Gulle gevers: bedankt
Heemschut Persprijs 2000
Kanjers
Heemschut
39
naire benadering nog veel nieuwe gegevens aan
het licht kan brengen.
Rol bouwhistoricus
Over de rol van de bouwhistoricus bij restaura
ties wordt door de bouwhistorici nogal gemop
perd. In een vroeg stadium worden zij bij een
restauratie betrokken en storten zich vol over
gave in de bouwput. Resultaten van hun bevin
dingen hebben echter maar al te vaak weinig
invloed op het verloop van de restauratie. Het
restauratieplan is immers ontwikkeld, subsidies
aangevraagd, bouwaanvragen goedgekeurd en
afspraken met de aannemer gemaakt. En de
factor tijd speelt helaas altijd de economische
hoofdrol. Kortom wijzigingen in het bestek zijn
nagenoeg onmogelijk. Daarbij komt dat de
bouwhistoricus vaak noch tijd noch financiën
gegund wordt om zijn bevindingen uit te
werken.
Carlo Huijts, directeur van Hendrick de Keyser,
pleitte voor nieuwe regelgeving op het gebied
van restauraties en subsidies. Een stappenplan
met afzonderlijke versnelde vergunningen. Met
name voor grote en interessante bouwwerken
zou de procedure dan als volgt kunnen lopen.
Sloop, ontmanteling en bouwhistorisch onder
zoek in de eerste fase, gevolgd door een restau
ratieplan aan de hand van bevindingen. De
verschillende stadia zouden dan afzonderlijk
gesubsidieerd moeten worden en liefst niet tijd
gebonden. Economisch is een dergelijke tijd
verslindende en gefaseerde restauratie niet
haalbaar. Indien de regelgeving in bepaalde
gevallen versneld en aangepast wordt, kan het
resultaat van het bouwhistorisch onderzoek
veel meer bij de planontwikkeling betrokken
worden. De Vereniging Hendrick de Keyser
werkt momenteel in Hoorn volgens een derge
lijk tijdrovend en kostbaar plan. Maar wellicht
kan daar in de toekomst verandering in komen.
Het zal de historische zorgvuldigheid bij menig
restauratie ten goede komen! En stelt de
bouwhistoricus waarschijnlijk meer tevreden.
Ontevreden bouwhistoricus
In de 20ste eeuw bouwde men niet voor de
'eeuwigheid'. Het Rietveld-Schröderhuis,
bijvoorbeeld is bij de laatste restauratie op basis
van bouwhistorisch onderzoek in feite volledig
gereconstrueerd. Het gegeven dat het monu
ment onlangs werd uitverkoren voor de
Werelderfgoedlijst, rechtvaardigt deze recon
structie. Hetzelfde geldt voor Duiker's Zonne
straal in Hilversum.
Maar wat te doen met de systeembouw uit de
Werderopbouwperiode. Vaak ten koste van de
duurzaamheid werd er in de jaren '50 in ras
tempo de een na de andere wijk uit de grond
gestampt. Veel van deze bouw haalt de vijftig
jaar niet. Bij renovaties vormt de isolatie vaak
een probleem. Deze wordt dan aan de buiten
zijde aangebracht en samen met de kunststof
kozijnen krijgt het gebouw een totaal ander
aanzien. De vraag of het monumentwaardig is
hoeft dan in ieder geval niet meer gesteld te
worden. Maar op deze manier gaat er echter
toch het een en ander verloren. Het in kaart
brengen niet alleen van potentiële monumen
ten, maar ook van grensgevallen is noodzake
lijk. Documentatie van veranderingen is essen
tieel, want generaties na ons moeten
geïnformeerd worden. Hoe vertaal je bouwhis
torisch onderzoek en kennis van historische
structuren ten behoeve van stedenbouwkun
dige veranderingen en ontwikkelingen en hoe
gebruik je deze gegevens in komende Nota's
Ruimtelijke Ordening?
Tijdens het symposium werd de vraag gesteld
of de bouwhistoricus er is voor de wetenschap
of voor de bouwwereld? Voor beide zou het
antwoord moeten zijn. Nu staan ze nog te veel
alleen aan het begin van het bouwproces,
roepen we misschien wat interessant en vervol
gens doen we er niets mee.
Snelle omlooptijd
Een ander probleem waar het woonhuis mee te
kampen heeft is de snelle omlooptijd vandaag
de dag. We leven in een wegwerptijd. Voor het
woonhuis geldt een periode van ca 10 jaar; er
wordt verhuisd of we hebben op z'n minst een
nieuwe keuken en badkamer nodig. Voor
winkels staat zelfs een omloopperiode van maar
vijfjaar. Veel oorspronkelijke onderdelen
verdwijnen zonder veel nadenken in de
witbak.
Inleider drs. KJ. Steehouwer heeft een model
ontwikkeld waarbij hij tot de schatting komt,
dat er in historische steden naast ieder monu
ment op zijn minst nog twee verborgen monu
menten zijn. Waarmee maar weer het belang
van bouwhistorisch onderzoek is aangetoond.
Laat deze verborgen monumenten rustig
zitten, maar blijf wel alert bij verbouwingen.
Steehouwer schat dat er in Nederland tussen de
66.000 en 85.000 huizen met historische
balklagen zijn.
Een aantal inleidingen gehouden tijdens deze
studiedag zal in de komende nummers van het
KMOB-Bulletin gepubliceerd worden. Losse
nummers van het Bulletin bedragen
fl 5,- en zijn te bestellen bij het secretariaat van de
KNOB, Mariaplaats 51, 3511 LM Utrecht. Tel
(030)2321756, fax (030)2312951.
Huizen in Nederland. Architectuurhistorische
verkenningen aan de hand van het bezit van de
vereniging Hendrick de Keyser Deel I-IV R.
Meischke, H.J. Zantkuijl, W. Raue,
P.T.E.E. Rosenberg, Zwolle/Amsterdam
1993-2000.
Het Bestuur van de Bond Heemschut wil op
deze plaats graag de leden bedanken, die de
Bond in het afgelopen jaar hebben verrast met
een schenking, legaat of gift. Met name gaat die
dank uit naar een Nederlands echtpaar uit
Portugal, dat Heemschut met een fors bedrag
hielp. Ook dank aan de vele leden, die spontaan
bovenop hun contributie een extra bijdrage
betaalden voor het actiewerk van Heemschut.
Mede dankzij deze extra financiële hulp kan
Heemschut zijn acties voor het behoud en
herstel van monumenten intensiveren.
Ook in 2 001 looft de Bond Heemschut weer de
Heemschut Persprijs uit. De prijs van f 10.000,-
gaat naar de beste journalistieke productie uit
2000 over (de bescherming en/of beleving van)
cultuurmonumenten. Daaronder verstaat de
jury niet alleen 'grote' monumenten, al dan niet
officieel erkend, maar ook bijzonder vormge
geven objecten in de openbare ruimte alsmede
cultuurlandschappen.
In aanmerking komen geschreven artikelen of
series, dan wel radio/tv-producties of series.
Nieuw dit jaar is dat ook websites kunnen
meedingen naar de prijs.
Inzendingen worden getoetst door een breed
samengestelde jury op leesbaarheid, informa
tief gehalte en goede opmaak. Ze dienen in het
Nederlands te zijn gesteld en door
Nederlandstalige media te zijn gepubliceerd of
uitgezonden. Ze moeten een journalistiek
karakter dragen en zich richten op een breed
publiek, liefst zonder vakjargon.
Wie voor de prijs in aanmerking wil komen of op
het werk van anderen wil attenderen kan inzen
dingen toesturen voor 1 maart 2001 naar Bond
Heemschut, t.a.v. Kees Teszelszky, Nieuwezijds
Kolk28,1012 PVAmsterdam, tel. 020-6225292,
of via e-mail: info@heemschut.nl.
Staatssecretaris Van der Ploeg heeft voor 53 grote
monumenten een 'Kanjer' restaurauratiesubsidie
toegekend. We noemen er enkele: Het Vredes
paleis (Den Haag), Kasteel Oud-Wassenaar
(Wassenaar), Het Van Nellecomplex (Rotter
dam), de Beurs van Berlage (Amsterdam), Rijks
werf Willemsoord (Den Helder), de kastelen
Amerongen, De Haar (Haarzuilens) en Neder-
hemert (Zaltbommel, bekend van Heemschut
actie) en Neuburg (Gulpen), de St. Jan en de
Vestingwerken in Den Bosch, de Klooster
kazerne (Breda), het Glaspaleis (Heerlen), het
Badpaviljoen (Domburg), de Schut- en
Uitwateringssluis (Zoutkamp), de Fogelsangh-
state (Veenklooster) en de Synagoge (Enschede).
februari 2001