
staat maar wel elders in het stadhuis van
Weesp, is een stijlzuivere Louis XVI stoel,
die gemaakt moet zijn of rond 1780 of in
het eerste kwart van de 20ste eeuw, tijd
Pander. Dit bericht ons de antiquair/taxa
teur C.Rodenburg. Hij weet te melden, dat
dit soort stoelen op de veiling f5000,-
opbrengt en op de PAN-beurs zelfs
f 10.000,-. Als de stoel uit 1780 stamt zou
hij als kunst bewaard moeten blijven, meent
Rodenburg, stamt hij uit de 20ste eeuw,
dan is gebruik op zijn plaats.
In het onderschrift bij de foto linksboven
op pag. 19 van hetzelfde nummer maakten
we gewag van een toespraak van Nicolaas
Matsier bij de opening van de tenstoonstel-
ling Griekse Goden en Helden. Het
zetduiveltje 'vermediterraniseerde' zijn
naam ten onrechte in Matsico.
Red.
wat onderzoek nodig om de gulden middenweg
te vinden, die uiteindelijk voor al die zo
verschillend op temperatuur en luchtvochtig
heid reagerende onderdelen zo min mogelijk
schade met zich meebrengt. Een kolfje naar de
hand van het ICN.
Kwaliteit in meerdere opzichten
Als motto voert het ICN de zinsnede Om de
kwaliteit van het cultureel erfgoed. Die kwaliteit
heeft tevens met de opstelling van de voorwer
pen in onze musea te maken, maar ook met die
van allerlei soorten meubilair, serviezen, biblio
theekinventarissen etc. die in onze kastelen en
landhuizen staan. Het ICN is er bij monde van
zijn 'gebouwenman' voorstander van zo min
mogelijk te veranderen aan de oorspronkelijk
opstelling, inderdaad zo dat de tegenwoordige
bezoeker het gevoel krijgt dat de vroegere
bewoners alleen even weg zijn, zoals dat
bijvoorbeeld in kasteel Duivenvoorde en het
Huis te Amerongen het geval is. In dit kader
krijgen we een smakelijke anekdote te horen:
het ICN werd om advisering gevraagd bij twee
landhuizen, het ene daterend uit de 17de, het
andere uit de 18de eeuw. Beide pronkjuweel-
tjes, maar met een zeer gemengde inventaris.
Lekker rommelig, zo hadden de beide adellijke
families er in gewoond- en verzameld. De
conservator die beide huizen beheerde dacht
daar echter anders over en bij een volgend
bezoek kon Ton Jütte, tot zijn spijt, constateren
dat alle voorwerpen tussen de beide huizen
onderling waren uitgewisseld. Het 17de-eeuw.se
huis kent sindsdien een volledig gave inventaris
uitzijn bouwperiode, het 18de-eeuwse huis
evenzo. Heel evenwichtig en rustgevend, maar
eigenlijk ook een tikkelje saai en braafjes en
vooral zeer in strijd met de historisch gegroeide
werkelijkheid.
Kennis vastleggen en verspreiden
Door zijn positie als spin in het web waar het de
omgang met monumenten betreft, heeft Ton
Jütte een enorme kennis opgebouwd. Ook na
zijn aanstaande vertrek bij het ICN blijft een
groot deel van die kennis beschikbaar. Het
ICN gaf Maaike Staffhorst opdracht om vele
maanden met Ton mee te kijken en zijn werk
wijze vast te leggen in een publicatie. Het boek
zal in mei tijdens de Nederlandse Restauratie
beurs worden gepresenteerd. Het boek zal ver
krijgbaar zijn via de afdeling Communicatie
Informatie van het instituut Collectie Nederland.
Drs. L. van der Meule is zelfstandig bouwhistoricus
en PR-tnedewerker van Heemschut Zuid-Holland.
Met uitzondering van de roerende voorwerpen uit
de eigen rijkscollectie van de Staat der Nederlanden,
100.000 stuks, die worden wèl door het ICN geres
taureerd.
Hillen Roosen B.V.
Onderhoud en Restauratie
Postbus 75950
1070 AZ Amsterdam
Tel. (020) 549 26 00
Fax (020) 549 26 60
e-mail: OenR@hillen.nl
Vondelkerk, Amsterdam